Controle van de motorelektronica (benzinemotor)
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 40.
brandt - er is een storing in de motorregeling. Het systeem biedt de moge-
lijkheid voor het rijden in een noodprogramma - er kan een merkbaar vermo-
gensverlies ontstaan.
▶
Er kan voorzichtig verder worden gereden. Onmiddellijk de hulp van een spe-
cialist inroepen.
Airbagsysteem
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 40.
Systeemstoring
brandt - er is een storing in het airbagsysteem.
Storing: airbag
STORING AIRBAG
▶
De hulp van een specialist inroepen.
De bijrijdersvoorairbag is met de sleutelschakelaar buiten werking gesteld
brandt na het inschakelen van het contact 4 seconden.
Een van de airbags of gordelspanners is met het diagnose-apparaat buiten
werking gesteld
brandt na het inschakelen van het contact 4 seconden en knippert vervol-
gens nog 12 seconden.
Airbag/ gordelspanner uitgeschakeld.
AIRBAG/ GORDELSPANNER UIT
ATTENTIE
Bij een storing in het airbagsysteem bestaat het gevaar dat het systeem bij
een ongeval niet wordt geactiveerd! Deze moet direct door een specialist
worden gecontroleerd.
Bandenspanning
Lees en bekijk eerst
op bladzijde 40.
Wijziging van de bandenspanning
brandt - bij een van de banden is de bandenspanning veranderd.
Als waarschuwing klinkt bovendien een akoestisch signaal.
Meteen de snelheid verlagen en heftige stuur- en remmanoeuvres voorko-
▶
men.
De wagen stoppen, het contact uitschakelen en de banden en de banden-
▶
spanningen controleren
» pag.
236.
▶
De bandenspanning zo nodig corrigeren of het betreffende wiel vervangen
» pag. 241
resp. de bandenafdichtset gebruiken
▶
De bandenspanningswaarden in het systeem opslaan
Systeemstoring
knippert ongeveer 1 minuut en brandt verder - er kan een storing in het sys-
teem voor de bandenspanningscontrole zijn.
De wagen stoppen, het contact uitschakelen en de motor weer starten.
▶
Als het controlelampje
na het starten van de motor weer knippert, is er een
systeemstoring.
▶
Er kan voorzichtig verder worden gereden. Onmiddellijk de hulp van een spe-
cialist inroepen.
Losmaken van de accukabels
Als de accukabels zijn losgemaakt en weer zijn aangesloten, gaat na het inscha-
kelen van het contact het controlelampje
Na even te hebben gereden, moet het controlelampje doven.
Als na een korte rit het controlelampje niet uitgaat, is er sprake van een storing
in het systeem.
▶
Er kan voorzichtig verder worden gereden. Onmiddellijk de hulp van een spe-
cialist inroepen.
» pag.
245.
» pag.
208.
branden.
Instrumenten en controlelampjes
43