Inhoudsopgave
Advertenties
De werkzaamheden met het voertuig starten
Voordat het voertuig wordt gestart, moet de bestuurder
zich vertrouwd maken met de positie en werking van alle
bedieningen en instrumenten, ongeacht de rijervaring van
de bestuurder.
• Controleer waar het personeel zich bevindt, voordat u
het voertuig start.
• De lichtsignalen moeten altijd aan staan tijdens de
werkzaamheden of het verrichten van bewegingen.
Hiermee wordt het personeel gewaarschuwd dat het
voertuig in beweging komt.
• Wijs bij werkzaamheden in drukke omgevingen een ex-
tra persoon aan die belast is met de signalering.
• Let tijdens manoeuvres of bewegingen op de grote on-
derdelen van het voertuig. Deze onderdelen steken
verder uit dan de cabine.
• De bedieningselementen mogen nooit voor andere
doeleinden worden gebruikt dan die waar ze voor be-
stemd zijn; om bijv. op of van de machine te klimmen,
kleding aan op te hangen, enz.
• Bestuur het voertuig uitsluitend vanaf de bestuurders-
plaats.
• Als tijdens het starten van de motor niet de juiste proce-
dures worden gevolgd, kan het voertuig onverwacht in
beweging komen, waardoor mensen in gevaar zouden
kunnen worden gebracht.
• Start de motor uitsluitend vanaf de bestuurdersplaats.
• Start de motor nooit door de klemmen van de startmotor
kort te sluiten.
• Controleer of alle bedieningshendels in de neutrale
stand staan, voordat u de motor start.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-41
Advertenties
Inhoudsopgave
