Inhoudsopgave
Advertenties
Verwisselen van een wiel
Ga als volgt te werk om een wiel te verwisselen:
• Parkeer het voertuig, indien mogelijk, op een platte,
vlakke ondergrond.
• Schakel de parkeerrem in.
• Zet de motor uit.
• Zet de alarmlichten aan.
• Plaats blokken onder de banden tegenover de band
die moet worden verwisseld, om bewegingen van
het voertuig in beide richtingen te blokkeren.
• Draai de bouten losser van het wiel dat moet worden
verwisseld.
• Plaats de krik:
• Voor een voorwiel: onder de arm van de as, zo dicht
mogelijk bij het wiel (positie (1L) en (1R).
• Voor een achterwiel: onder het middengedeelte van
het achterchassis (positie (2).
• Breng het wiel omhoog en van de grond, en plaats
de veiligheidssteun onder de as.
• Schroef de bouten van het wiel volledig los en ver-
wijder deze.
• Verwijder het wiel met draaiende "duw- en trekbewe-
gingen".
• Breng het nieuwe wiel op de naaf aan.
• Schroef de bouten met de hand in. Smeer deze,
indien nodig, met vet. Haal de bouten stevig aan
met een momentsleutel.
• Verwijder de veiligheidssteun en breng de telescopi-
sche hefmachine omlaag met de krik.
• Haal de bouten van het wiel weer stevig aan met een
momentsleutel.
7 - ONDERHOUD
7-33
3
LEIL14TLH0505AB
Advertenties
Inhoudsopgave
