3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Bewegingen die de joystick kan uitvoeren:
1A. Handgreep naar voren: neerlaten van de hoofdgiek
1B. Hendel naar achteren: heffen van de hoofdgiek
2A. Grip naar links: naar boven draaien
2B. Grip naar rechts: naar beneden draaien
3A. Wieltje naar voren: hoofdgiek verlengen
3B. Wieltje naar achteren: hoofdgiek intrekken
4A. Functierolknop naar rechts: olie naar de geselec-
teerde hydraulische aansluiting
4B. Functierolknop naar links: olie naar de geselecteerde
hydraulische aansluiting
5A. V/A-wieltje naar voren: de machine beweegt vooruit
(F)
5B. V/A-wieltje naar achteren: de machine beweegt ach-
teruit (R)
6. N-knop ingedrukt: de machine staat in neutraal (N)
OPMERKING: De joystick-bedieningen komen overeen
met proportionele bewegingen van het voertuig.
OPMERKING: Om het V/A-wieltje (vooruit/achteruit) te
activeren, houdt u de keuzehendel voor de rijrichting in N.
De aansturingen die worden doorgegeven met de keuze-
hendel voor de rijrichting hebben prioriteit boven de aan-
sturingen van de joystick
8
LEIL14TLH0495DB
3-25