Inhoudsopgave
Advertenties
7 - ONDERHOUD
De ramen wassen
De cabineruiten, lampen en achteruitkijkspiegels moeten
regelmatig met zeepwater worden gewassen.
Laat ze na het wassen goed drogen; laat geen vlekken
of vegen achter die het zicht van de bestuurder zouden
kunnen beperken of belemmeren.
De cabine reinigen
Reinig de zachte bekleding in de cabine met een in zeep-
water gedompelde en vervolgens zeer goed uitgewron-
gen doek.
De bestuurdersstoel en de vloer moeten worden gerei-
nigd met een stofzuiger en/of een harde borstel. Gebruik,
indien nodig, een vochtige doek om hardnekkig vuil te ver-
wijderen.
Reinig de veiligheidsgordel met een spons die in heet
zeepwater is gedompeld en laat hem vanzelf drogen.
Stoelen met stoffen bekleding moeten worden gereinigd
met een harde borstel of stofzuiger. Stoelen met kunst-
stof bekleding moeten worden gereinigd met een vochtige
doek.
LET OP: ELEKTRISCHE COMPONENTEN
Gebruik geen waterstralen in de cabine.
De veiligheidsstickers reinigen
LET OP: Controleer voor een juiste interpretatie of ze op
de juiste plaats zitten en altijd schoon worden gehouden.
LET OP: Reinig ze, als er modder, cement of vuil op zit.
LET OP: Reinig de stickers op het voertuig niet met op-
losmiddelen of benzeen, aangezien ze daardoor zouden
kunnen vervagen. Labels anders dan de waarschuwings-
en veiligheidsstickers moeten altijd op dezelfde manier
behandeld worden.
7-9
Advertenties
Inhoudsopgave
