• De wielen van het voertuig zijn erg zwaar. Ga er
voorzichtig mee om, en zorg ervoor dat ze zodanig
worden opgeslagen dat ze niet kunnen omvallen en
daardoor letsel kunnen veroorzaken.
• Tracht nooit banden te repareren op de openbare
weg of auto(snel)weg.
• Verzeker u ervan dat de krik op een stevige en vlakke
ondergrond rust.
• Verzeker u ervan dat de krik geschikt is om het ge-
wicht van het voertuig te dragen.
• Gebruik de driepoten of andere geschikte blokkeer-
middelen om het voertuig te ondersteunen tijdens de
reparatie van de banden.
• Kom nooit met lichaamsdelen onder het voertuig.
• Start nooit het voertuig terwijl het op de krik staat.
• Sla nooit met een hamer op een band of velg.
• Controleer of de velg schoon, en schade- en roest-
vrij is. Een beschadigde velg mag op generlei wijze
gelast, gesoldeerd, gerepareerd of gebruikt worden.
• Pomp een band niet opnieuw op als die te ver of vol-
ledig leeg is gelopen, totdat die grondig is geïnspec-
teerd door een gekwalificeerd monteur.
• Pomp een band niet op als de velg niet op het voer-
tuig is gemonteerd of zodanig is vastgezet dat hij niet
kan verplaatsen als de band of de velg plotseling ka-
pot gaat.
• Pomp banden nooit verder op dan de spanning aan-
gegeven door de erkende dealer. Als de hiel niet
in het velgbed zit als dit spanningsniveau is bereikt,
laat de band dan leeglopen, smeer hem in met zeep-
water en pomp hem nogmaals op. Gebruik geen olie
of vet. Als de hiel niet in het velgbed zit en de ban-
denspanning hoger is dan het toelaatbare niveau,
kan de hiel of de velg kapot gaan, waarbij een ex-
plosieve kracht vrij kan komen die ernstig letsel kan
veroorzaken.
• Haal de moeren tussen de wielen en de assen aan,
als het wiel weer is teruggeplaatst. Zorg ervoor dat
de moeren iedere dag worden aangehaald, totdat
het aanhaalkoppel is gestabiliseerd.
LET OP: Gebruik voor de montage van een nieuwe of ge-
repareerde band een adapter voor de veerklep met een
afstandsmanometer, zodat de bestuurder tijdens het op-
pompen van de banden op een afstand kan blijven. Ge-
bruik een veiligheidsafscherming.
LET OP: Monteer geen banden gevuld met polyurethaan-
schuim, tenzij de fabrikant daar toestemming voor heeft ge-
geven.
7 - ONDERHOUD
7-31