Werken in de sneeuw
SNEEUW OF IJS
Onder sneeuw kunnen obstakels, valkuilen, kuilen, uitgravingen en greppels schuilgaan; ga daarom tijdens sneeuw-
val uiterst voorzichtig te werk.
LET OP: Het is verboden in de sneeuw te werken als de sneeuw een duidelijk onderscheid van obstakels en valkuilen
op de weg onmogelijk maakt.
• Let er tijdens het sneeuwruimen op dat u de weg niet afrijdt; een ondergesneeuwde berm kan omkanteling van het
voertuig of schade aan de onderdelen veroorzaken.
• Ondergesneeuwde of bevroren oppervlakken zijn extreem gevaarlijk. Ga voorzichtig te werk, door de voertuigsnel-
heid zo laag mogelijk te houden en de hendels langzaam te bedienen.
• Ga voorzichtig te werk. Als het voertuig in de sneeuw zakt, bestaat het risico dat het voertuig kantelt en onder de
sneeuw wordt begraven. Pas op dat u niet van de weg afrijdt en vast komt te zitten in een berg sneeuw.
• Pas goed op bevroren grond; naarmate de temperatuur stijgt, komt de grond los en wordt glad.
• Let op elektriciteitskabels, greppels en uitgegraven grond of onlangs teruggeplaatste grond.
• Zorg ervoor dat mensen geen gevaar lopen tijdens omkeermanoeuvres.
• Controleer altijd de directe omgeving van het voertuig voordat enige manoeuvres worden verricht.
LET OP: Leeg tijdens werkzaamheden bij lage temperaturen (-10°C) de tanks en vul deze met smeermiddelen, brand-
stof en koelmiddelen die geschikt zijn voor deze temperaturen.
OPMERKING: Er zijn accessoires verkrijgbaar die de werkzaamheden tijdens omstandigheden met sneeuw of ijs
vergemakkelijken; neem contact op met uw vertegenwoordiger of een erkend dealer.
Werken in omgevingen met weinig licht
LET OP: De standaard verlichting van het voertuig is niet geschikt voor gebruik in omgevingen met weinig zicht of in
het donker. De machine kan alleen worden gebruikt als de werkplaats naar behoren is verlicht
OPMERKING: Er zijn verschillende opties verkrijgbaar om het zicht onder slechte lichtomstandigheden te verbeteren.
Neem contact op met uw erkende dealer.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-37