Airconditioning: reiniging
1. Zet het voertuig in de onderhoudsstand.
2. Verwijder de beschermende behuizing (1).
3. Verwijder en reinig het onderste beschermingsgaas (2).
4. Reinig de radiateur (3) van de airconditioning door met
perslucht, met een maximale druk van 7 bar, van boven
naar beneden te blazen, in tegengestelde richting van
de normale luchtstroom. De luchtstraal moet loodrecht
op het oppervlak van de radiateur worden gehouden.
5. Breng na het reinigen weer het onderste bescher-
mingsgaas (2) en de bovenste beschermkap (1) weer
aan.
LET OP: Let erop dat u de ribben van de radiateur tijdens
het schoonmaken niet beschadigt.
Controleer of de ribben niet vervormd zijn; als dit wel zo is,
ze voorzichtig recht buiten.
7 - ONDERHOUD
7-58
4
LEIL14TLH0514AB
5
LEIL14TLH0515AB