3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Spirit Level
De waterpas (1) zit in het midden van het dashboard. Hij
wordt gebruikt om de dwarsnivellering van het voertuig te
controleren.
Om veilig te werken, moet de luchtbel in het midden zitten;
met een maximale afwijking van 2° naar links of rechts.
De helling is steiler dan 2° als de luchtbel volledig buiten
de twee streepjes zit die de afwijking van 2° aangeven.
OPMERKING: Het voertuig kan worden uitgerust met
een standaard of optionele waterpas.
De referentie-
schaal staat op de optionele waterpas.
LET OP: Het is verboden met een dwarshelling groter dan
1
LEIL13TLH0063AA
2° te werken.
3-17