Smering
De glijblokken van de giek moeten goed gesmeerd blijven
om slijtage zoveel mogelijk uit te sluiten en de bewegingen
soepel te houden.
Ga als volgt te werk als de vetlaag dun is of vuil bevat
(zand, stof, schilfers, enz.):
1. Zet het voertuig in de onderhoudsstand.
2. Start het voertuig.
3. Schuif de giek volledig horizontaal uit.
4. Zet de motor af, neem de sleutel uit het contact, en
hang een bord in de cabine met de tekst "onderhoud in
uitvoering".
5. Ontkoppel de accu met de accu-isolatieschakelaar.
6. Gebruik een doek om de vetlaag en eventueel vuil van
het oppervlak van de verlengstukken te verwijderen.
7. Gebruik een borstel om een vetlaag van het goedge-
keurde type over de vier zijden van de verlengstukken
te wrijven.
8. Start het voertuig.
9. Schuif de giek enkele keren volledig in en uit om het
vet gelijkmatig te verdelen.
10. Zet het voertuig uit.
11. Verwijder overtollig vet.
LET OP: Tijdens de visuele controle en tijdens het uitwrij-
ven van het vet moet de machine uitstaan en de sleutel uit
de cabine zijn verwijderd om onbedoelde bewegingen te
voorkomen.
LET OP: Smeer de onderdelen vaker, als het voertuig on-
der bijzonder zware omstandigheden of in zeer stoffige om-
gevingen wordt gebruikt.
LET OP: Gebruik alleen de smeermiddelen vermeld in de
tabellen. Andere soorten smeermiddelen kunnen ernstige
schade aan de glijoppervlakken veroorzaken.
7 - ONDERHOUD
7-27
1
LEIL13TLH0340AA