Portretfoto's maken
De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen
duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het
haar zachter gemaakt.
Opnamepunten
Selecteer de locatie waar de afstand tussen het onderwerp en de
z
achtergrond het grootst is.
Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe
waziger de achtergrond eruitziet. Ook steekt het onderwerp beter af
tegen een gelijkmatige, donkere achtergrond.
Gebruik een telelens.
z
Als u over een zoomlens beschikt, kunt u de telezijde gebruiken om het
onderwerp vanaf het middel beeldvullend vast te leggen. Kom indien
nodig dichterbij.
Stel scherp op het gezicht.
z
Controleer of het AF-punt op het gezicht oplicht. Als u een close-up van
het gezicht maakt, stelt u scherp op de ogen.
De standaardinstelling is <i> (Continue opname). Als u de ontspanknop
z
ingedrukt houdt, kunt u continue opnamen maken om de verschillende poses
en gelaatsuitdrukkingen van het onderwerp vast te leggen.
79