Onderwerpen waarop moeilijk kan
worden scherpgesteld
Soms kan er niet automatisch worden scherpgesteld (de scherpstelindicator
<o> in de zoeker knippert). Dit kan onder meer voorkomen bij de volgende
speciale onderwerpen:
Onderwerpen met zeer weinig contrast
z
(bijvoorbeeld: blauwe luchten of effen, platte oppervlakken, enzovoort)
Onderwerpen bij zeer weinig licht
z
Reflecterende onderwerpen of onderwerpen met heel veel tegenlicht
z
(bijvoorbeeld auto's met een zeer reflecterende carrosserie)
Onderwerpen die zowel dichtbij als veraf vlakbij een AF-punt liggen
z
(bijvoorbeeld: dieren in een kooi, enzovoort)
Lichtbronnen zoals lichte puntjes dicht bij een AF-punt (bijvoorbeeld:
z
nachtopnamen, enzovoort)
Onderwerpen met zich herhalende patronen (bijvoorbeeld: vensters
z
in een wolkenkrabber, toetsenborden, enzovoort)
Onderwerpen met fijnere patronen dan een AF-punt (bijvoorbeeld:
z
gezichten of bloemen die net zo klein zijn als of kleiner dan een
AF-punt, enzovoort)
Ga in dergelijke situaties op een van deze twee manieren te werk om
scherp te stellen:
(1) Stel in de modus voor 1-beeld AF scherp op een object dat op dezelfde
afstand staat als het onderwerp en vergrendel de scherpstelling voordat
u de compositie opnieuw bepaalt (= 74).
(2) Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op <MF> en stel handmatig
scherp.
Afhankelijk van het onderwerp kan de scherpstelling worden bereikt door de
z
compositie van de opname iets aan te passen en opnieuw de AF-bediening
te gebruiken om scherp te stellen.
Omstandigheden waarbij moeilijk automatisch is scherp te stellen tijdens Live
z
View-opnamen of movie-opname staan vermeld op pagina 202.
110