( 2 )
Door in stap 6 [Ander netwerk] te selecteren, kunt u een Wi-Fi-verbinding
z
opzetten via een access point (= 405).
Stappen op de smartphone
Scherm van
smartphone (voorbeeld)
5
Selecteer [Verbinden via Wi-Fi].
6
( 1 )
Controleer de SSID (netwerknaam)
en het wachtwoord.
Controleer de combinatie van SSID
z
(1) en wachtwoord (2) die op het
LCD-scherm van de camera wordt
weergegeven.
Als u in [k: Instellingen Wi-Fi] de
z
optie [Wachtwoord] op [Geen] instelt,
wordt het wachtwoord niet weergegeven
of is het niet vereist (= 416).
7
Werk met de smartphone om
een Wi-Fi-verbinding tot stand
te brengen.
Activeer de Wi-Fi-functie op de
z
smartphone en tik vervolgens op
de SSID (netwerknaam) die u hebt
gecontroleerd in stap 6.
Voer als wachtwoord het in stap 6
z
gecontroleerde wachtwoord in.
8
Start Camera Connect en tik op
de camera waarmee u via Wi-Fi
verbinding wilt maken.
360