Uw favoriete effecten toepassen
(Creatieve hulp)
U kunt RAW-opnamen verwerken door uw voorkeurseffecten toe te passen
en deze op te slaan als JPEG-bestanden.
1
Selecteer [Creatieve hulp].
Selecteer op het tabblad [3] de optie
z
[Creatieve hulp] en druk vervolgens
op <0>.
2
Selecteer een opname.
Gebruik de toetsen <Y> en <Z> om te
z
verwerken opnamen te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
3
Selecteer een effectniveau.
Gebruik de pijltjestoetsen <Y> <Z>
z
om het effect te selecteren.
Door [Voorinstelling] te selecteren
z
en op <0> te drukken, kunt u [VIVID],
[SOFT] of andere vooraf ingestelde
effecten kiezen. [AUTO1], [AUTO2]
en [AUTO3] zijn effecten die worden
aanbevolen door de camera op basis
van de opnamecriteria.
332