Correctie helderheid randen
Vignettering (donkere beeldhoeken) kan worden gecorrigeerd.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis aan de
z
randen van een opname ontstaan.
Hoe hoger de ISO-snelheid, hoe lager de mate van correctie.
z
De toegepaste mate van correctie is lager dan de maximale correctie die kan
z
worden toegepast met Digital Photo Professional (EOS-software).
Correctie van de helderheid van randen wordt automatisch uitgevoerd in de
z
basismodi wanneer correctiegegevens op de camera zijn opgeslagen.
Vervormingscorrectie
Vervorming (beeldkromming) kan worden gecorrigeerd.
Om vervorming te corrigeren, legt de camera een smaller gebied vast dan
z
het gebied dat bij het opnemen zichtbaar is, waardoor het beeld iets wordt
bijgesneden en de schijnbare resolutie iets lager wordt.
Het instellen van vervormingscorrectie kan de beeldhoek iets wijzigen.
z
Als u opnamen vergroot, wordt geen vervormingscorrectie toegepast op
z
de weergegeven opnamen.
Aan opnamen waarop vervormingscorrectie is toegepast, zijn geen
z
stofwisdata (= 274) toegevoegd.
Wegens vervorming kan de AF-puntweergave tijdens het afspelen in de
z
zoekeropnamen enigszins zijn verschoven.
Vervorming wordt automatisch gecorrigeerd wanneer de modus <8> is
z
ingesteld op <q> en correctiegegevens op de camera zijn opgeslagen.
142