Afdrukinstellingen
De schermweergave en instellingsopties verschillen per printer.
Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Scherm met printinstellingen
(1) Hiermee stelt u het printen van datum of bestandsnummer in (= 388).
(2) Hiermee stelt u de printeffecten in (= 388).
(3) Hiermee stelt u het aantal te printen exemplaren in (= 388).
(4) Hiermee stelt u het printgebied in (= 389).
(5) Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in (= 387).
(6) Hiermee gaat u terug naar het beeldselectiescherm.
(7) Hiermee start u het printen.
(8) Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt
ingesteld, worden weergegeven.
* Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen mogelijk niet worden
geselecteerd.
Papierinstellingen
( 8 )
( 7 )
Selecteer [Papier inst.].
z
386
( 1 )
( 1 )
( 2 )
( 3 )
( 4 )
( 5 )
( 6 )