4
5
6
7
Stel de scherpstelmodusknop op
de lens in op <f> (= 47).
Zet de aan-uitschakelaar op <1>
en stel het programmakeuzewiel
in op <A> (Scene Intelligent Auto)
(= 70).
Alle noodzakelijke camera-instellingen
z
worden automatisch ingesteld.
Klap het LCD-scherm uit (= 40).
Zie pagina 43 wanneer het instel-
z
scherm voor datum/tijd/zone op het
LCD-scherm wordt weergegeven.
Stel scherp op het onderwerp (= 50).
Kijk door de zoeker en richt het midden
z
van de zoeker op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in; de camera
z
stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
Til de flitser zo nodig op met uw vingers.
z
5