C.Fn-9 Functie DISP-knop
U kunt een vaakgebruikte functie toewijzen aan de knop <U>. Wanneer de
camera gereed is voor het maken van opnamen, drukt u op de knop <U>
om het instelscherm van de desbetreffende functie weer te geven.
0: Scherm uit/aan
U kunt het LCD-scherm in- of uitschakelen.
1: Scherptedieptecontrole
De lens verkleint tot het ingestelde diafragma en u kunt het bereik van
de acceptabele scherpstelling (scherptediepte) in de zoeker of in het
Live View-beeld zien.
2: Wi-Fi-/Bluetooth-verbinding
Het instelscherm voor Wi-Fi- Bluetooth-verbindingen wordt
weergegeven. Het scherm [Wi-Fi aan] wordt weergegeven wanneer
u bent verbonden via Wi-Fi.
3: Schermhelderh. maxim. (tijd.)
Verhoogt de helderheid van het scherm tijdelijk.
4: Servo AF voor mov. gepauzeerd
U kunt de Servo AF voor movies pauzeren.
C.Fn-10 Schermdispl. bij inschakelen
0: Display aan
Wanneer u de camera inschakelt, wordt het scherm Snel instellen
weergegeven (= 57).
1: Vorige status display
Wanneer u de camera inschakelt, wordt het LCD-scherm weergegeven
zoals dat was vlak voordat de camera voor het laatst werd
uitgeschakeld. Als u de camera uitschakelt wanneer het LCD-scherm
is uitgeschakeld, wordt niets weergegeven wanneer u de camera
weer inschakelt. Hierdoor spaart u de accu. U kunt wel weer op de
gebruikelijke wijze het menu gebruiken en opnamen weergeven.
453