Digitale beeldstabilisatie van movies
De camerafunctie voor digitale beeldstabilisatie van movies vermindert
cameratrilling tijdens de opname van movies. Met Digitale beeldstabilisatie
van movies kunnen beelden ook worden gestabiliseerd als een lens zonder
Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) wordt gebruikt. Bij het gebruik van een
lens met Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) zet u de schakelaar voor Image
Stabilizer (Beeldstabilisatie) van de lens op <1>.
Uitschakelen (v)
z
Beeldstabilisatie met Digitale beeldstabilisatie van movies is
uitgeschakeld.
Inschakelen (w)
z
Cameratrillingen worden gecorrigeerd. Het beeld wordt iets vergroot.
Vergroot (y)
z
In vergelijking met wanneer [Inschakelen] is ingesteld, worden krachtiger
cameratrillingen gecorrigeerd. De opname wordt sterker vergroot.
1
Selecteer [Dg. bldst. v. m.].
Selecteer op het tabblad [z] de optie
z
[Dg. bldst. v. m.] en druk vervolgens
op <0>.
2
Selecteer een item.
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
z
<X> om het item te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
232