Stappen op de camera (2)
Beelden op de camera worden automatisch naar de actieve computer
verzonden als u de camera binnen het bereik van het access point inschakelt.
Als beelden niet automatisch worden verzonden, probeer dan de camera
z
opnieuw te starten.
8
Selecteer [Blden aut. n. computer
verz.].
Selecteer op het tabblad [k] de optie
z
[Instellingen Wi-Fi] en druk vervolgens
op <0>.
Selecteer [Blden aut. n. computer
z
verz.].
9
Selecteer
[Beeldverzendingsopties].
10
Selecteer de opnamen die u wilt
verzenden.
Als u [Gesel. blden] in [Verzendbereik]
z
selecteert, geef dan de te verzenden
beelden op het scherm [Selecteer te
verzenden beelden] op.
Schakel de camera uit wanneer u klaar
z
bent met instellen.
380