DISPLAYS EN METERS
5
4
Koelvloeistoftemperatuurmeter 4
Bij normaal gebruik moet het controle-
lampje 4 vóór het rode gebied 5 blijven. Bij
zware motorbelasting kan het wel in de buurt
komen. Dit is alleen ernstig als het waar-
®
schuwingslampje
verschijnt, samen
met een bericht op het instrumentenpaneel
en een piepsignaal.
(2/4)
6
8
Toerenteller 6
(schaalverdeling × 1000)
Snelheidsmeter 7
Deze wordt op een andere manier weerge-
geven volgens de gekozen instelling op het
instrumentenpaneel.
Geluidssignaal snelheidsverklikker
Afhankelijk van de uitvoering van de auto en
van het land, klinkt er iedere 40 seconden
gedurende 10 seconden een geluidssignaal
zolang de auto sneller rijdt dan 120 km/u.
Indicatielampje rijstijl 8
Raadpleeg de informatie over "ECO-rijden"
in hoofdstuk 2.
7
Brandstofpeilmeter 9
Als het minimumpeil is bereikt, licht het
waarschuwingslampje
oranje op en klinkt een geluidssignaal. Ga
zo snel mogelijk tanken.
9
M
in de meter
1.77