STORINGEN
(1/8)
Gebruik van de kaart
De kaart kan geen portieren ontgrendelen
of vergrendelen.
5.42
MOGELIJKE OORZAKEN
Batterij van de card leeg.
Gebruik van apparaten die op de-
zelfde frequentie als de card werken
(mobiele telefoon, enz.).
De auto bevindt zich in een sterk elek-
tromagnetisch veld. Accu van de auto
ontladen.
De boodschap "Breng kaart naar
startknop" verschijnt op het instru-
mentenpaneel.
De motor van de auto is gestart.
WAT TE DOEN
Vervang de batterij. U kunt uw auto altijd vergrende-
len, ontgrendelen en starten (zie "Portieren vergren-
delen/ontgrendelen" in hoofdstuk 1 en "De motor
starten/stoppen" in hoofdstuk 2).
Schakel de apparatuur uit of gebruik de ingebouwde
sleutel (zie "Portieren vergrendelen/ontgrendelen" in
hoofdstuk 1).
Gebruik de sleutel die in de kaart zit (zie "Portieren
vergrendelen/ontgrendelen" in hoofdstuk 1).
Houd de kaart tegen de startknop tot het bericht op
het instrumentenpaneel verdwijnt, en druk daarna
binnen twee seconden nogmaals op dezelfde knop.
Als de motor draait, werkt het vergrendelen/ontgren-
delen van de card niet. Zet het contact uit.