DISPLAYS EN METERS
Instrumentenpaneel
het licht op zodra het bestuurdersportier
wordt geopend. Het oplichten van sommige
controlelampjes gaat vergezeld van een
boodschap.
U kunt de inhoud en de kleuren van uw in-
strumentenpaneel naar eigen keuze instel-
len.
Raadpleeg het instructieboekje van de uit-
rusting voor auto's met een navigatiesys-
teem.
Voor auto's zonder navigatiesysteem raad-
pleegt u de informatie over het aanpassen
van de auto-instellingen in hoofdstuk 1.
1.76
(1/4)
Waarschuwing minimumpeil
motorolie
Bij het starten van de motor, waarschuwt het
display op het instrumentenpaneel u als het
minimum oliepeil is bereikt. Raadpleeg de
paragraaf "Oliepeil van de motor" in hoofd-
stuk 4.
Bij de eerste waarschuwing kunt u deze
laten verdwijnen door te drukken op de
schakelaar 1 "OK". De volgende waarschu-
wingen verdwijnen automatisch na onge-
veer 30 seconden.
1
2
3
Instrumentenpaneel in mijlen
(mogelijkheid om over te gaan op km/u)
Auto's zonder navigatiesysteem
– Als het contact is uitgezet, drukt u op de
OK knop 1 en op de start knop voor het
starten en stoppen van de motor 3;
– selecteer
via
de
schakelaar 2
"Instellingen", "Instrumentenpaneel" en
daarna de eenheid.
– Druk op de toets OK 1 om te bevestigen.
Om terug te gaan naar de vorige eenheid,
gaat u op dezelfde manier te werk.
Auto's met een navigatiesysteem
Selecteer op het multimedia-aanraakscherm
Systeem, Gebruikersprofiel en Eenheid.
NB: in beide gevallen gaat de boordcompu-
ter na een onderbreking van accuvoeding
automatisch terug naar de oorspronkelijke
eenheid.
Boordcomputer
Raadpleeg de paragraaf "Boordcomputer" in
hoofdstuk 1.