TIPS VOOR HET RIJDEN, ECO-MODUS
Tips voor het rijden en ECO-
rijden
Rijgedrag
– Rijd kalm tot de motor zijn bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt; dit is beter dan
warmdraaien bij stilstaande auto.
2.24
(5/6)
– Rijden met hoge snelheid stimuleert
het brandstofverbruik van het voertuig
enorm.
Voorbeelden (bij constante snelheid):
– vertragen van 130 km/u naar 110 km/u
bespaart ongeveer tot 20% brandstof;
– vertragen van 90 km/u naar 80 km/u
bespaart ongeveer tot 10% brandstof.
– Bij een dynamische rijstijl waarbij u vaak
en krachtig versnelt en vertraagt, zal de
tijdswinst niet opwegen tegen de ge-
maakte brandstofkosten.
– Laat het toerental van de motor in de
lagere versnellingen niet te ver oplopen.
Kies indien mogelijk altijd de hoogste ver-
snelling.
– Rijd bij een stoplicht kalm weg.
– Rem zo weinig mogelijk. Regel de snel-
heid van de auto met het gaspedaal door
voor een obstakel of een bocht tijdig gas
terug te nemen.
– Geef op een helling geen gas bij maar
houd het gaspedaal bij voorkeur in de-
zelfde stand.
– Bij een moderne auto is het niet nodig
bij het schakelen tweemaal te ont-
koppelen of voor het stilzetten van de
motor nog even gas te geven.
– Diepe plassen, overstromingen:
Rijd niet door als het water op
de weg hoger staat dan de
onderrand van de velgen.
Hinder bij het rijden
Aan de bestuurderskant mogen
alleen voor de auto geschikte
matten worden gebruikt die
moeten worden vastgezet aan de vooraf
geïnstalleerde onderdelen. Controleer
regelmatig of ze goed vastzitten. Stapel
niet meerdere matten op elkaar.
Gevaar van hakende pedalen.