RUITENWISSER, -SPROEIER VOOR
1
Koplampsproeiers
Koplampen branden
Als de auto hiermee is uitgerust en de motor
draait, houdt u de ruitenwisserschakelaar 1
ongeveer 2 seconden naar u toe getrokken:
de koplampsproeiers en de ruitensproeiers
worden tegelijkertijd ingeschakeld.
De koplampsproeiers worden eveneens in-
geschakeld als u de schakelaar van de voor-
ruitsproeier drie keer lang ingedrukt houdt.
1.110
(6/6)
NB:
om de goede werking van de koplamp-
sproeier te waarborgen tijdens de winter,
A
moet u de sneeuw van de afdekplaatjes van
de sproeiers verwijderen en de afdekplaat-
jes van de sproeiers ontdooien met behulp
B
van een ontdooispray.
Het is echter aanbevolen om op regelmatige
C
tijdstippen hardnekkig vuil op het glas van
de koplampen te verwijderen.
D
Als het peil van de ruitensproeiervloeistof
het minimum bereikt:
E
– het bericht "Reservoir ruiten sproeier bij-
vull" verschijnt op het instrumentenpa-
neel;
– het koplampsproeiersysteem kan worden
ingedrukt.
Vul ruitensproeiervloeistof bij en schakel het
systeem in, bij draaiende motor, om het
weer te vullen.
Controleer bij werkzaamheden
onder de motorkap of de scha-
kelaar van de ruitenwisser in
stand B (uit) staat.
Verwondingsgevaar