ADAPTIVE CRUISE CONTROL
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval de waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de
bestuurder vervangen; deze moet altijd de controle over zijn auto behouden.
De bestuurder moet zijn snelheid altijd aanpassen aan het verkeer, ongeacht de aanwijzingen van het systeem.
Het systeem mag in geen geval worden vergeleken met een hindernissensensor of een antibotsingssysteem.
Werkzaamheden/reparaties van het systeem
– Bij een botsing wordt de uitlijning van de radarcamera mogelijk gewijzigd, wat gevolgen kan hebben voor de correcte werking. Schakel de
functie uit en neem contact op met een merkdealer.
– Alle werkzaamheden in de buurt van de radarcamera (reparaties, vervangingen, aanpassingen aan de voorruit enzovoort) moeten worden
uitgevoerd door een vakman.
Enkel een merkdealer mag aan het systeem werken.
Uitschakelen van de functie
Schakel de functie uit in deze gevallen:
– de knipperlichten niet werken;
– het gebied van de radarcamera is beschadigd (aan de kant van de voorruit of de binnenspiegel);
– de auto wordt gesleept (bij pech);
– er veel verkeer is;
– de auto een tunnel inrijdt;
– de auto op een bochtige weg rijdt;
– de voorruit is gebarsten of vervormd (voer geen reparaties uit aan dit gedeelte van de voorruit; laat deze vervangen door een merkdealer);
– de auto op een glad wegdek of in slechte weersomstandigheden rijdt (mist, sneeuw, regen, zijwind, enz.).
Als het systeem abnormaal werkt, schakelt u dit uit en raadpleegt u een merkdealer.
(7/8)
2.75