AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
De werking van het systeem
Na het wegrijden van de auto, vergrende-
len de portieren automatisch als de auto
een snelheid van ongeveer 10 km/u heeft
bereikt.
De portieren ontgrendelen automatisch
–
door te drukken op de schakelaar 2 van
de portiervergrendeling;
–
bij stilstaande auto, door een portier te
openen van in de auto.
NB: na het openen/sluiten van een portier,
vergrendelt dit weer automatisch zodra de
auto 10 km/u rijdt;
Inschakelen/Uitschakelen van
de functie
Voor het inschakelen: druk, bij stilstaande
auto met draaiende motor, op de schake-
laar 2 tot u een geluidssignaal hoort.
Deactiveren: druk, bij stilstaande auto met
1
draaiende motor, op de schakelaar 2 tot u
twee geluidssignalen hoort.
U kunt de functie ook uitschakelen/inscha-
2
kelen in het menu van het multifunctionele
scherm 1 (raadpleeg de informatie in "Menu
voor het personaliseren van de auto-instel-
lingen" in hoofdstuk 1, functie "Auto. portier-
vergr. tijdens het rijden").
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.
Bij een storing
Als u een storing constateert (geen automa-
tische vergrendeling, het lampje in schake-
laar 2 licht niet op bij het vergrendelen van
de portieren), controleer dan of de vergren-
deling niet per ongeluk is uitgeschakeld en
of alle portieren goed gesloten zijn. Als ze
goed gesloten zijn en het probleem aan-
houdt, raadpleeg dan een merkdealer.
1.19