ZEKERINGEN
(1/2)
1
Zekeringkastje
Controleer de staat van de zekeringen als
een elektrisch apparaat niet werkt.
Open de klep A. Druk op de onderkant van
de klem 1 en trek tegelijk aan de klep A om
deze te verwijderen en toegang te krijgen tot
de zekeringen.
Afhankelijk van de wetgeving of uit voor-
zorg:
zorg dat u altijd reservelampen en -zeke-
ringen in uw auto heeft, een merkdealer
kan u deze leveren.
5.28
Raadpleeg de sticker met de verklaring van
de zekeringen in de opbergruimte A.
Bepaalde zekeringen moeten door een
vakman worden vervangen. Deze zekerin-
gen vindt u niet op de sticker.
U mag enkel werkzaamheden uitvoeren aan
de zekeringen die zijn aangegeven op de
A
sticker.
Controleer de betreffende ze-
kering en vervang hem, indien
nodig, door een zekering met
hetzelfde amperage als de
oorspronkelijke zekering.
Door een te sterke zekering kan de be-
drading te heet worden en kan brand
ontstaan als een elektrisch orgaan door
een storing te veel stroom verbruikt.
Tangetje 2
Trek de zekering los met behulp van het tan-
getje 2, dat zich op onder de zekeringen be-
vindt.
U kunt de zekering uit het tangetje schuiven.
Gebruik niet de ongebruikte plaatsen op de
zekeringplaat om reservezekeringen in te
steken.
2