KOPLAMPEN: lampen vervangen
1
Richtingaanwijzer
Draai de lamphouder 1 een kwart slag en
maak de lamp los.
Lamptype: PY21W.
Controleer na het terugplaatsen van de lamp
of deze goed is vergrendeld.
Voordat u in de motorruimte
werkzaamheden kunt uitvoe-
ren, moet u absoluut het con-
tact uitzetten (zie "De motor
starten en stoppen" in hoofdstuk 2).
5.18
(1/2)
A
B
Dimlicht met halogeenlamp
Vervangen van de lamp:
– verwijder de kap A;
– draai de lamphouder een kwartslag 2;
– haal de lamp eruit.
Lamptype: H7.
De lampen staan onder druk
en kunnen openbarsten bij het
vervangen.
Verwondingsgevaar
2
Grootlicht met halogeenlamp
Vervangen van de lamp:
– verwijder de kap B;
– draai de lamphouder een kwartslag 3;
– haal de lamp eruit.
Lamptype: H7.
Gebruik uitsluitend anti-U.V. 55W lampen
om de plastic ruit van de koplampen niet te
beschadigen.
Raak het lampglas niet aan. Houd de
lamp vast aan de metalen voet.
Vergeet niet, na het vervangen van de lamp,
de kap terug te plaatsen.
3