SNELHEIDSBEGRENZER
De snelheidsbegrenzer is een functie die u
helpt om een door u gekozen maximum-
snelheid niet te overschrijden.
U kunt als u dat wenst de functie
"Waarschuwing snelheidsverklikker"
koppelen aan de snelheidsbegrenzer
(raadpleeg de paragraaf "Waarschuwing
snelheidsverklikker" in hoofdstuk 2).
2.62
(1/3)
a 3
2
b
1
Bediening
1 Hoofdschakelaar Aan/Uit.
2 Schakelaars voor:
a Inschakelen, in geheugen opslaan en
verhogen van de maximumsnelheid
(+);
b Verlagen van de maximumsnelheid (-).
3 Inschakelen met oproepen van de maxi-
mumsnelheid (R).
4 Uitschakelen van de functie (de inge-
stelde maximumsnelheid blijft in het ge-
heugen) (O).
4
Inschakelen
Druk op schakelaar 1 aan
. Het controle-
lampje
gaat branden en de boodschap
"Begrenzer" verschijnt op het instrumenten-
paneel met streepjes om aan te geven dat
de snelheidsbegrenzer is ingeschakeld en
wacht op het opslaan van een maximum-
snelheid.
Druk voor het opslaan van de actuele snel-
heid op de schakelaar 2 aan de zijkant a (+):
de ingestelde maximumsnelheid vervangt
de streepjes.
De minimum te registreren snelheid is
30 km/u.