WAARSCHUWING SNELHEIDSVERKLIKKER
Storingen
kan het systeem de snelheidsbeperking niet
detecteren als:
– de voorruit niet schoon is;
– de camera verblind wordt door de zon;
– het zicht niet goed genoeg is ('s nachts,
mist ...);
– de verkeersborden onleesbaar zijn
(sneeuw ...) of verborgen zijn (achter een
andere auto of bomen);
– de informatie van het navigatiesysteem
niet actueel is.
(3/3)
Deze functie is een extra hulp tijdens het rijden. Deze functie kan in geen geval de
waakzaamheid en verantwoordelijkheid van de bestuurder vervangen; deze moet
altijd de controle over zijn auto behouden.
De bestuurder moet zijn snelheid altijd aanpassen aan de rijomstandigheden, on-
geacht de aanwijzingen van het systeem.
Het systeem detecteert verkeersborden die de maximumsnelheid aangeven, maar geen
andere borden (bijv. op- en afritten naar of vanuit stedelijke gebieden, enz.).
Het systeem detecteert mogelijk niet alle snelheidsborden of interpreteert ze mogelijk ver-
keerd.
De bestuurder mag deze borden die niet door het systeem worden gedetecteerd, niet nege-
ren en moet zich altijd aan de verkeersborden en het verkeersreglement houden.
Bij slecht zicht (mist, sneeuw, vorst ...) kan het systeem niet de juiste snelheidsbeperking
aangeven.
De bestuurder moet zijn snelheid altijd aanpassen aan het verkeer, ongeacht de aanwijzin-
gen van het systeem.
2.61