TIPS VOOR HET RIJDEN, ECO-MODUS
1
Op het instrumentenpaneel
Afhankelijk van de auto, kan de informatie-
weergave worden ingedeeld en geperso-
naliseerd aan de hand van de personalise-
ringsstijl van het instrumentenpaneel die is
gekozen met het multimediascherm.
De toerenteller met ECO-zone 1
Rijden in de ECO-zone zorgt meestal voor
een optimaal brandstofverbruik.
(2/6)
2
Indicatielampje voor overschakelen naar
de volgende versnelling 2
Een waarschuwingslampje op het instru-
mentenpaneel geeft het beste moment aan
om naar een hogere of lagere versnelling te
schakelen om het brandstofverbruik zo laag
mogelijk te houden:
Š
ä
–
of
schakel naar een hogere
versnelling;
‰
æ
–
of
schakel naar een lagere
versnelling.
Als u deze indicator regelmatig volgt, daalt
het brandstofverbruik van uw auto.
2
3
Indicatielampje rijstijl 3
Dit lampje informeert u in real time over
uw rijstijl. De indicator 3 waarschuwt u.
Hoe meer blaadjes de indicator 3 weer-
geeft, hoe rustiger en zuiniger u rijdt.
Als u deze indicator regelmatig volgt,
daalt het brandstofverbruik van uw
auto.
Voor in -of uitschakelen van de rijstij-
lindicatie raadpleegt u het instructie-
boekje van het multimediasysteem.
2.21