AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
2
1
A
Selecteurhendel 1
P: parkeren
R: achteruitrijden
N: neutraal
D: automatische werking
M: handbediend
+: omhoog bijstellen
–: omlaag bijstellen
De ingeschakelde versnelling wordt weerge-
geven op het instrumentenpaneel B en op
het display A.
Opmerking: druk op de knop 2 om van de
stand D of N naar R of P te gaan.
(1/3)
Werkzaamheden
Met de selecteurhendel 1 in stand P, start
u de motor.
Om de selecteurhendel uit stand P te ver-
plaatsen, moet u het rempedaal indrukken
voordat u de ontgrendelknop 2 indrukt.
Houd uw voet op het rempedaal (het lampje
c
op het display gaat uit) en haal de
hendel uit stand P.
Schakel D of R alleen in als de auto stil-
staat, het rempedaal is ingedrukt en het
gaspedaal niet, en de motor draait.
Stand automatisch
B
Zet de hendel 1 in stand D.
U hoeft de selecteurhendel niet meer te ver-
plaatsen. Er wordt automatisch geschakeld
in overeenstemming met de belasting van
de auto, de hoeveelheid gas die u geeft en
de helling van de weg.
Zuinig rijden
Laat de selecteurhendel voor normaal ge-
bruik in stand D staan. Als het gaspedaal
iets wordt ingedrukt, schakelt de transmis-
sie bij een lage snelheid naar de volgende
versnelling.
Accelereren en inhalen
Druk het gaspedaal snel en diep in (voorbij
het zware punt van het pedaal).
Hierdoor wordt, binnen de mogelijkhe-
den van de motor, teruggeschakeld naar
de optimale versnelling.
2.89