Verkeerde positie: de gordel mag niet naast de schou-
der lopen.
Zorg alvorens weg te rijden dat:
•
de geïntegreerde zittingverhoger met twee
standen correct ingesteld zie tabel (p. 55)
en vergrendeld is
•
de veiligheidsgordel goed strak langs het
lichaam van het kind loopt en nergens slap
hangt of verdraaid is;
•
de veiligheidsgordel niet tegen de nek van
het kind aankomt of onder de schouder
langs loopt (zie voorgaande afbeeldingen);
•
de heupgordel laag over het bekken loopt,
zodat deze maximale bescherming biedt.
U zet de zittingverhoger in een van de twee stan-
den door deze op te klappen (p. 55) of neer te
klappen (p. 57).
De onderste stand.
3
WAARSCHUWING
Volvo adviseert u reparatie- en vervangings-
werk over te laten aan een erkende Volvo-
werkplaats. Verricht geen wijzigingen in of
aanpassingen aan het geïntegreerde kinder-
zitje. Als een geïntegreerd kinderzitje aan
grote krachten heeft blootgestaan zoals tij-
dens een aanrijding, moet u het geïnte-
greerde kinderzitje in zijn geheel vervangen.
Ook als het geïntegreerde kinderzitje er intact
uitziet, kunnen er toch beschermende eigen-
schappen verloren zijn gegaan. Het geïnte-
greerde kinderzitje moet ook worden vervan-
gen als het erg versleten is.
WAARSCHUWING
Als u de gebruiksinstructies voor de zittingver-
hoger met twee standen niet opvolgt, is het bij
een aanrijding niet uitgesloten dat het kind
ernstig letsel oploopt.
Geïntegreerde zittingverhoger met
twee standen* - uitklappen
De geïntegreerde zittingverhoger (p. 54) op de
achterbank kan in twee standen worden uitge-
klapt. In welke stand u het kinderzitje moet uit-
klappen hangt af van het gewicht van het kind.
Stand 1
Gewicht
22–36 kg
3
Stand 1
Trek de handgreep naar voren en omhoog
om het kinderzitje vrij te geven.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
VEILIGHEID
Stand 2
15–25 kg
}}
55