KLIMAAT
Algemene informatie over de
klimaatregeling
De auto is voorzien van elektronische klimaatre-
geling (p. 140). De klimaatregeling zorgt ervoor
dat de lucht in het interieur gekoeld, verwarmd of
van vocht ontdaan wordt.
N.B.
Airconditioning (AC) (p. 144) uitschakelen,
maar voor optimaal klimaatcomfort in de pas-
sagiersruimte en om te voorkomen dat de rui-
ten beslaan dient u de airconditioning altijd te
laten aanstaan.
Waar u op moet letten
•
Voor optimale werking van de airconditioning
moet u de zijruiten en een panoramadak*
gesloten houden.
•
Bij warm weer kunt u de doorluchtfunctie
(p. 188) gebruiken om alle zijruiten tegelijk
korte tijd te openen en weer te sluiten en op
die manier snel voor frisse lucht in de auto te
zorgen.
•
Veeg sneeuw en ijs van de luchtinlaat voor
de klimaatregeling (de opening tussen de
motorkap en de voorruit).
•
In warme weersomstandigheden kan er ter
hoogte van de airconditioning een plasje
water onder de auto ontstaan. Dit is volko-
men normaal.
134
•
Wanneer de motor het maximale vermogen
nodigt heeft (bijvoorbeeld als u volgas
optrekt), is het mogelijk dat de airconditio-
ning tijdelijk wordt uitgeschakeld. Er kan dan
een tijdelijke temperatuurstijging optreden.
•
Maak in eerste instantie gebruik van de ont-
waseming (p. 144) om condens van de bin-
nenkant van de ruiten te verwijderen. Houd
de binnenzijde van de ruiten schoon om het
risico te beperken dat ze beslaan.
Auto's met Start/Stop*
Bij automatische motorstop (p. 301) gelden er
mogelijk beperkingen voor de werking van
bepaalde apparatuur (zoals het ventilatortoerental
(p. 142) van de klimaatregeling).
Gerelateerde informatie
•
Werkelijke temperatuur (p. 134)
•
Menu-instellingen - klimaat (p. 137)
•
Elektronische klimaatregeling, ECC (p. 140)
•
Luchtverdeling passagiersruimte (p. 137)
•
Luchtkwaliteit (p. 135)
Werkelijke temperatuur
De ingestelde interieurtemperatuur komt overeen
met de gevoelstemperatuur op basis van de
heersende omstandigheden in en rond de auto
wat de buitentemperatuur, de luchtsnelheid, de
luchtvochtigheidsgraad, de ingestraalde warmte
enz. betreft.
Het systeem beschikt over een zonnesensor
(p. 135) die de stand van de zon registreert.
Daardoor kan de temperatuur van de lucht uit de
blaasmonden links en rechts afwijken, ondanks
dat de temperatuurknoppen voor de beide zijden
in dezelfde stand staan.
Gerelateerde informatie
•
Algemene informatie over de klimaatregeling
(p. 134)
•
Temperatuurregeling passagiersruimte
(p. 143)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.