INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
||
Deactiveren
Deactiveer de regensensor met een druk op de
regensensorknop
of haal de hendel
omlaag naar een ander wisprogramma.
De regensensor wordt automatisch gedeacti-
veerd, wanneer u de transpondersleutel uit het
contactslot neemt of vijf minuten nadat u de
motor hebt afgezet.
BELANGRIJK
In een automatische wasstraat kunnen de rui-
tenwissers van de voorruit starten en bescha-
digd raken. Schakel de regensensor uit terwijl
de auto loopt of de transpondersleutel in
stand I of II staat. Het symbool op het instru-
mentenpaneel en het lampje in de knop
doven.
108
Koplamp- en ruitensproeiers
Sproeierfunctie.
Ruitensproeiers voorruit
U activeert de sproeiers van de voorruit en de
koplampen door de hendel naar het stuurwiel toe
te trekken.
Nadat u de hendel hebt losgelaten maken de rui-
tenwissers op de voorruit nog enkele slagen en
worden de koplampen gesproeid.
Verwarmde sproeikoppen*
De sproeikoppen worden bij vorst automatisch
verwarmd om te voorkomen dat de sproeiervloei-
stof bevriest.
Hogedruksproeiers koplampen*
De hogedruksproeiers van de koplampen verbrui-
ken een grote hoeveelheid sproeiervloeistof. Om
vloeistof te besparen, worden de koplampen
alleen iedere vijfde keer dat u de voorruitsproei-
ers activeert gesproeid.
Gereduceerde sproeifunctie
Wanneer er nog zo'n 1 liter sproeiervloeistof in
het reservoir zit en op het instrumentenpaneel de
melding verschijnt dat u sproeiervloeistof moet
bijvullen, worden de koplampen en de achterruit
niet langer schoongesproeid. Dit omdat de
sproeifunctie van de voorruit en een goed zicht
door de voorruit de voorrang hebben.
Achterruit wissen en sproeien
Ruitenwisser achterklep – intervalstand
Ruitenwisser achterklep – ononderbroken
wissen
Wanneer u de hendel naar voren haalt (zie pijl op
bovenstaande afbeelding), activeert u de ruiten-
wisser/-sproeier van de achterklep.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.