Airbagsysteem, van bovenaf gezien bij een auto met het
stuur rechts.
Het SRS bestaat uit airbags en sensoren. Bij een
voldoende krachtige aanrijding reageren de sen-
soren, waarna één of meer airbags worden opge-
blazen en warm worden. De airbags vangen de
klap van de aanrijding op voor de inzittende.
Daarmee vangen de SIPS-airbags de klap van de
aanrijding op voor de inzittende, waarna de air-
bags weer leeglopen. Daarbij treedt er rookvor-
ming in de auto op. Dit is volkomen normaal. Het
totale verloop, van het opblazen tot het leeglopen
van de airbag, neemt enkele tienden van een
seconde in beslag.
WAARSCHUWING
Volvo adviseert u voor reparatie contact op te
nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Verkeerde ingrepen in het airbagsysteem
kunnen aanleiding geven tot storingen in de
werking met mogelijk ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg.
N.B.
De sensoren reageren verschillend, afhanke-
lijk van het verloop van de botsing en of er al
dan niet een veiligheidsgordel wordt gebruikt.
Geldt voor alle gordelposities.
Er kunnen dus ongelukken ontstaan als
slechts één (of geen) van de airbags wordt
geactiveerd. De sensoren registreren de
kracht waaraan de auto bij de botsing wordt
blootgesteld en passen zich hierop aan, zodat
één of meer airbags worden opgeblazen.
Gerelateerde informatie
•
Airbag aan de bestuurderszijde (p. 33)
•
Passagiersairbag (p. 34)
•
Veiligheid - waarschuwingssymbool (p. 31)
Airbag aan de bestuurderszijde
Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel
(p. 28) aan de bestuurderszijde ook een airbag
(p. 32) in het stuurwiel.
De airbag zit opgevouwen in het midden van het
stuurwiel. Het stuurwiel is voorzien van het
opschrift AIRBAG.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordel en airbag werken samen.
Als de gordel niet of verkeerd wordt gebruikt,
kan dit bij een botsing van invloed zijn op het
effect van de airbag.
Gerelateerde informatie
•
Passagiersairbag (p. 34)
VEILIGHEID
33