ONDERHOUD EN SERVICE
||
Melding en grafische voorstelling op display. Het linker
display verschijnt op een digitaal instrumentenpaneel en
het rechter op een analoog.
Melding
Motoroliepeil
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duimwiel
gebruiken om het oliepeil te laten controleren
door de elektronische oliepeilsensor, zie Menu-
functies - instrumentenpaneel (p. 118).
WAARSCHUWING
Bij het verschijnen van de melding
Olieservice vereist
moet u een werkplaats
opzoeken – geadviseerd wordt een erkende
Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te
hoog.
372
BELANGRIJK
Vul bij het verschijnen van de melding
Oliepeil laag 0,5 liter bijvullen
0,5 liter bij.
N.B.
Het systeem detecteert het oliepeil alleen tij-
dens het rijden. Na het bijvullen of aftappen
van olie duurt het even voordat het systeem
wijzigingen in het oliepeil kan waarnemen. De
auto dient ca. 30 km te rijden, voordat het
weergegeven oliepeil correct is.
WAARSCHUWING
Vul niet meer olie bij, als niveau (3) of (4) ver-
schijnt zoals aangegeven op de afbeelding.
De olie mag nooit boven MAX of onder MIN
staan om motorschade tegen te gaan.
WAARSCHUWING
Mors geen olie op de hete uitlaatspruitstuk-
ken, aangezien er dan brand kan ontstaat.
Oliepeil meten, 5-cil. diesel
Houd voor controle van het oliepeil de onder-
staande procedure aan.
slechts
1. Activeer contactslotstand II, zie contactslot-
standen - functies in verschillende standen
(p. 86).
2. Draai het duimwiel op de linker stuurhendel
naar stand
> Vervolgens verschijnt informatie over het
motoroliepeil, zie de onderstaande afbeel-
ding voor de melding en grafische voor-
stelling op het display. Het linker display
verschijnt op een digitaal instrumentenpa-
neel en het rechter op een analoog.
Voor meer informatie over de menufunc-
ties, zie Menufuncties - instrumentenpa-
neel (p. 118).
Oliepeil
.