STARTEN EN RIJDEN
||
Voorwaarden
Bedien de koppeling, zet de hendel in
de neutrale stand en laat het koppe-
lingspedaal opkomen. De motor slaat
automatisch af.
Zet de auto stil met het rempedaal en
houd uw voet op het pedaal. De motor
slaat automatisch af.
A
M = handbak, A = automaatbak.
Automatische motorstart
Voorwaarden
Met de schakelhendel in de neutrale
stand:
1. Trap het koppelingspedaal of het
gaspedaal in – de motor start.
2. Schakel een passende versnelling
in en rijd weg.
Laat het rempedaal los. De motor start
automatisch en u kunt doorrijden.
302
M/A
Voorwaarden
A
M
Houd de voetdruk op het rempedaal
vast en trap het gaspedaal in - de
motor start automatisch.
Bij een aflopende helling bestaat ook
A
deze mogelijkheid:
Laat het rempedaal los en laat de auto
wegrollen. De motor start dan automa-
tisch als de snelheid hoger wordt dan
normaal stapvoets.
A
M = handbak, A = automaatbak.
M/A
Start/Stop-systeem deactiveren
A
In bepaalde situaties is het
M
mogelijk beter om het automa-
tische Start/Stop-systeem tij-
delijk uit te schakelen – dit is
mogelijk met een druk op deze
knop.
Bij een uitgeschakeld systeem gaan
het Start/Stop-symbool op het instru-
A
mentenpaneel en het lampje van de
Aan-/Uit-knop uit.
Het Start/Stop-systeem blijft gedeactiveerd, tot-
dat het opnieuw geactiveerd wordt met de knop
of de volgende keer dat de motor wordt gestart
met de sleutel.
Gerelateerde informatie
M/A
•
Start/Stop* (p. 301)
A
•
Motor starten (p. 286)
A
•
Start/Stop* - instellingen (p. 306)
•
Start/Stop* - automatische motorstart werkt
niet (p. 305)
M +
•
Start/Stop* - automatische motorstart
A
(p. 304)
•
Start/Stop* - automatische motorafslag
werkt niet (p. 303)
•
Start/Stop* - onvrijwillige motorstop bij hand-
geschakelde versnellingsbak (p. 305)
•
Start/Stop* - symbolen en meldingen
(p. 307)
•
Accu - Start/Stop (p. 392)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.