Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

BESTUURDERSONDERSTEUNING
Adaptieve cruisecontrol* - werking
Deze bestaat uit een cruisecontrol die gekop-
peld is aan een afstandshouder.
Functie-overzicht
5
Functie-overzicht
.
Waarschuwingssymbool – afremmen noodza-
kelijk
Stuurknoppen (p. 218)
Radarsensor (p. 228)
5
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
De file-assistent (p. 222) (auto's met een automatische versnellingsbak) kan een interval aan van 0–200 km/h (0–125 mph).
6
216
WAARSCHUWING
De adaptieve cruisecontrol is geen systeem
dat botsingen voorkomt. Grijp zelf in zodra u
merkt dat het systeem een voorligger niet
registreert.
De adaptieve cruisecontrol reageert niet op
voetgangers of dieren noch op kleinere voer-
tuigen, zoals fietsen of motorfietsen e.d. Lage
aanhangers, tegenliggers, langzaam rijdende
en stilstaande voertuigen of vaste obstakels
worden eveneens genegeerd.
Gebruik de adaptieve cruisecontrol niet in
stadsverkeer of verkeersdrukte, op kruisingen,
bij gladheid, hevige regen- of sneeuwval of
slecht zicht en evenmin op weggedeelten met
een dikke laag water of sneeuwmodder, op
bochtige wegen of op op- en afritten.
De afstand tot voorliggers (p. 220) wordt hoofd-
zakelijk gemeten met een radarsensor (p. 228).
De cruisecontrol regelt de snelheid door de stand
van de gasklep aan te passen en zo nodig af te
remmen. Het is volkomen normaal dat de rem-
men enige geluiden produceren, wanneer de
adaptieve cruisecontrol ze aanspreekt.
WAARSCHUWING
Het rempedaal beweegt, wanneer de adap-
tieve cruisecontrol remt. Laat uw voet niet
onder het rempedaal rusten – deze kan
bekneld raken.
De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar het
door u ingestelde tijdsverschil (p. 220) ten
opzichte van voorliggers in dezelfde rijstrook aan
te houden. Als de radarsensor geen voorligger
registreert, houdt de auto in plaats daarvan de
snelheid aan die op de cruisecontrol werd inge-
steld. Dit gebeurt ook als de snelheid van de
voorligger de ingestelde snelheid overschrijdt.
De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar de snel-
heid zo weinig mogelijk aan te passen. In situ-
aties waarin krachtig moet worden geremd, dient
u dan ook zelf te remmen. Dit is bijvoorbeeld het
geval bij grote snelheidsverschillen of als de
voorligger krachtig remt. Door beperkingen van
de radarsensor (p. 228) is het mogelijk dat er
onverwachts of helemaal niet wordt geremd.
De adaptieve cruisecontrol is te activeren om een
tijdsverschil aan te houden ten opzichte van een
voorligger bij snelheden vanaf 30 km/h
(20 mph) tot een maximumsnelheid van
200 km/h (125 mph). Als de snelheid tot onder
30 km/h (20 mph) daalt of als het motortoeren-
tal te laag wordt, wordt de cruisecontrol stand-by
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V60 cross country 2016S60 cross country 2017

Inhoudsopgave