U kunt deze functie met dezelfde toets weer uit-
schakelen, als de functie minimaal 5 seconden
actief geweest is. Anders wordt deze functie na
ca. 3 minuten automatisch uitgeschakeld.
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel (p. 172)
•
Transpondersleutel met PCC* - unieke func-
ties (p. 177)
•
Vergrendelen/ontgrendelen - vanaf de bui-
tenkant (p. 187)
Transpondersleutel - bereik
De functies van de transpondersleutel (in basis-
uitvoering) zijn tot op ca. 20 meter afstand van
de auto te gebruiken.
Als de auto niet reageert bij bediening van een
toets – probeer het dan op minder grote afstand
opnieuw.
N.B.
Er kunnen storingen optreden in de transpon-
dersleutelfuncties door radiogolven in de
lucht, omringende gebouwen, topografische
omstandigheden e.d. Het is altijd mogelijk de
auto te vergrendelen/ontgrendelen met het
sleutelblad (p. 180).
Als u de transpondersleutel uit de auto neemt
terwijl de motor draait, sleutelstand I of II (p. 85)
actief is of alle portieren worden gesloten, ver-
schijnt er een waarschuwingsmelding op het
bestuurdersdisplay en klinkt er een kort geluids-
signaal.
De melding verdwijnt wanneer u, nadat de trans-
pondersleutel weer in de auto terug is gebracht,
op de knop OK drukt of wanneer alle portieren
weer dichtstaan.
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel (p. 172)
•
Transpondersleutel - functies (p. 176)
SLOTEN EN ALARM
Transpondersleutel met PCC* -
unieke functies
Een transpondersleutel met PCC (Personal Car
Communicator) heeft extra functies ten opzichte
van een transpondersleutel in basisuitvoering
(p. 172) in de vorm van een informatieknop en
controlelampjes.
Transpondersleutel met PCC.
Informatietoets
Controlelampjes
Na een druk op de informatietoets kunt u
bepaalde informatie over de auto uitlezen aan de
hand van de controlelampjes.
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
}}
177