Condenswater uit brandstoffilter
15
aftappen
Het brandstoffilter ontdoet de brandstof van con-
denswater. Condenswater kan anders aanleiding
geven tot motorstoringen.
Voor optimale prestaties is het belangrijk de ver-
vangingsintervallen voor het brandstoffilter aan te
houden en originele onderdelen te gebruiken.
Houd u voor het aftappen van het condenswater
aan de specificaties die in uw Service- en garan-
tieboekje staan aangegeven. Ook wanneer u ver-
moedt dat er verontreinigde brandstof is gebruikt,
moet u het brandstoffilter aftappen. Voor meer
informatie, zie Serviceprogramma van Volvo
(p. 362).
BELANGRIJK
Bepaalde speciale toevoegingen verwijderen
de waterafscheiding in het brandstoffilter.
Gerelateerde informatie
•
Brandstof - gebruik (p. 320)
•
Roetfilter dieselmotor (DPF) (p. 323)
•
Brandstofverbruik en CO2-uitstoot (p. 434)
Geldt alleen voor vijfcilindermotoren.
15
Roetfilter dieselmotor (DPF)
Dieselmodellen zijn uitgerust met een roetfilter,
waardoor een nog efficiëntere uitlaatgasreiniging
mogelijk is.
Onder normale rijomstandigheden blijven de roet-
deeltjes uit de uitlaatgassen in het filter achter.
Om de roetdeeltjes te verbranden en het filter te
legen wordt een zogeheten regeneratie gestart.
Daarvoor moet de motor de normale bedrijfstem-
peratuur hebben.
De regeneratie van het roetfilter vindt automa-
tisch plaats en duurt normaal 10–20 minuten. Bij
een lage gemiddelde snelheid kan dit iets langer
duren. Tijdens de regeneratie kan het brandstof-
verbruik iets stijgen.
Regeneratie bij koud weer
Als u bij koud weer vaak korte afstanden rijdt,
komt de motor niet voldoende op temperatuur.
Dit betekent dat het roetfilter niet geregenereerd
en niet geleegd wordt.
Wanneer het filter voor ca. 80 % met roetdeeltjes
gevuld is, licht de oranje waarschuwingsdriehoek
op het instrumentenpaneel op en verschijnt de
Roetfilter vol Zie instructieboekje
melding
het informatiedisplay.
U start de regeneratie van het filter door met de
auto op een secundaire weg of op een snelweg
te rijden tot de motor voldoende op temperatuur
is gekomen. Daarna rijdt u nog 20 minuten ver-
der.
N.B.
Tijdens de regeneratie kan zich het volgende
voordoen:
•
er kan tijdelijk een geringe beperking van
het motorvermogen te bespeuren zijn
•
het brandstofverbruik kan tijdelijk toene-
men
•
er kan sprake zijn van een brandlucht.
Wanneer het filter geregenereerd is, wordt de
waarschuwingsmelding automatisch gewist.
Wanneer u bij koud weer de standverwarming*
inschakelt, bereikt de motor sneller de normale
bedrijfstemperatuur.
BELANGRIJK
Als het filter helemaal vol deeltjes zit, kan het
moeilijk zijn om de motor te starten en het fil-
ter wordt onbruikbaar. De kans bestaat dan
dat het filter moet worden vervangen.
op
Gerelateerde informatie
•
Brandstof - gebruik (p. 320)
•
Brandstof - diesel (p. 322)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
STARTEN EN RIJDEN
}}
323