Safelock-functie*
Bij activering van de Safelock-functie worden
alle vergrendelknoppen en openingshandgrepen
mechanisch losgekoppeld, wat het openen van
de portieren van zowel de binnen- als de buiten-
zijde onmogelijk maakt.
Met de transpondersleutel (p. 172) activeert u de
Safelock-functie die ca. tien seconden na ver-
grendeling van de portieren in werking treedt.
N.B.
Als er binnen deze vertragingsperiode een
van de portieren wordt geopend, wordt de
functie geannuleerd en het alarm gedeacti-
veerd.
De auto is alleen te ontgrendelen met de trans-
pondersleutel, wanneer de Safelock-functie
geactiveerd is. Het linker voorportier is ook te
ontgrendelen met het afneembare sleutelblad
(p. 179). Bovendien is het mogelijk om de ver-
schillende portieren en de achterklep te ontgren-
delen/openen bij auto's uitgerust met Keyless
start en ontgrendeling/vergrendeling* door de
desbetreffende portierhandgreep of de hand-
greep van de achterklep vast te pakken.
WAARSCHUWING
Laat niemand in de auto zitten zonder eerst
de Safelock-functie te deactiveren om te
voorkomen dat u iemand opsluit.
Tijdelijk deactiveren
Geactiveerde menu-opties staan aangekruist.
MY CAR
OK MENU
TUNE-knop
EXIT
Als u de portieren van de buitenzijde wilt vergren-
delen terwijl er iemand in de auto achterblijft,
kunt u de Safelock-functie tijdelijk uitschakelen.
Dat is mogelijk in het menusysteem MY CAR.
SLOTEN EN ALARM
Voor een beschrijving van het menusysteem, zie
MY CAR (p. 121).
N.B.
•
Let erop dat het alarm wordt geactiveerd
bij vergrendeling van de auto.
•
Als een van de portieren van de binnen-
zijde wordt geopend, gaat het alarm af.
Bovenstaande geldt als de geblokkeerde ver-
grendelingsstand niet tijdelijk is gedeacti-
veerd.
Gerelateerde informatie
•
Keyless Drive* - ontgrendelen met sleutel-
blad (p. 185)
•
Transpondersleutel (p. 172)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
193