teem waarschuwt dan minder snel en minder
vaak.
Met geactiveerde achteruitversnelling is de Colli-
sion Warning met Auto Brake tijdelijk gedeacti-
veerd.
Collision Warning met Auto Brake wordt niet
geactiveerd op lage snelheden (onder 4 km/h
(3 mph)), wat betekent dat het systeem niet
ingrijpt in situaties waarbij u een voorligger uiterst
langzaam nadert zoals tijdens het parkeren.
In situaties waarin u actief en bewust rijgedrag
laat zien, wordt Collision Warning minder actief.
Nadat Auto Brake een aanrijding met een stil-
staand obstakel heeft voorkomen, blijft de auto
maximaal 1,5 seconde stilstaan. Als de auto
wordt afgeremd wegens een rijdende voorligger,
wordt de snelheid begrensd tot dezelfde snelheid
als die van de voorligger.
Bij een auto met een handgeschakelde versnel-
lingsbak slaat de motor af wanneer Auto Brake
de auto tot stilstand heeft gebracht, tenzij u daar-
voor het koppelingspedaal weet te bedienen.
Gerelateerde informatie
•
Collision Warning* (p. 240)
Collision Warning* - beperkingen
van de camerasensor
"Collision Warning met Auto Brake en voetgan-
gers- en fietsersdetectie" is een hulpmiddel dat
bedoeld is om u te waarschuwen, wanneer het
gevaar bestaat dat u op een voetganger of ach-
ter op een (stilstaande of rijdende) fietser of
voorligger botst.
Het systeem maakt gebruik van de camerasen-
sor van de auto, die bepaalde beperkingen
heeft.
De camerasensor van de auto wordt naast de
Collision Warning met Auto Brake ook gebruikt
door de functies:
•
Automatisch groot licht (p. 99)
•
Verkeersbordinformatie (p. 256)
•
Driver Alert Control - DAC (p. 259)
•
Rijbaanassistent (p. 262)
N.B.
Houd de voorruit in het gebied vóór de came-
rasensor vrij van ijs, sneeuw, condens en vuil.
Plak of monteer niets op de voorruit vóór de
camerasensor, aangezien één of meer came-
ra's voor het systeem hierdoor slechter of niet
meer werken.
BESTUURDERSONDERSTEUNING
De camerasensor kent ongeveer dezelfde beper-
kingen als het menselijk oog. Dit houdt in dat de
sensor minder goed "ziet" bij hevige regen- of
sneeuwval en in dichte mist. In dergelijke
omstandigheden kunnen functies die gebruik
maken van de camera grote beperkingen onder-
vinden of tijdelijk gedeactiveerd worden.
Ook fel tegenlicht, reflecties op het wegdek,
besneeuwde of beijzelde wegen, verontreinigde
of onduidelijke rijstrookmarkeringen kunnen aan-
leiding geven tot grote beperkingen voor de func-
ties die van de camera gebruik maken om bij-
voorbeeld het wegdek af te tasten en andere
voertuigen en voetgangers te ontdekken.
Het blikveld van de camerasensor is beperkt,
zodat voetgangers, fietsers en voertuigen in
bepaalde situaties niet kunnen worden geregis-
treerd of later worden ontdekt dan verwacht.
Bij zeer hoge temperaturen werkt de camera de
eerste ca. 15 minuten na het starten van de
motor niet om de camerafunctie te ontzien.
Storingen opsporen en verhelpen
Als op het display de melding
Voorruitsensoren
afgedekt Zie instructieboek
staat, betekent dit
dat de camerasensor afgedekt is en geen voet-
gangers, fietsers, voertuigen of rijstrookmarkerin-
gen vóór de auto kan ontdekken.
Dit betekent tevens dat, naast Collision Warning
met automatisch remmen, de volgende functies
evenmin volledig werken:
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
}}
247