Pagina 1
G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G...
Pagina 3
VÄLKOMMEN! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ont- Om nog meer plezier van uw Volvo te hebben, adviseren we u om de werp hebben veiligheid en comfort van u en uw passagiers vooropge- instructies en de onderhoudsinformatie in deze gebruikershandleiding staan.
Algemeen over veiligheidsgordels Kinderzitje - positie Digitale gebruikershandleiding in auto Veiligheidsgordel - om doen Kinderzitje - geïntegreerde zittingver- hoger met twee standen* Supportsite van Volvo Cars Veiligheidsgordel - losmaken Geïntegreerde zittingverhoger met Gebruikershandleiding lezen Veiligheidsgordel - zwangerschap twee standen* - uitklappen...
Pagina 5
Richtingaanwijzer Dagtellers Interieurverlichting Klok Follow Me Home-verlichting Instrumentenpaneel - licentieover- eenkomst Approach-verlichting Displaysymbolen Wissers en sproeiers Volvo Sensus Elektrisch bediende ruiten Sleutelstanden Buitenspiegels contactslotstanden - functies in ver- Ruiten en buitenspiegels - elektri- schillende standen sche verwarming Voorstoelen Achteruitkijkspiegel Voorstoelen - elektrisch bediend*...
Pagina 6
KLIMAAT LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Algemene informatie over de kli- Motor- en interieurverwarming* - maatregeling direct uitschakelen Opbergmogelijkheden Werkelijke temperatuur Motor- en interieurverwarming* - timers Middenconsole Sensoren - klimaat Motor- en interieurverwarming* - Middenconsole - aansteker en asbak* meldingen Luchtkwaliteit Dashboardkastje Extra verwarming* Luchtkwaliteit - interieurfilter Inlegmatten*...
Pagina 8
Afstandswaarschuwing* - symbolen City Safety™ - beperkingen Driver Alert Control (DAC)* - symbo- en meldingen len en meldingen City Safety™ - lasersensor Adaptieve cruisecontrol - ACC* Rijbaanassistent (LDW)* City Safety™ - symbolen en meldingen Rijbaanassistent (LDW) - functie Adaptieve cruisecontrol* - werking Collision Warning* Rijbaanassistent (LDW) - bediening Adaptieve cruisecontrol* - overzicht...
Pagina 9
STARTEN EN RIJDEN Motor starten Actieve parkeerhulp (PAP)* - werking Start/Stop* - instellingen Motor afzetten Actieve parkeerhulp (PAP)* - beper- Start/Stop* - symbolen en meldingen kingen Stuurslotfout Bedrijfsrem Actieve parkeerhulp (PAP)* - symbo- Afstandsstart (ERS)* Bedrijfsrem - antiblokkeerremsysteem len en meldingen Afstandsstart (ERS) - bediening Bedrijfsrem - noodremlichten en automatische alarmlichten...
Pagina 10
WIELEN EN BANDEN Banden - onderhoud Rijden met een aanhanger* Noodreparatieset voor banden* - reparatieresultaat controleren Banden - draairichting Rijden met een aanhanger* - hand- geschakelde versnellingsbak Noodreparatieset voor banden* - Banden - slijtage-indicator banden oppompen Rijden met een aanhanger* - auto- Banden - bandenspanning matische versnellingsbak Wiel- en velgmaten...
Pagina 11
ONDERHOUD EN SERVICE Serviceprogramma van Volvo Lamp vervangen - kentekenplaatver- Interieur reinigen lichting Afspraak maken voor servicebeurt en Lakschade Lamp vervangen - verlichting in reparatie* bagageruimte Auto opnemen Lamp vervangen - verlichting make- Motorkap - openen en sluiten upspiegel Motorruimte - overzicht...
Pagina 12
SPECIFICATIES ALFABETISCH REGISTER Type-aanduidingen Alfabetisch register Maten Gewichten Trekgewicht en kogeldruk Motorspecificaties Motorolie - ongunstige rijomstandig- heden Motorolie - kwaliteit en hoeveelheid Koelvloeistof - kwaliteit en hoeveelheid Transmissieolie - kwaliteit en hoeveelheid 428 Remvloeistof - kwaliteit en hoeveelheid Stuurbekrachtigingsvloeistof - kwaliteit Brandstoftank - inhoud Specificaties voor airconditioning Brandstofverbruik en CO2-uitstoot...
Gebruikershandleiding . De Cars. In het dashboardkastje ligt een Quick gebruik en het bezit van uw Volvo. De site is informatie is zoekbaar en tevens ingedeeld in Guide en een supplement bij de gebruikers- beschikbaar voor de meeste markten. Lees meer categorieën.
Digitale gebruikershandleiding in auto plement te bestellen. Neem voor bestelling con- (p. 13) De gebruikershandleiding is weer te geven op tact op met een Volvo-dealer. Lees Gebruikers- • Supportsite van Volvo Cars (p. 16) het beeldscherm in de auto . De informatie is...
Pagina 16
INLEIDING • Zoeken - Zoekfunctie om een artikel te vin- Zoeken 3. Om over te schakelen op de invoer van cij- den. fers of speciale tekens of om te zoeken, draait u aan TUNE, totdat een van de opties • Categorieën - Alle artikelen geordend naar (zie verklaring in volgende tabel) in de lijst...
INLEIDING Categorieën nen. Druk op EXIT om terug te gaan naar de Tekst invoeren met numeriek toetsenbord vorige weergave. De artikelen van de gebruikershandleiding zijn geordend naar hoofdcategorieën en ondercate- In een artikel navigeren gorieën. Hetzelfde artikel ligt mogelijk in meer- dere categorieën zodat het gemakkelijker te vin- den is.
Volvo. uiteengezet, bijvoorbeeld hoe u de auto via een mobiele telefoon met internet verbindt. Maak een persoonlijke Volvo ID aan en log in op My Volvo web voor een overzicht van zaken zoals onderhoud, contracten en garanties. Op My Volvo Geldt voor bepaalde markten.
INLEIDING Gebruikershandleiding lezen web vindt u ook informatie over modelspecifieke Gebruikershandleiding op mobiele accessoires en softwareproducten voor uw Volvo. apparaten Een goede manier om vertrouwd te raken met uw nieuwe auto is om de gebruikershandleiding Gerelateerde informatie te lezen, idealiter voordat u uw eerste rit maakt.
Displaymeldingen Neem bij twijfel over de standaarduitrusting of In de auto zijn displays aanwezig waarop menu- opties/accessoires contact op met een Volvo- teksten en displaymeldingen kunnen worden dealer. weergegeven. Dergelijke teksten in de gebrui- Speciale teksten kershandleiding onderscheiden zich van de nor- male tekst.
INLEIDING Gevaar voor materiële schade Informatie Procedurelijsten Procedures met handelingen die in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd, staan genummerd in de gebruikershandleiding. Wanneer er een reeks afbeeldingen bij een stapsgewijze instructie bestaat, zijn de ver- schillende stappen van de instructie op dezelfde manier genummerd als de bijbeho- rende afbeeldingen.
Supportsite van Volvo Cars (p. 16) • hoe snel u reed. Volvo ook nodig om te kunnen voldoen aan de juridische eisen conform de wet- en regelgeving. Dit kan een bijdrage leveren aan een beter De in de auto geregistreerde informatie ligt...
Volvo en passagiersruimte beperkt. de werkplaatsen die een contract hebben met Volvo. Volvo ziet erop toe dat de gegevens, die in Maten Montage van elektronische uitrusting, zoals een verband met reparatie en onderhoud worden...
INLEIDING Volvo ID Volvo ID aanmaken Om een Volvo ID aan te maken moet u een per- Volvo ID is uw persoonlijke ID die u toegang soonlijk e-mailadres opgeven. Om de registratie biedt tot diverse diensten te voltooien moet u de instructies opvolgen in het...
Volvo Car Corporation werkt voortdurend aan de ontwikkeling van veiliger en effectievere produc- Milieuzorg is een van de kernwaarden van Volvo milieu heeft de volle aandacht van Volvo - de van de samenwerkingspartners dat ze aan deze Cars die van invloed is op alle activiteiten. De lucht in een Volvo is door de klimaatregeling bij- normen voldoen.
De gebruikte materialen voor het interieur van Snelheden hoger dan zo'n 80 km/h (50 Efficiënte uitlaatgasreiniging een Volvo zijn zorgvuldig geselecteerd en uitvoe- mph) en lager dan 50 km/h (30 mph) zorgen Uw Volvo is gebouwd volgens het concept rig getest op comfort en hypoallergeniteit.
INLEIDING gereedschap om optimale milieuzorg te garande- ren. Recycling Omdat Volvo werkt vanuit een levensduurper- spectief is het ook belangrijk dat autowrakken op milieuvriendelijke wijze worden gerecycled. De auto is nagenoeg geheel te recyclen. De laatste eigenaar van de auto wordt daarom verzocht con- tact op te nemen met een dealer voor de locatie van een gecertificeerd/erkend recyclingbedrijf.
INLEIDING Milieu-aspecten van de Gelaagd glas gebruikershandleiding De voorruit en het panoramadak zijn De papiervezels waarvan deze publicatie voorzien van gelaagd glas. Het is ver- gemaakt is afkomstig zijn uit Forest Stewardship stevigd en biedt een betere bescher- ® Council -gecertificeerde bossen of andere ming tegen inbraak en een verbeterde gecontroleerde bronnen.
Volvo adviseert u daarvoor contact • gordel tijdens het rijden om hebben. De veiligheidsgordel mag niet gedraaid zit- op te nemen met een erkende Volvo-werk- plaats. ten. Als een veiligheidsgordel aan grote krachten heeft blootgestaan zoals tijdens een aanrij-...
VEILIGHEID Veiligheidsgordel - om doen Veiligheidsgordel - losmaken Doe de veiligheidsgordel (p. 28) om voordat u Maak de veiligheidsgordel (p. 28) pas los als de gaat rijden. auto stilstaat. Rol de gordel langzaam af en maak deze vast Druk op de rode knop van de gordelsluiting en door de borglip in de gordelsluiting te steken.
VEILIGHEID Veiligheidsgordel - zwangerschap Gordelwaarschuwing auto volledig onder controle hebben (wat inhoudt dat ze met gemak bij het stuur en de pedalen Wanneer u zwanger bent, is het belangrijk de Wanneer iemand de veiligheidsgordel niet moeten kunnen komen). Streef ernaar de afstand veiligheidsgordel (p.
VEILIGHEID Gordelspanners Veiligheid - waarschuwingssymbool nen van een van de achterportieren ver- schijnt er een melding op het instrumenten- Alle veiligheidsgordels (p. 28) zijn uitgerust met Het waarschuwingslampje verschijnt, als er tij- paneel. De melding verdwijnt automatisch na gordelspanners. Dit is een mechanisme dat bij dens de storingsdiagnose een storing wordt ca.
Het sym- bool kan ook duiden op een storing in de gor- delspanners, het SIPS- en het IC-systeem of op een andere storing in het systeem. Volvo adviseert u zo spoedig mogelijk contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
VEILIGHEID Airbag aan de bestuurderszijde WAARSCHUWING Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel Volvo adviseert u voor reparatie contact op te (p. 28) aan de bestuurderszijde ook een airbag nemen met een erkende Volvo-werkplaats. (p. 32) in het stuurwiel. Verkeerde ingrepen in het airbagsysteem...
VEILIGHEID Passagiersairbag Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel (p. 28) aan de passagierszijde ook een airbag (p. 32). De airbag zit opgevouwen in een ruimte boven het dashboardkastje. Het paneel is voorzien van het opschrift AIRBAG. Positie van de passagiersairbag in een auto met het Sticker op portierstijl aan passagierszijde.
VEILIGHEID Passagiersairbag - activering/ Schakelaar - PACOS* WAARSCHUWING deactivering* De passagiersairbag (SRS) voorin is te deactive- De veiligheidsgordel en airbag werken samen. ren, (p. 35) met een schakelaar als de auto is Passagiersairbag (p. 34) voorin is te deactiveren Als de gordel niet of verkeerd wordt gebruikt, uitgerust met PACOS (Passenger Airbag Cut Off met een schakelaar als de auto is uitgerust met kan dit bij een botsing van invloed zijn op het...
Pagina 38
VEILIGHEID (kinderen en volwassenen) veilig in de rijrich- N.B. WAARSCHUWING ting op de passagiersstoel zitten. Bevestig een tegen de rijrichting in geplaatst Wanneer de transpondersleutel in sleutel- OFF - de airbag is gedeactiveerd. Met de kinderzitje nooit op de passagiersstoel voorin, stand II (p.
Dit duidt op de passagierszijde beschermen de borstkas en een ernstige storing. Bezoek zo spoedig de heupen en vormen een belangrijk onderdeel mogelijk een werkplaats. Volvo adviseert u van het SIPS. daarvoor contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Het systeem helpt voorkomen dat de bestuurder • Volvo adviseert u de reparatie uitsluitend Hang of bevestig nooit zware voorwerpen aan en eventuele passagiers bij een botsing met hun door een erkende Volvo-werkplaats te de plafondhandgrepen. De haak is alleen hoofd tegen de binnenkant van de auto slaan.
Zo wordt de kans op zogeheten whi- plash-letsel beperkt. WAARSCHUWING Voer zelf nooit wijzigingen of reparaties aan de stoel of het WHIPS-systeem uit. Volvo adviseert u daarvoor contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. WHIPS en kinderzitjes Het WHIPS beïnvloedt de beschermende wer- king van kinderzitje en/of comfortkussen niet negatief.
WHIPS vereist. Volvo teem niet wordt gehinderd. Denk eraan dat u de werking van het WHIPS- adviseert om dit door een erkende Volvo- systeem niet hindert.
Het Roll-Over Protection System (ROPS) van Bij een aanrijding werken de verschillende per- Onder normale omstandigheden zorgt het Volvo is ontwikkeld om het gevaar te beperken soonsveiligheidssystemen van Volvo samen om RSC-systeem voor een betere wegligging. Dit dat de auto over de kop slaat en maximale de schade te verkleinen.
• huid zorgen. Volvo adviseert u het vervangen van de onderdelen van de veiligheidssystemen in de auto over te laten aan een erkende Volvo- werkplaats. • Neem altijd contact op met een arts. N.B.
(p. 336). Verborgen schade kan de auto tijdens functie van de auto. Volvo adviseert u de auto het rijden onbestuurbaar maken, zelfs als het lijkt altijd in een erkende Volvo-werkplaats te laten dat u nog met de auto kunt rijden.
Safety mode staat. De auto moet (p. 42) gebruik zijn. op een bergingsvoertuig worden afgevoerd. Volvo adviseert u hem te laten afvoeren naar Ongeacht leeftijd en lengte moeten kinderen een erkende Volvo-werkplaats. altijd met de gordel goed om in de auto zitten.
Pagina 47
VEILIGHEID N.B. Bij vragen over de montage van kinderveilig- heidsproducten neemt u voor duidelijke aan- wijzingen contact op met de producent. Kinderslot De achterportieren en de achterportierruiten* zijn handmatig te blokkeren (p. 194) of elektronisch te blokkeren (p. 194)*, zodat ze niet meer van de binnenzijde te openen zijn.
VEILIGHEID Kinderzitje WAARSCHUWING Kinderen moeten comfortabel en veilig kunnen Zet de bevestigingsbanden van het kinderzitje zitten. Zorg dat u het kinderzitje op de juiste niet vast aan de hendel waarmee u de voor- wijze gebruikt. stoel in de lengterichting verstelt of aan de veren, rails of balken onder de stoel.
Pagina 49
Categorie 0 Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) - tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje beves- max. 10 kg tigd met ISOFIX-systeem. Categorie 0+ Typegoedkeuring: E1 04301146 max.
Pagina 50
Categorie 0+ max. 13 kg Categorie 1 Omkeerbaar Volvo-kinderzitje Omkeerbaar Volvo-kinderzitje (Volvo (Volvo Convertible Child Seat) – Convertible Child Seat) – tegen de rijrich- 9–18 kg tegen de rijrichting in geplaatst ting in geplaatst kinderzitje bevestigd met kinderzitje bevestigd met veilig- veiligheidsgordel en bevestigingsband.
Pagina 51
Britax Fixway – tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje bevestigd met ISOFIX- 9–18 kg systeem en bevestigingsband. Typegoedkeuring: E5 03171 Categorie 1 Tegen de rijrichting in geplaat- Tegen de rijrichting in geplaatste Volvo- ste Volvo-kinderzitje kinderzitje 9–18 kg Typegoedkeuring: E5 04212 Typegoedkeuring: E5 04212 Categorie 1 In de rijrichting geplaat- Kinderzitjes met universele goedkeuring.
Pagina 52
Typegoedkeuring: E5 04191 bevestigd met veilig- heidsgordel en bevesti- gingsband. Typegoedkeuring: E5 04191 Categorie 2 Tegen de rijrichting in geplaat- Tegen de rijrichting in geplaatste Volvo- ste Volvo-kinderzitje kinderzitje 15–25 kg Typegoedkeuring: E5 04212 Typegoedkeuring: E5 04212 Categorie 2/3 Volvo-comfortkussen...
Pagina 53
U: Geschikt voor kinderzitjes in deze gewichtscategorie met universele goedkeuring. UF: Geschikt voor in rijrichting geplaatste kinderzitjes in deze gewichtscategorie met universele goedkeuring. B: Geïntegreerde kinderzitjes met goedkeuring voor deze gewichtscategorie. Voor kinderen in deze gewichtscategorie adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje.
VEILIGHEID Kinderzitje - positie Sticker voor passagiersairbag Het volgende is te gebruiken: • Het gewicht en de lengte van het kind zijn bepa- een tegen de rijrichting in geplaatst kinder- lend voor de plaats van het kind in de auto en de zitje op de passagiersstoel voorin, wanneer vereiste uitrusting.
VEILIGHEID Kinderzitje - geïntegreerde Gerelateerde informatie WAARSCHUWING • zittingverhoger met twee standen* Kinderzitje (p. 46) Laat nooit iemand voor de passagiersstoel zit- • Algemene informatie over kinderveiligheid De geïntegreerde zittingverhogers op de achter- ten of staan. (p. 44) bank zorgen ervoor, dat kinderen comfortabel en Vervoer kinderen nooit in een tegen de rijrich- veilig kunnen zitten.
- uitklappen Volvo adviseert u reparatie- en vervangings- De geïntegreerde zittingverhoger (p. 54) op de werk over te laten aan een erkende Volvo- achterbank kan in twee standen worden uitge- werkplaats. Verricht geen wijzigingen in of aanpassingen aan het geïntegreerde kinder- klapt.
Pagina 58
VEILIGHEID Stand 2 Duw het kinderzitje naar achteren om het te Til het kinderzitje aan de voorkant op en duw vergrendelen. het achteruit tegen het ruggedeelte aan om Werk vanuit de onderste stand. Druk op de het te vergrendelen. knop. N.B.
VEILIGHEID Geïntegreerde zittingverhoger met Kinderzitje - ISOFIX twee standen* - inklappen ISOFIX is een bevestigingssysteem voor kinder- zitjes (p. 46), gebaseerd op een internationale De geïntegreerde zittingverhoger (p. 54) op de standaard. achterbank kan van de bovenste of onderste stand worden ingeklapt naar een volledig inge- klapte stand in de zitting.
Beperkte grootte (optie 1), in rij- N.B. richting geplaatst kinderzitje Volvo adviseert u contact op te nemen met Beperkte grootte (optie 2), in rij- een Volvo-werkplaats over de ISOFIX-kinder- richting geplaatst kinderzitje zitjes die Volvo aanbeveelt.
VEILIGHEID ISOFIX - soorten kinderzitjes door niet op alle zitplaatsen van de verschillende modellen. Kinderzitjes kunnen net als auto's verschillende afmetingen hebben. Kinderzitjes passen daar- Type kinderzitje Gewicht Afmetingscategorie Zitplaatsen voor montage ISOFIX-kinderzitje Voorstoel Buitenste zitplaats achterbank Babyzitje, overdwars max. 10 kg Babyzitje, tegen rijrichting in max.
Pagina 62
IUF: Geschikt voor in rijrichting geplaatste ISOFIX-kinderzitjes met universele goedkeuring voor deze gewichtscategorie. Volvo adviseert een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje voor deze categorie. Zorg dat u de juiste afmetingscategorie (p. 58) kiest voor een kinderzitje met het ISOFIX-beves-...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumenten en bediening, auto met stuur links - overzicht In het overzicht staat waar de displays en bedie- ningen van de auto zitten.
Pagina 67
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Overzicht auto's met het stuur links...
Pagina 68
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functie Functie Functie Menu- en meldings- (p. 118), Openingshandgreep – Bedieningsknoppen (p. 94), functies, richtingaan- (p. 121), portier verlichting, ontgrende- (p. 319) en wijzers, groot licht/ (p. 104), ling tankvulklep en (p. 189). Bedieningspaneel (p. 187), dimlicht, boordcompu- (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumenten en bediening, auto met stuur rechts - overzicht In het overzicht staat waar de displays en bedie- ningen van de auto zitten.
Pagina 70
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Overzicht auto's met het stuur rechts...
Pagina 71
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functie Functie Functie Beeldscherm voor (p. 121) en Bedieningspaneel (p. 187), Bedieningspaneel voor (p. 121) en infotainment en weer- Sensus Info- (p. 194), infotainment en menu- Sensus Info- gave van menu's tainment-sup- (p. 109) en functies tainment-sup- plement.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumentenpaneel Instrumentenpaneel, analoog - Meters en wijzers overzicht Op het informatiedisplay van het instrumenten- paneel wordt informatie weergegeven over Op het informatiedisplay van het instrumenten- bepaalde functies van de auto en meldingen. paneel wordt informatie weergegeven over bepaalde functies van de auto en meldingen.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumentenpaneel, digitaal - Toerenteller. De meter geeft het motortoe- Functietest overzicht rental in duizenden omwentelingen per Alle controle- en waarschuwingssymbolen, minuut aan. behalve de symbolen in het midden van het infor- Op het informatiedisplay van het instrumenten- matiedisplay, gaan branden in contactslotstand II Schakelindicator /Schakelindicator...
Pagina 74
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meters en wijzers Toerenteller. De meter geeft het motortoe- Thema "Elegance" rental in duizenden omwentelingen per Voor het digitale instrumentenpaneel zijn ver- minuut aan. schillende thema's te kiezen. De mogelijke the- ma's zijn: "Elegance", "Eco" en "Performance". Schakelindicator /Schakelindicator .
Pagina 75
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Toerenteller. De meter geeft het motortoe- computer (p. 122) en Brandstof tanken Thema "Eco" rental in duizenden omwentelingen per (p. 319). minuut aan. Temperatuurmeter koelvloeistof motor Schakelindicator /Schakelindicator . Zie ook Snelheidsmeter Schakelindicator* (p. 293) of Automatische versnellingsbak - Geartronic* (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Eco guide & Power guide* Controle- en waarschuwingssymbolen Als de motor niet aanslaat of als de functietest wordt uitgevoerd in contactslotstand II, gaan bin- Eco guide en Power guide zijn twee van de nen enkele seconden alle symbolen uit, behalve meters op het instrumentenpaneel (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumentenpaneel - betekenis Actuele waarde controlelampjes Hier wordt de actuele waarde getoond; hoe gro- De controlelampjes attenderen u erop dat de bij- ter de uitslag op de schaal, hoe beter. behorende functies ingeschakeld zijn, de desbe- De actuele waarde wordt berekend op basis van treffende systemen actief zijn of dat er storingen snelheid, motortoerental, benut motorvermogen...
Als er een afwijking is in een van de systemen in een werkplaats om het ABS te laten contro- de auto, gaat het informatiesymbool branden en leren. Volvo adviseert dat u daarvoor een verschijnt er een melding op het display. U verwij- erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumentenpaneel - betekenis Gerelateerde informatie Start/Stop • waarschuwingssymbolen Het symbool brandt, wanneer de motor automa- Instrumentenpaneel (p. 70) tisch is afgezet. • Instrumentenpaneel - betekenis waarschu- De waarschuwingssymbolen attenderen u erop wingssymbolen (p. 77) dat de bijbehorende belangrijke functies/syste- Bandenspanningssysteem men ingeschakeld zijn of dat er ernstige storin- Het symbool brandt bij een lage bandenspanning...
Storing in remsysteem uiterst voorzichtig naar een werkplaats rij- men met een werkplaats. Volvo adviseert dat u Als het symbool oplicht, is het remvloeistofpeil den om het remsysteem te laten controle- daarvoor een erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitentemperatuur Als u sneller dan zo'n 7 km/h (4 mph) Waarschuwing rijdt, gaat het waarschuwingssymbool Het rode waarschuwingssymbool gaat branden, Het buitentemperatuurmeterdisplay is zichtbaar branden. wanneer er een storing is geregistreerd die van op het instrumentenpaneel. invloed kan zijn op de veiligheid en/of de rijei- Als de motorkap niet goed dichtstaat, gaat het...
Instrumentenpaneel (p. 70) relevant License, regarding your rights under said Bij lang indrukken (totdat er een wijziging plaats- licenses. Volvo Car Corporation (VCC) offers to vindt) van de knop RESET op de linker stuurhen- provide the source code of said free/open source del wordt de getoonde dagteller gereset.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Displaysymbolen request. Please contact your nearest Volvo The FreeType Project License: http:// Dealer. git.savannah.gnu.org/cgit/freetype/freetype2.git/ Er worden tal van verschillende displaysymbolen tree/docs/FTL.TXT gebruikt in de auto. De symbolen zijn onderver- The offer is valid for a period of at least three (3) •...
Symbool Betekenis bedieningsinterface. Er zijn instellingen te verrich- Volvo Sensus vormt het hart van uw persoonlijke Oliepeil meten (p. 370) ten onder Instellingen van de auto, Audio en Volvo-beleving en maakt communicatie mogelijk media, Klimaat enzovoort tussen u, uw auto en de wereld eromheen.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Sleutelstanden Overzicht Transpondersleutel plaatsen 1. Houd de transpondersleutel beet aan de Met de transpondersleutel is het elektrische sys- kant van het afneembare sleutelblad en teem van de auto in verschillende standen te zet- plaats de transpondersleutel in het contact- ten om het gebruik van verschillende functies/ slot.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING contactslotstanden - functies in Kiezen van contactslotstand Stand Functies verschillende standen • contactslotstand 0 - Ontgrendel de auto - • Kilometerteller, klok en tempera- het elektrische systeem van de auto staat nu Om bij uitgeschakelde motor het gebruik van tuurmeter worden verlicht.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Voorstoelen Slepen Lendensteun* aanpassen, druk op de knop. Zie voor belangrijke informatie over de transpon- Voor het best mogelijke zitcomfort hebben de Bedieningspaneel voor elektrisch bediende dersleutel bij het slepen, zie Slepen (p. 334). voorstoelen verschillende instelmogelijkheden. stoel*, zie Voorstoelen - elektrisch bediend* Gerelateerde informatie (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Voorstoelen - elektrisch bediend* De rugleuning van de passagiersstoel kan wor- veerd wordt als een van de stoelen door een den omgeklapt om ruimte te maken voor lange obstakel wordt geblokkeerd. Als dit het geval is, Voor het best mogelijke zitcomfort hebben de lading.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING De geheugenfunctie slaat de instellingen op voor Geheugen* van transpondersleutel Gerelateerde informatie • de stoel en de buitenspiegels. Voorstoelen (p. 87) In alle transpondersleutels kunnen verschillende instellingen voor de bestuurdersstoel en de bui- • Achterbank (p. 90) Instelling vastleggen tenspiegels voor meerdere bestuurders worden...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achterbank WAARSCHUWING De rugleuning en de buitenste hoofdsteunen van De hoofdsteun van de middelste zitplaats de achterbank kunnen worden neergeklapt. De moet in de onderste stand staan, wanneer de hoofdsteun van de middelste zitplaats kan aan middelste zitplaats niet in gebruik is.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Ruggedeelte achterbank omklappen BELANGRIJK Bij het neerklappen van de achterbank mogen er zich geen voorwerpen op de ach- terbank bevinden. De veiligheidsgordels mogen evenmin zijn ingestoken. Schade aan de bekleding van de achterbank is anders namelijk niet uitgesloten. Als de middelste rugleuning moet worden neergeklapt - maak de hoofdsteun voor de De drie ruggedeelten zijn op verschillende manie-...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Stuurwiel 2. Druk op de knop om de beide buitenste N.B. hoofdsteunen op de achterbank om te klap- Het stuurwiel heeft meerdere verstellingsmoge- Als de rugleuning is teruggeklapt, mag de pen en het zicht naar achteren te verbeteren. lijkheden en bedieningselementen voor de cla- rode indicatie niet langer zichtbaar zijn.
Pagina 95
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING 3. Duw de hendel vervolgens terug om het Toetsensets* en paddles* Claxon stuurwiel in de nieuwe stand te blokkeren. Als dit moeite kost, kunt u tijdens het terug- duwen van de hendel lichtje op het stuurwiel drukken.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bedieningspaneel verlichting Elektrische stuurverwarming* plaats. Activeer/deactiveer de functie in het menusysteem MY CAR (p. 121). Het stuurwiel is elektrisch te verwarmen. Met het bedieningspaneel voor de verlichting kunt u de buitenverlichting inschakelen en aan- Functie passen. U gebruikt het ook om de display- en instrumentenverlichting alsook de sfeerverlich- ting (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Standen draaiknop Volvo adviseert u om stand te gebruiken Stand Betekenis bij ritten in de auto. Dagrijlicht, parkeerlichten en side- N.B. markers bij daglicht, wanneer het WAARSCHUWING Dezelfde lampen worden gebruikt voor de elektrische systeem van de auto in dagrijlichten en stadslichten vóór.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING parkeerlichten Inzittenden op alle zitplaatsen en maximale Koplamphoogteregeling belading in bagageruimte Door de belading van de auto wordt de hoogte U schakelt de parkeerlichten in met de verlich- van de koplampen gewijzigd, zodat u tegemoet- Bestuurder plus maximale belading in baga- tingsdraaiknop.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Dagrijlicht Tunneldetectie* WAARSCHUWING Wanneer de verlichtingsdraaiknop in stand De tunneldetectie zorgt voor overschakeling van Dit is een stroombesparingsfunctie die niet in dagrijlicht op dimlicht bij het binnenrijden van staat en het elektrische systeem van de alle gevallen kan bepalen wanneer de omge- een tunnel.
Bedieningspaneel verlichting (p. 94) ruitenwissers of het mistachterlicht. Wanneer het dimlicht brandt. Verstralers moeten op het elektrische systeem worden aangesloten door een werkplaats. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Automatisch groot licht* werd in het menusysteem MY CAR), zie MY CAR Bij automatisch groot licht met adaptatiefunctie (p. 121). blijft in tegenstelling tot wat er gebeurt bij de Automatisch groot licht ontdekt de koplampen standaarddimfunctie dat deel van de lichtbundel van een tegenligger of de achterlichten van een dat naast tegen- of voorliggers valt op grootlicht- voorligger en schakelt dan over van groot licht...
Pagina 102
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Wanneer het groot licht ontstoken is, brandt ook echter in stand blijven staan. Hetzelfde BELANGRIJK het symbool op het instrumentenpaneel. geldt, als de melding Voorruitsensoren Voorbeelden van situaties waarin u mogelijk Bij actieve xenonkoplampen geldt dit ook bij afgedekt Zie instructieboek en het symbool moet wisselen tussen groot licht en dimlicht:...
• Bedieningspaneel verlichting (p. 94) werkplaats als de systeem melding niet ver- Service dwijnt. Volvo advi- vereist seert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werk- plaats. De functie is uitsluitend actief bij schemer of donker en dan alleen als de auto rijdt.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Koplampen - lichtbundel aanpassen Mistachterlicht neer u de verlichtingsdraaiknop naar Als de auto is uitgerust met actieve xenonko- Bij een beperkt zicht door mist kunt u de mis- draait. plampen en automatisch groot licht heeft, moet tachterlichten gebruiken om achterliggers tijdig u de lichtbundelinstelling aanpassen wanneer u op uw aanwezigheid te attenderen.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Remlichten Alarmlichten Gerelateerde informatie • Richtingaanwijzer (p. 104) De remlichten gaan automatisch branden wan- De alarmlichten waarschuwen medeweggebrui- • neer u remt. kers doordat alle richtingaanwijzers gelijktijdig Bedrijfsrem - noodremlichten en automati- knipperen, wanneer deze functie actief is. sche alarmlichten (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Richtingaanwijzer Interieurverlichting De hendel blijft in deze stand staan en kan hand- matig in de uitgangspositie teruggezet worden of De richtingaanwijzers van de auto zijn te bedie- De interieurverlichting is te activeren/deactiveren veert automatisch terug bij het terugdraaien van nen met de linker stuurhendel.
Pagina 107
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Plafondverlichting voorin U kunt de lampjes in- en uitschakelen met een Neutrale stand druk op de bijbehorende knop. De leeslampjes voorin worden in- en uitgescha- Met de knop in de neutrale stand wordt de interi- keld met een druk op de bijbehorende knoppen eurverlichting als volgt automatisch in- en uitge- Instapverlichting op de plafondconsole.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Follow Me Home-verlichting Approach-verlichting auto even na de reguliere interieurverlichting uit. U regelt de sterkte van de verlichting met het De Follow Me Home-verlichting omvat het dim- De Approach-verlichting omvat de parkeerlich- duimwiel op het bedieningspaneel (p. 94). licht, de parkeerlichten, de lampen in de buiten- ten, de lampen in de buitenspiegels, de kente- spiegels, de kentekenplaatverlichting, de pla-...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Wissers en sproeiers Intervalstand Servicestand wisserbladen Met het duimwiel kunt u het aantal wis- Voor het reinigen van voorruit/wisserbladen en De ruitenwissers en -sproeiers reinigen de voor- slagen per eenheid van tijd instellen, het vervangen van wisserbladen, zie Wasstraat ruit en achterruit.
Pagina 110
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Deactiveren Koplamp- en ruitensproeiers alleen iedere vijfde keer dat u de voorruitsproei- ers activeert gesproeid. Deactiveer de regensensor met een druk op de regensensorknop of haal de hendel Gereduceerde sproeifunctie omlaag naar een ander wisprogramma. Wanneer er nog zo'n 1 liter sproeiervloeistof in De regensensor wordt automatisch gedeacti- het reservoir zit en op het instrumentenpaneel de veerd, wanneer u de transpondersleutel uit het...
Bedieningsknoppen achterste zijruiten Bedieningsknoppen voorste zijruiten Gerelateerde informatie • Sproeiervloeistof - bijvullen (p. 387) Deze functie (intervalstand tijdens achteruitrijden) kunt u desgewenst uitschakelen. Bezoek een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-dealer. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bediening De ruiten komen tot stilstand en worden trale vergrendeling, zie Transpondersleutel - geopend, als ze tijdens het sluiten in hun bewe- functies (p. 176) of Vergrendelen/ontgrendelen ging worden gehinderd. Wanneer sluiten onmo- - van de binnenzijde (p. 187). gelijk is door bijvoorbeeld ijsvorming, kan de Resetten beveiliging tegen overbelasting worden opgehe-...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitenspiegels auto uit de achteruitversnelling haalt, nemen de WAARSCHUWING buitenspiegels na enige tijd automatisch hun oor- Stel de stand van de buitenspiegels bij met het Beide spiegels zijn groothoekig voor een opti- spronkelijke stand weer in. hendeltje op het bedieningspaneel van het maal zicht.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Ruiten en buitenspiegels - Autodimfunctie* wordt de functie na enige tijd automatisch uitge- elektrische verwarming schakeld. Buitenspiegels met autodimfunctie zijn alleen mogelijk, als ook de achteruitkijkspiegel is voor- De elektrische verwarming dient om de voor- en Zie ook Voorruit ontwasemen en ontdooien zien van een dergelijke autodimfunctie, zie Ach- achteruit en de buitenspiegels te ontwasemen...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achteruitkijkspiegel Kompas* Autodimfunctie* Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te De achteruitkijkspiegel is te dimmen met een In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- fel is, wordt de achteruitkijkspiegel automatisch knopje aan de onderkant van de spiegel. Ook is spiegel zit een display waarop wordt aangege- gedimd.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Kalibreren 7. Auto's met elektrische voorruitverwar- ming*: Als bij activering van de elektrische Om de juiste kompasrichting aan te geven moet het kompas soms worden gekalibreerd. voorruitverwarming het teken op het dis- play verschijnt, kalibreer dan volgens punt 6 De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Panoramadak* - algemeen Windscherm WAARSCHUWING Het panoramadak is opgesplitst in twee seg- Kinderen, andere passagiers of voorwerpen menten waarvan alleen het voorste horizontaal kunnen bekneld raken door de bewegende opengeschoven of aan de achterkant verticaal delen van het panoramadak. opengekanteld (ventilatiestand) kan worden.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Panoramadak* - bediening volgen - duw de bedieningsknop nu echter voor- uit naar de stand voor automatisch sluiten. Bij automatische bediening wordt het gordijn/dak maximaal geopend. Versneld openen/sluiten Het panoramadak en het gordijn zijn ook tegelij- In de ventilatiestand wordt de achterkant van het kertijd te openen/sluiten: voorste daksegment opengekanteld.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bij activering van de ventilatiestand wordt het Knop voor centrale vergrendeling N.B. voorste segment van het panoramadak aan de U kunt de knop voor centrale vergrendeling op Voordat het panoramadak handmatig kunnen achterkant opengekanteld. Als het gordijn hele- bestuurdersportier of passagiersportier* gebrui- worden geopend moet het gordijn volledig maal dichtstaat bij activering van de ventilatie-...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Menufuncties - instrumentenpaneel tegen overbelasting worden opgeheven. U doet dat door de bedieningsknop naar voren te duwen Met de linker stuurhendel bedient u de menu’s of in te drukken en in deze stand vast te houden, (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Menu-overzicht - Berichten Oliepeil instrumentenpaneel Wanneer er een waarschuwings-, informatie- of Standkachel * Welke menu’s er op het informatiedisplay van controlesymbool oplicht, verschijnt er tevens een Boordcomp reset het instrumentenpaneel verschijnen hangt af van aanvullende melding op het informatiedisplay. de sleutelstand (p.
Deel van een melding, verschijnt samen met gegevens over de is verstreken, het aantal locatie van de storing. lingsbak in de neutraal en Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. draaiuren van de motor en laat de motor stationair Voor informatie over de automatische versnellingsbak, zie Auto- de gebruikte oliekwaliteit.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meldingen - functies MY CAR Met de linker stuurhendel kunt u door de meldin- MY CAR is een menugroep voor hantering van gen (p. 119) bladeren die op het informatiedis- tal van autofuncties, zoals City Safety™, sloten play van het instrumentenpaneel verschijnen en en alarm, automatische ventilatorsnelheid, klokin- deze bevestigen.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer functies en de locatie van de knoppen is afhankelijk van Menu-opties en zoekpaden de gekozen uitrusting en de desbetreffende markt. Voor een beschrijving van de menu-opties en De boordcomputer van de auto registreert en MY CAR - opent het menusysteem MY CAR. zoekpaden in MY CAR, zie het Sensus Infotain- berekent waarden zoals afgelegde afstand, ment-supplement.
Pagina 125
(ongeveer eenmaal per seconde) bijge- werkt. Op lage snelheden wordt het verbruik het brandstofverbruik kunt beïnvloeden, zie Mili- weergegeven per eenheid van tijd – op hoge eubeleid van Volvo Car Corporation (p. 23). snelheden verschijnt het verbruik per eenheid van Digitale snelheidsheidsaanduiding in lengte.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer - analoog Boordcomputeropties Bedieningsknoppen instrumentenpaneel Kies de weer te geven boordcomputerinformatie: 1. Om er zeker van te zijn dat geen van de De boordcomputerinformatie is weer te geven op bedieningselementen zich midden in een het instrumentenpaneel en te hanteren via de procedure bevindt, moet u deze eerst "reset- bedieningselementen op de linker stuurhendel ten"...
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputerrubriek op instrumentenpaneel Informatie Afst. tot leeg Voor meer informatie, zie de paragraaf "Bereik - actieradius op tank" (p. 122). Brandstofvrbr Huidig verbruik. • Gem. snelh. RESET lang indrukken om Gem. snelh. op nul te stellen. Geen boordcomputerinformatie.
Pagina 128
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functies Informatie Digit. snlhd. Geeft de rijsnelheid digitaal weer in het midden van het instrumentenpaneel. • km/h • • Geen aanduiding Verwarming * Voor een beschrijving van het programmeren van de timer, zie Motor- en interieurverwar- ming* - timers (p.
Pagina 129
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functies Informatie Voor meer informatie, zie Motorolie - controleren en bijvullen (p. 370). Oliepeil Meldingen (##) Voor meer informatie, zie Meldingen - functies (p. 121). Bepaalde motoren. Gerelateerde informatie • Boordcomputer (p. 122) • Boordcomputer - rijstatistieken* (p. 131) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 130
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer - digitaal Boordcomputeropties Bedieningsknoppen instrumentenpaneel Kies de weer te geven boordcomputerinformatie: 1. Om er zeker van te zijn dat geen van de De boordcomputerinformatie is weer te geven op bedieningselementen zich midden in een het instrumentenpaneel en te hanteren via de procedure bevindt, moet u deze eerst "reset- bedieningselementen op de linker stuurhendel ten"...
Pagina 131
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Rubriekcombinaties Informatie Huidig verbruik Kilometerstand km/h<>mph km/h<>mph - zie het gedeelte Alternatieve digitale snelheidsaanduiding (p. 122). Geen boordcomputerinformatie. Bij deze optie doven alle drie de boordcomputerdisplays - dit geeft tevens het "begin"/"einde" aan van de lus. Boordcomputerinformatie resetten 3.
Pagina 132
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Functies Informatie Thema's Kies het thema voor het uiterlijk van het instrumentenpaneel (p. 70). Instellingen * Selecteer Aut Aan Voor meer informatie, zie Extra verwarming* (p. 155). Contraststand / Kleurstand Lichtsterkte en kleurtemperatuur van het instrumentenpaneel instellen. Standkachel * Voor een beschrijving van het programmeren van de timer, zie Motor- en interieurverwarming* - timers (p.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Boordcomputer - rijstatistieken* wijzer rechts beweegt afhankelijk van de gekozen schaal omhoog of omlaag. Op het beeldscherm van de middenconsole zijn rijstatistieken van de boordcomputer weer te Instellingen geven voor een grafisch overzicht van het brand- U kunt verschillende instellingen voor de rijstatis- stofverbruik.
KLIMAAT • Algemene informatie over de Werkelijke temperatuur Wanneer de motor het maximale vermogen klimaatregeling nodigt heeft (bijvoorbeeld als u volgas De ingestelde interieurtemperatuur komt overeen optrekt), is het mogelijk dat de airconditio- De auto is voorzien van elektronische klimaatre- met de gevoelstemperatuur op basis van de ning tijdelijk wordt uitgeschakeld.
Vervang het filter regelmatig. Raadpleeg het Ser- • • De zonnesensor zit boven op het dashboard. Interieurfilter (p. 135) viceprogramma van Volvo voor het aanbevolen vervangingsinterval. In zeer sterk verontreinigde • • De interieurtemperatuursensor zit onder het Materiaal in de passagiersruimte (p. 137) gebieden moet u het filter mogelijk vaker vervan- bedieningspaneel van de klimaatregeling.
KLIMAAT • Luchtkwaliteit - Clean Zone Interior Luchtkwaliteit - IAQS* Luchtkwaliteit - Clean Zone Interior Package Package (CZIP)* (CZIP)* (p. 136) Het Interior Air Quality System (IAQS) ontdoet de binnenkomende lucht van gassen en stof- CZIP bestaat uit een aantal aanpassingen zodat deeltjes om zo hinderlijke geurtjes en verontreini- er minder stoffen in het interieur verwerkt zijn die gingen in de passagiersruimte te beperken.
De vloerbekleding in zowel de passagiersruimte ling (p. 143). als de bagageruimte zijn eenvoudig te verwijde- • Recirculatietimer (p. 145). ren en schoon te maken. Gebruik de door Volvo • Automatische achterruitverwarming geadviseerde schoonmaakmiddelen en autover- (p. 112) zorgingsproducten voor het reinigen van het inte- •...
KLIMAAT Blaasmonden in dashboard Blaasmonden in portierstijlen Luchtverdeling Open Dicht Luchtverdeling - ontwaseming voorruit Dicht Open Luchtverdeling - blaasmond dashboard Luchtstroom naar links of rechts Luchtstroom naar links of rechts Luchtverdeling - ventilatie vloer De gestileerde menselijke gedaante op de Luchtstroom omhoog of omlaag Luchtstroom omhoog of omlaag nevenstaande afbeelding bestaat uit drie knop-...
Pagina 141
KLIMAAT Het middendisplay geeft de gekozen luchtverdelings- stand aan. Gerelateerde informatie • Algemene informatie over de klimaatregeling (p. 134) • Automatische regeling (p. 143) • Luchtverdeling - recirculatie (p. 145)
KLIMAAT Elektronische klimaatregeling, ECC en kan voor de bestuurders- en passagierszijde Met de autofunctie worden temperatuur, aircon- apart worden ingesteld. ditioning, ventilatorsnelheid, recirculatie en lucht- ECC (Electronic Climate Control) handhaaft de verdeling automatisch geregeld. temperatuur die in het interieur wordt gekozen Temperatuurregeling (p.
KLIMAAT Elektrisch verwarmde voorstoelen* Druk herhaalde malen op de knop voor het vol- Het systeem is te activeren/deactiveren in het gende: menusysteem MY CAR. Voor een beschrijving De verwarming van de voorstoelen heeft drie van het menusysteem, zie MY CAR (p. 121). •...
KLIMAAT Ventilator Elektrisch verwarmde achterbank* WAARSCHUWING De verwarming voor de buitenste plaatsen van Houd de ventilator altijd geactiveerd om te voor- Een elektrisch verwarmde stoel mag niet wor- komen dat de ruiten beslaan. de achterbank heeft drie standen om het com- den gebruikt door personen die niet goed fort voor passagiers te verhogen als het koud is.
KLIMAAT Automatische regeling Temperatuurregeling Gerelateerde informatie passagiersruimte • Algemene informatie over de klimaatregeling De autofunctie regelt automatisch temperatuur (p. 134) (p. 143), airconditioning (p. 144), ventilator- Bij het starten van de motor wordt de laatst ver- • snelheid (p. 142), recirculatie (p. 145) en lucht- richte temperatuurinstelling hervat.
KLIMAAT Airconditioning Voorruit ontwasemen en ontdooien Voor auto's zonder elektrische voorruitverwar- ming: De airconditioning koelt en droogt zo nodig de U kunt de elektrische voorruitverwarming* en de • binnenkomende lucht. maximale ontwaseming gebruiken om de vooruit Er stroomt lucht naar de ruiten - op het en zijruiten snel te ontwasemen en ontdooien.
KLIMAAT Luchtverdeling - recirculatie Gerelateerde informatie N.B. • Algemene informatie over de klimaatregeling Kies voor recirculatie als u vieze luchtjes, uitlaat- Aan de beide uiteinden van de voorruit zitten (p. 134) gassen en dergelijke buiten wilt houden. Er komt driehoekige gebieden zonder elektrische ver- met andere woorden geen lucht van buiten de warming, zodat het ontdooien daar mogelijk auto in, wanneer deze functie actief is.
Pagina 148
KLIMAAT Gerelateerde informatie • Algemene informatie over de klimaatregeling (p. 134) • Luchtverdeling passagiersruimte (p. 137) • Luchtverdeling - tabel (p. 147)
KLIMAAT Luchtverdeling - tabel Met drie knoppen kiest u de gewenste luchtver- deling (p. 137). Luchtverdeling Toepassing Lucht naar de ruiten. Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de blaas- om snel te ontdooien en te ontwasemen. monden. De lucht wordt niet gerecirculeerd. De airconditioning is altijd inge- schakeld.
Pagina 150
KLIMAAT Luchtverdeling Toepassing Lucht naar de vloer en de ruiten. Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit om een comfortabel klimaat en een goede ontwaseming de blaasmonden in het dashboard. te verkrijgen bij koud weer. Lucht naar de vloer en uit de blaasmonden in het dashboard. bij zonnig weer en matige buitentemperaturen.
KLIMAAT Motor- en interieurverwarming* Tanken Accu en brandstof Als de accu onvoldoende opgeladen is of als het Met preconditioning bereidt de verwarming de brandstofpeil te laag is, wordt de verwarming motor en het interieur voor om de slijtage en het automatisch uitgeschakeld en verschijnt er een stroomverbruik tijdens de rit te beperken.
Directe start via mobiele telefoon* eurverwarming (p. 149) blijft de verwarming 50 minuten lang draaien. Zie de mobiele app Volvo On Call* voor informa- Controlelampje op transpondersleutel met PCC*. tie over de instellingen die vanaf een mobiele De interieurverwarming gaat van start, zodra de...
Pagina 153
KLIMAAT Motor- en interieurverwarming* - Motor- en interieurverwarming* - 5. Stel de gewenste uuraanduiding in met het direct uitschakelen timers duimwiel. De motor- en interieurverwarming is direct uit te De timers van de motor- en interieurverwarming 6. Druk kort op de knop OK, zodat de minuut- schakelen via het informatiedisplay.
KLIMAAT Uitschakelen U kunt de timergestuurde verwarming uitschake- len voordat de timer dat doet. Ga als volgt te werk: 1. Druk op de knop OK om het menu te ope- nen. 2. Ga met het duimwiel naar Verwarming maak een keuze met OK. >...
Pagina 155
KLIMAAT Motor- en interieurverwarming* - Wanneer een van de timers geactiveerd is, brandt In de onderstaande tabel staan de voorkomende meldingen het symbool voor een geactiveerde timer op het symbolen en displayteksten. display met de ingestelde tijd ernaast. Symbolen en displaymeldingen ten aan zien van de motor- en interieurverwarming (p.
50 km te rijden. Brandstofpeil laag Brandstofkachel Service ver- Verwarming defect. Neem voor reparatie contact op met een werkplaats. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. eist Een tekstmelding verdwijnt automatisch na enige tijd.
Pagina 157
N.B. Volvo adviseert u de extra verwarming op brandstof uit te schakelen tijdens korte ritten. Een erkende Volvo-dealer kan u informeren over de desbetreffende geografische gebieden. Een erkende Volvo-dealer kan u informeren over de desbetreffende motoren. Analoog instrumentenpaneel. Digitaal instrumentenpaneel.
Pagina 158
KLIMAAT Extra verwarming op stroom* De auto is uitgerust met een extra verwarming (p. 155) op brandstof (p. 155). De verwarming is niet handmatig te regelen, maar wordt nadat de motor is aangeslagen auto- matisch geactiveerd bij buitentemperaturen lager dan 14 °C en wordt gedeactiveerd wanneer de ingestelde interieurtemperatuur is bereikt.
Pagina 160
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Opbergmogelijkheden Overzicht van opbergmogelijkheden in passa- giersruimte...
Pagina 161
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Opbergvak in portierpaneel Opbergzak* aan de voorkant van de voor- stoelzittingen Parkeerkaarthouder Dashboardkastje (p. 160) Opbergvakken, bekerhouder (p. 160) Bekerhouder* in armsteun, achterbank Opbergvak WAARSCHUWING Bewaar losse voorwerpen, zoals een mobiele telefoon, camera, afstandsbediening voor extra uitrusting e.d., in het dashboardkastje of andere opbergruimten.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Middenconsole Middenconsole - aansteker en Dashboardkastje asbak* De middenconsole zit tussen de voorstoelen. Het dashboardkastje zit aan de passagierszijde. In bekerhouder onder de middenarmsteun zit een uitneembare asbak. De aansteker zit in de 12V-aansluiting (p. 161) voor de voorpassa- giers.
Inlegmatten* De inlegmatten vangen bijvoorbeeld vuil en natte De make-upspiegel zit aan de achterkant van de De elektrische aansluitingen (12 V) vindt u naast sneeuw op. Volvo biedt inlegmatten die speciaal zonneklep. de bekerhouder en achter in de middencon- vervaardigd zijn.
Extra uitrusting en accessoires – zoals beeld- De compressor van de noodreparatieset voor schermen, mediaspelers en mobiele telefoons banden (p. 353) is door Volvo getest en – die zijn aangesloten op een van de 12V- goedgekeurd. aansluitingen in de passagiersruimte worden...
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN • Lading vervoeren Dek scherpe randen met iets zachts af om Gerelateerde informatie • de bekleding te beschermen. Verankeringsogen (p. 165) Het laadvermogen is afhankelijk van het rijklaar • • Zet alle bagage met riemen of bevestigings- gewicht van de auto.
Voor vervoer van lading op het dak adviseren we ruimte te vereenvoudigen, kunt u de ruggedeel- u de door Volvo ontwikkelde lastdragers. Dit om ten van de achterbank neerklappen. Voor het schade aan de auto te voorkomen en voor maxi- vervoer van extra lange lading kunt u ook de rug- male veiligheid tijdens het rijden.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Verankeringsogen Lading vervoeren - houder voor 12V-aansluiting - bagageruimte* boodschappentassen* De inklapbare verankeringsogen in de bagage- U kunt de elektrische aansluiting voor verschil- ruimte gebruikt u om bagagebanden aan vast te lende accessoires gebruiken die op een span- Met de houder voor boodschappentassen kunt zetten.
Lading in de bagageruimte moet goed wor- den vastgezet, ook met een correct gemon- De compressor van de noodreparatieset voor teerd veiligheidsnet. banden is door Volvo getest en goedgekeurd. Voor informatie over het gebruik van de aan- bevolen noodreparatieset voor banden (TMK) Aanbrengen van Volvo, zie Noodreparatieset voor banden* (p.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN 2. Haak de karabijnhaken van het bagagenet 3. Haak de ene bevestigingshaak van het net Montage achterin vast in de verankeringsogen achter op de vast aan de voorste plafondbevestiging. 1. Vouw het bagagenet open. stoelrails – dit gaat eenvoudiger als u de rug- 4.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Veiligheidsrek Bagagerolhoes plafond op te klappen is en zo niet in de weg zit als u de bagageruimte wenst te verlengen. U Een veiligheidsrek voorkomt dat bagage of huis- kunt het veiligheidsrek desgewenst demonteren dieren in de bagageruimte bij krachtig afremmen en uit de auto nemen.
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Duw beide kanten vast. De rolhoes moet hoorbaar vastklikken en de rode markering moet verdwijnen. > Controleer of beide eindstukken vergren- deld zijn. Bagagerolhoes verwijderen 1. Duw op de knop van het ene eindstuk en til het uit de holte. 2.
Neem de resterende transpondersleutels mee Er zijn meer transpondersleutels bij te stellen, transpondersleutel in basisuitvoering en een naar de Volvo-werkplaats. Ter voorkoming van maar alleen in de varianten die bij de auto gele- transpondersleutel met PCC (Personal Car diefstal moet de code van de zoekgeraakte trans- verd werden.
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel - Instellingen vastleggen ontgrendelingsknop op de transpondersleutel personalisering* indrukken. Het bestuurdersportier dient daarbij Doe het volgende om de instellingen op te slaan open te staan. en gebruik te maken van het sleutelgeheugen in Dankzij het sleutelgeheugen van de transponder- de transpondersleutel: sleutel (p.
SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen - sleutel, zie Transpondersleutel - functies Voor auto's met Keyless start en indicatie (p. 176). ontgrendeling/vergrendeling • Het sleutelgeheugen wordt in de volgende geval- Kies een van de drie mogelijk positiegeheu- Wanneer u de auto vergrendelt of ontgrendelt len geactiveerd: gens voor de stoel met de stoelknoppen 1–3, met een transpondersleutel (p.
Volvo-werkplaats. Voor het starten van de auto, zie Motor starten (p. 286). Gerelateerde informatie • Op afstand bediende startblokkering met opsporingssysteem* (p. 175) Alleen bepaalde markten en in combinatie met Volvo On Call*. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel - functies Bij lang indrukken worden alle zijruiten tegelijker- tijd geopend. Voor meer informatie, zie Door- De transpondersleutel in basisuitvoering heeft luchtfunctie (p. 188). functies voor bijvoorbeeld vergrendeling en ont- grendeling van de portieren. De gelijktijdige ontgrendeling van alle portieren is dusdanig te wijzigen dat bij eenmaal indrukken Functies van de knop eerst het bestuurdersportier ont-...
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel - bereik Transpondersleutel met PCC* - U kunt deze functie met dezelfde toets weer uit- unieke functies schakelen, als de functie minimaal 5 seconden De functies van de transpondersleutel (in basis- actief geweest is. Anders wordt deze functie na uitvoering) zijn tot op ca.
Buiten het bereik van de telings rood op: het alarm is minder dan 5 plaats – geadviseerd wordt een erkende transpondersleutel minuten geleden afgegaan. Volvo-werkplaats. Als de transpondersleutel dermate ver van de Gerelateerde informatie auto verwijderd is dat er geen informatie over de •...
Sleutelblad verwijderen transpondersleutel en de auto mogelijk sto- De unieke code van de sleutelbladen is bekend bij de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook ringen onder invloed van radiogolven in de nieuwe sleutelbladen kunnen worden besteld. lucht, omringende gebouwen, topografische omstandigheden e.d.
SLOTEN EN ALARM Transpondersleutel - batterij N.B. vervangen Keer de transpondersleutel met de knoppen U moet de batterij in de transpondersleutel naar boven om te voorkomen dat de batterijen mogelijk vervangen. eruit vallen als deze wordt geopend. U moet de batterij in de transpondersleutel ver- vangen, als: BELANGRIJK •...
Pagina 184
N.B. (p. 172) daarvoor in het contactslot hoeft te zit- Volvo adviseert u om batterijen voor de trans- ten. U hoeft de transpondersleutel alleen bij u te pondersleutel/PCC te gebruiken die voldoen dragen in bijvoorbeeld een binnenzak. Het sys-...
SLOTEN EN ALARM Keyless drive* - bereik Keyless Drive* - veilig gebruik van Als u alle transpondersleutels uit de auto neemt transpondersleutel de transpondersleutel terwijl de motor draait, contactslotstand I of II (p. 86) actief is of alle portieren worden gesloten, Om een portier of de achterklep automatisch te Pas goed op alle transpondersleutels van de verschijnt er een waarschuwingsmelding op het...
SLOTEN EN ALARM Keyless Drive* - storingen in de Keyless Drive* - vergrendelen N.B. functie van de transpondersleutel Auto's met Keyless start en ontgrendeling/ Op auto's met een automatische versnellings- vergrendeling zijn voorzien van een knop voor De Keyless-functies (p. 182) kunnen gestoord bak moet de keuzehendel in de P-stand vergrendeling/ontgrendeling op de buitenhand- worden door elektromagnetische velden en...
SLOTEN EN ALARM Keyless Drive* - ontgrendelen Keyless Drive* - ontgrendelen met 1. Duw het sleutelblad ca. 1 cm recht omhoog sleutelblad in de opening aan de onderkant van de por- Er wordt ontgrendeld wanneer iemand een por- tierhandgreep/afdekking – niet wrikken. tierhandgreep beetpakt of op het met rubber Als de centrale vergrendeling niet op de trans- >...
SLOTEN EN ALARM Keyless Drive* - Keyless Drive* - locatie antennes WAARSCHUWING vergrendelingsinstellingen Auto's met Keyless start en ontgrendeling/ Personen met een pacemaker mogen niet vergrendeling zijn voorzien van een aantal anten- De vergrendelingsinstellingen voor auto's met dichter dan 22 cm bij de antennes van het nes die op verschillende locaties ingebouwd zijn passieve start en ontgrendeling/vergrendeling Keyless-systeem komen.
SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen - vanaf Vergrendelen/ontgrendelen - van N.B. de buitenkant de binnenzijde Let erop dat het alarm afgaat, wanneer het Met de transpondersleutel (p. 172) is vergren- Alle portieren en de achterklep kunnen tegelij- portier na ontgrendeling met het sleutelblad deling/ontgrendeling van de buitenkant mogelijk.
SLOTEN EN ALARM • Doorluchtfunctie Bij het indrukken van de knop voor centrale Gerelateerde informatie • Vergrendelen/ontgrendelen - vanaf de bui- vergrendeling Bij warm weer kunt u de doorluchtfunctie gebrui- tenkant (p. 187) ken om alle zijruiten tegelijk korte tijd te openen Bij lang indrukken worden ook alle zijruiten* •...
SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen - Vergrendelen/ontgrendelen - Gerelateerde informatie dashboardkastje • achterklep Transpondersleutel (p. 172) Dashboardkastje (p. 160) valt alleen te vergren- De achterklep is op meerdere manieren te ope- delen/ontgrendelen met het afneembare sleutel- nen, vergrendelen en ontgrendelen. blad van de transpondersleutel. Handmatig openen Voor informatie over het sleutelblad, zie Afneem- baar sleutelblad - verwijderen/aanbrengen...
SLOTEN EN ALARM te geven dat niet alle onderdelen van de auto Om de achterklep te ontgrendelen: BELANGRIJK beveiligd zijn. De niveausensoren en bewegings- – Druk op de knop (1) op het verlichtingspa- • De achterklep is met heel weinig kracht melders alsmede de sensoren in de opening van neel.
SLOTEN EN ALARM Elektrische achterklepbediening* Maximale openingshoek resetten: N.B. U kunt de achterklep van de auto openen/sluiten – Beweeg de klep handmatig naar de hoogst • Om oververhitting tegen te gaan wordt met een knop op het verlichtingspaneel, met het mogelijke stand.
SLOTEN EN ALARM • Voorgespannen veren Knop op verlichtingspaneel lang indrukken – Achterklep handmatig bedienen houd de knop ingedrukt totdat de achterklep wordt geopend. BELANGRIJK • Knop op transpondersleutel lang indrukken – Bij handmatige bediening van de achterklep houd de knop ingedrukt totdat de achterklep is het zaak de klep langzaam te openen of wordt geopend.
SLOTEN EN ALARM Safelock-functie* Voor een beschrijving van het menusysteem, zie WAARSCHUWING MY CAR (p. 121). Bij activering van de Safelock-functie worden Laat niemand in de auto zitten zonder eerst alle vergrendelknoppen en openingshandgrepen de Safelock-functie te deactiveren om te N.B.
SLOTEN EN ALARM Kinderslot - handmatige activering Kinderslot - elektrische activering* N.B. Het kinderslot voorkomt dat kinderen een achter- Het elektrisch geactiveerde kinderslot voorkomt • De vergrendelbus van een portier dient portier vanaf de binnenzijde kunnen openen. dat kinderen achter in de auto de achterportie- alleen om het desbetreffende portier te ren of de achterste zijruiten kunnen openen.
– geadviseerd Onder de bekerhouder in de middenconsole zijde (p. 187) wordt een erkende Volvo-werkplaats. zit een van de sensoren voor het alarm: deze sensor is gevoelig voor metalen. Bewaar geen parkeergeld, sleutels en soort-...
SLOTEN EN ALARM Alarmindicatie Alarmsysteem - automatische N.B. herinschakeling De alarmindicatie geeft de status aan van het Probeer niet zelf de onderdelen van het alarmsysteem (p. 195). De automatische herinschakeling van het alarm alarmsysteem te repareren of te wijzigen. Der- voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm- gelijke pogingen kunnen van invloed zijn op systeem (p.
SLOTEN EN ALARM Alarmsysteem - transpondersleutel Alarmsignalen Beperkt alarmniveau defect Wanneer het alarm (p. 195) afgaat, klinkt een Een beperkt alarmniveau houdt in dat de bewe- Als u het alarm (p. 195) niet kunt uitschakelen sirene en knipperen alle richtingaanwijzers. gingsmelders en niveausensoren tijdelijk worden met de transpondersleutel (als bijvoorbeeld de uitgeschakeld.
SLOTEN EN ALARM Typegoedkeuring - Land/regio transpondersleutelsysteem China De typegoedkeuring voor het transpondersleu- telsysteem staat in de tabel. Vergrendelingssysteem standaard Land/regio EU, China Hongkong Passieve vergrendeling (Keyless Drive) Gerelateerde informatie Land/regio • Transpondersleutel (p. 172) Korea...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Actief chassis - FOUR-C* Stuurkrachtinstelling* Bediening Het actieve chassissysteem FOUR-C De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging (Continously Controlled Chassis Concept) zorgt ervoor dat de stuurbekrachtiging afneemt stemt de eigenschappen van de schokdempers naarmate de rijsnelheid oploopt, waardoor u een af op de gewenste rijeigenschappen van de beter gevoel met de weg krijgt.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Elektronische stabiliteitsregeling Gerelateerde informatie Antislipregeling • (ESC) - algemeen MY CAR (p. 121) Deze regeling controleert de aandrijfkracht en remkracht van elk van de afzonderlijke wielen om De stabiliteitsregeling ESC ((Electronic Stability de auto op die manier te stabiliseren. Control)) helpt u voorkomen dat de wielen door- slippen en verbetert de tractie van de auto.
De Sport-modus maakt tevens maximale aandrij- ving mogelijk, als de auto is blijven steken of over een zachte ondergrond (zoals zand of een dikke laag sneeuw) rijdt. Trailer Stability Assist is inbegrepen bij montage van een originele Volvo-trekhaak. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand, zet de motor af en start deze opnieuw. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. ‘Melding’ Er staat een melding op het instrumentenpaneel (p. 70) - lees deze! Brandt 2 seconden lang Systeemtest bij het starten van de motor.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer Snelheidsbegrenzer - beknopte Gerelateerde informatie • bedieningsinstructies Snelheidsbegrenzer - beknopte bedienings- Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te instructies (p. 205) beschouwen als een omgekeerde cruisecontrol Inschakelen en activeren • – u regelt de snelheid met het gaspedaal, terwijl Snelheidsbegrenzer - tijdelijk deactiveren en Wanneer de snelheidsbegrenzer actief is, ver- de snelheidsbegrenzer voorkomt dat u per onge-...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer - snelheid Snelheidsbegrenzer - tijdelijk 2. Scrol met de -knop, totdat op het instru- wijzigen deactiveren en stand-bystand mentenpaneel een markering (5) voor de gewenste maximumsnelheid verschijnt. Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te Opgeslagen snelheid wijzigen beschouwen als een omgekeerde cruisecontrol >...
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Snelheidsbegrenzer - alarm – Trap het gaspedaal volledig in. Snelheidsbegrenzer - tijdelijk deactiveren en overschrijding snelheid stand-bystand (p. 206) > Op het instrumentenpaneel staat de • opgeslagen maximumsnelheid met een Snelheidsbegrenzer - uitschakelen (p. 208) Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter) is te gekleurde markering (5) en u kunt de beschouwen als een omgekeerde cruisecontrol ingestelde maximumsnelheid tijdelijk over-...
(p. 205) stand-bystand). • Snelheidsbegrenzer - tijdelijk deactiveren en stand-bystand (p. 206) • Snelheidsbegrenzer - alarm overschrijding snelheid (p. 207) Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol* - snelheid regelen Om aan te passen met 5 km/h (5 mph): WAARSCHUWING • U kunt een snelheid activeren, instellen en een Kort indrukken - elke keer drukken komt De bestuurder dient altijd rekening te houden opgeslagen snelheid wijzigen. overeen met 5 km/h (5 mph).
Pagina 212
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol* tijdelijk deactiveren Cruisecontrol* - ingestelde snelheid Wanneer u tijdelijk gas geeft via het gaspedaal en stand-bystand hervatten zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling ongewijzigd – de auto hervat de laatst opgesla- Het systeem is tijdelijk te activeren en in de De cruisecontrol (CC –...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol* - uitschakelen Afstandswaarschuwing* N.B. De afstandswaarschuwing (Distance Alert) waar- De afstandswaarschuwing is uitgeschakeld, Hier volgt een beschrijving van hoe u het sys- schuwt u, als het tijdsverschil ten opzichte van zolang de adaptieve cruisecontrol actief is. teem uitschakelt. de voorligger te klein wordt.
Pagina 214
BESTUURDERSONDERSTEUNING Afstandswaarschuwing* - dat geval is het systeem te bedienen via het Hetzelfde symbool verschijnt ook wanneer de beperkingen menusysteem MY CAR (p. 121) van de auto - ga Adaptieve cruisecontrol (p. 216) geactiveerd is. vandaar naar de functie Afstandswaarschuwing Dit systeem, dat gebruik maakt van dezelfde N.B.
Pagina 215
BESTUURDERSONDERSTEUNING Gerelateerde informatie • Afstandswaarschuwing* (p. 211) • Afstandswaarschuwing* - symbolen en mel- dingen (p. 214) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
De afstandswaarschuwing en Collision Warning met Auto Brake werken niet of gedeeltelijk. vereist Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk.
(p. 211) geattendeerd op de korte werkplaats – geadviseerd wordt een erkende • Adaptieve cruisecontrol* - van cruisecontrol- afstand. Volvo-werkplaats. functie wisselen (p. 224) Na een servicebeurt kan het ACC-systeem • Radarsensor (p. 228) gedurende een bepaalde tijd een enigszins •...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - werking WAARSCHUWING WAARSCHUWING Deze bestaat uit een cruisecontrol die gekop- De adaptieve cruisecontrol is geen systeem Het rempedaal beweegt, wanneer de adap- peld is aan een afstandshouder. dat botsingen voorkomt. Grijp zelf in zodra u tieve cruisecontrol remt. Laat uw voet niet merkt dat het systeem een voorligger niet onder het rempedaal rusten –...
Pagina 219
BESTUURDERSONDERSTEUNING • (p. 221) gezet, waarna er niet langer automatisch Adaptieve cruisecontrol* - een ander voertuig N.B. wordt afgeremd – u moet dan zelf remmen om inhalen (p. 222) In de felle zon en bij gebruik van een zonne- een veilige afstand te houden tot voorliggers. bril is de geprojecteerde informatie op de Waarschuwingssymbool –...
Cruisecontrol – Aan/Uit of stand-bystand. Stand-by zetten Tijdsverschil – Verlengen/verkorten. Tijdsverschil – Verlengen/verkorten. Activeren en snelheid aanpassen. Activeren en snelheid aanpassen. (Wordt niet gebruikt) Een Volvo-dealer kan u informeren over wat er op uw markt geldt. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
BESTUURDERSONDERSTEUNING • • Adaptieve cruisecontrol* - snelheid de hogere snelheid met de GROENE marke- Druk op de stuurknop – op het instru- regelen ring is de voorgeprogrammeerde snelheid mentenpaneel (8) gaat een vergelijkbaar WIT • symbool branden om aan te geven dat de de lagere snelheid is de snelheid van de adaptieve cruisecontrol stand-by (p.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - N.B. N.B. tijdsverschil instellen Als u een knop van de adaptieve cruisecontrol Houd alleen een volgtijd aan die niet in strijd meerdere minuten ingedrukt houdt, wordt de is met de geldende verkeersregels. U kunt verschillende tijdsver- cruisecontrol geblokkeerd en uitgeschakeld.
BESTUURDERSONDERSTEUNING • • Adaptieve cruisecontrol* - tijdelijke u zet de keuzehendel in stand N (automati- het toerental van de motor wordt te laag/ deactivering en stand-by sche versnellingsbak) hoog • • u houdt meer dan 1 minuut lang een hogere de snelheid is gedaald tot onder zo'n De adaptieve cruisecontrol is tijdelijk te deactive- snelheid aan dan ingesteld.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - een Adaptieve cruisecontrol* - Adaptieve cruisecontrol* - File- ander voertuig inhalen uitschakelen assistent De file-assistent is een aanvulling op de adap- Als u achter een voorligger rijdt en u met de rich- Knoppenset met snelheidsbegrenzer tieve cruisecontrol die ook bij snelheden lager tingaanwijzer aangeeft te willen inhalen, helpt De adaptieve cruisecontrol wordt uitgeschakeld...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Groter snelheidsinterval > De adaptieve cruisecontrol zal dan de voor- WAARSCHUWING ligger opnieuw volgen. Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rij- N.B. dende voorligger volgt bij snelheden hoger N.B. dan 30 km/h (20 mph), van doelvoertuig ver- Om de adaptieve cruisecontrol te kunnen andert en vervolgens een stilstaand voertuig De File-assistent kan de auto maximaal activeren moet u het bestuurdersportier heb-...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - van auto mogelijk gaat rollen – u moet daarom ingrij- Wisselen van CC naar ACC cruisecontrol-functie wisselen pen en zelf remmen om de auto stil te houden. Schakel de cruisecontrol uit met 1–2 keer druk- ken op de -knop zoals aangegeven in de uit- De File-assistent los in de volgende gevallen de Wisselen van ACC naar CC...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - storingen schijnt, betekent dit dat de radarsensor (p. 228) In de volgende tabel staan voorbeelden van opsporen en verhelpen van de adaptieve cruisecontrol geen voorliggers mogelijke oorzaken van het verschijnen van de kan ontdekken. melding en passende maatregelen: Als op het instrumentenpaneel de melding Deze melding geeft aan dat de Afstandswaar- Radar afgedekt Zie instructieboekje...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* - symbolen een paar voorbeelden - volg in die gevallen het en meldingen gegeven advies op: Soms kan de adaptieve cruisecontrol een sym- bool en/of een melding weergeven. Hier ziet u Symbool Melding Betekenis Het symbool is GROEN De auto houdt de opgeslagen snelheid aan.
Service vereist • Neem dan contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Remmen om stil te blijven De auto staat stil en de cruisecontrol lost de rem, zodat de parkeerrem verder kan remmen en de auto stil kan houden.
- zie het gedeelte ‘Onderhoud’ • Neem contact op met een werkplaats – (p. 244). geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. Blikveld Als de grille, de radarsensor of de console De radarsensor heeft een beperkt bereik. In...
Pagina 231
BESTUURDERSONDERSTEUNING WAARSCHUWING WAARSCHUWING De bestuurder dient altijd rekening te houden De adaptieve cruisecontrol is geen systeem met de verkeersomstandigheden en in te grij- dat botsingen voorkomt. Grijp zelf in zodra u pen, wanneer de adaptieve cruisecontrol geen merkt dat het systeem een voorligger niet passende snelheid of afstand aanhoudt.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Typegoedkeuring - radarsysteem De typegoedkeuringen voor de radareenheden van de auto staan in de volgende tabel. Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo e não pode causar interferência a sistemas operando em caráter primário.
Pagina 233
BESTUURDERSONDERSTEUNING Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS ✓ 14785/POSTEL/2010 1982 Indonesië ✓ 38806/SDPPI/2015 4927 Type Approval No.: TRC/LPD/2009/87 ✓ Equipment type: Low Power Device (LPD) Jordanië Type Approval No.: TRC/LPD/2015/3 ✓ Equipment Type: Low Power Device (LPD) AGREE PAR L'ANRT MAROC ✓ Numero d'agrement : MR 4838 ANRT 2009 Date d'agrement : 22/05/2009 Marokko...
Pagina 234
BESTUURDERSONDERSTEUNING Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS ✓ CCAB09LP4590T3 Taiwan ✓ CCAB15LP0680T0 ACC = Adaptive Cruise Control BLIS = Blind Spot Information Gerelateerde informatie • Radarsensor (p. 228)
- geadviseerd zal City Safety automatisch remmen, wat aan- verkeer vóór u gekoppeld aan onoplettendheid wordt een erkende Volvo-werkplaats. doet als een krachtige remmanoeuvre. tot bijna-ongelukken kunnen leiden. Het City Safety™ dat actief is bij een snelheid tot...
BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety™ - bediening Wanneer het systeem ingrijpt en remt, verschijnt op het instrumentenpaneel de displaymelding dat City Safety™ is een hulpmiddel om u te helpen het systeem actief is/was. een botsing te voorkomen tijdens filerijden e.d., waarbij plotselinge wijzigingen in het verkeer N.B.
BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety™ - beperkingen Wanneer u achteruitrijdt, is City Safety tijdelijk WAARSCHUWING gedeactiveerd. De City Safety-sensor is erop gebouwd om De lasersensor geeft ook laserlicht af, wan- auto's en andere voertuigen vóór u te ontdekken, City Safety wordt niet geactiveerd op lage snel- neer u City Safety™...
Voorruitsensoren afgedekt Zie instructieboek op het instrumentenpaneel ver- • Volvo adviseert u scheurtjes, krassen of schijnt, worden de lasersensoren gehinderd zodat sterren in het gebied vóór de lasersensor ze geen voertuigen vóór de auto kunnen registre- niet te repareren, maar de complete ren.
– geadviseerd wordt een van de afwijkingen conform ‘Laser Notice No. erkende Volvo-werkplaats. Het is daarom essen- 50’, d.d. 26 juli 2001. tieel dat u de aangegeven instructies opvolgt bij Stralingsgegevens voor lasersensor het hanteren van de lasersensor.
Pagina 240
• City Safety™ - werking (p. 233) erkende werkplaats – geadviseerd wordt • City Safety™ - bediening (p. 234) een erkende Volvo-werkplaats. • • Stel de lasersensor niet bij en voer geen City Safety™ - symbolen en meldingen onderhoud uit dat niet uitdrukkelijk in (p.
Lees meer over de beperkingen van de lasersensor (p. 235). City Safety Service vereist City Safety™ is defect. • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Gerelateerde informatie • City Safety™ (p. 233) •...
– geadviseerd ‘Collision Warning met Auto Brake en fietsers- en wordt een door Volvo erkende werkplaats. voetgangersdetectie’ kan een aanrijding voorko- men of de impactsnelheid verlagen. Gerelateerde informatie Gebruik ‘Collision Warning met Auto Brake en •...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - werking 1 – Collision Warning 3 - Auto Brake Eerst wordt u gewaarschuwd voor een dreigende Op het laatste moment wordt de automatische aanrijding. remfunctie geactiveerd. Collision Warning kan voetgangers, fietsers of Als u in deze fase nog steeds niet aan een uit- voertuigen voor uw auto registreren die stilstaan wijkmanoeuvre bent begonnen en het aanrij- of zich in dezelfde richting als u bewegen.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - detectie van recht van achteren gezien en in het verlengde van de WAARSCHUWING hartlijn door de auto. fietsers Collision Warning werkt niet in alle rijsituaties, Voor optimale prestaties van het systeem dient verkeers-, weers- en wegomstandigheden. de systeemfunctie die verantwoordelijk is voor Collision Warning reageert niet op naderende identificatie van fietsers zo uniform mogelijke...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - detectie van (links of rechts ervan) worden mogelijk laat Gerelateerde informatie • voetgangers of helemaal niet ontdekt. Collision Warning* (p. 240) • Bij zonsondergang en -opgang kan het sys- teem fietsers minder goed registreren – ver- gelijkbaar met het menselijke oog.
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Collision Warning* - bediening Een voetganger is alleen te ontdekken wan- N.B. neer deze helemaal zichtbaar is en een De functies Brake Support en Auto Brake zijn Waarschuwingssignalen Aan en Uit lengte heeft van minimaal 80 cm. altijd actief – ze kunnen niet uitgeschakeld •...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Instellingen controleren Geluidssignaal N.B. Na het starten van de motor is het geluidssignaal De actuele instellingen zijn te controleren via het Bij gebruik van de adaptieve cruisecontrol apart in/uit te schakelen: display van de middenconsole en in het menu- worden het waarschuwingslampje en de systeem (p.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - beperkingen N.B. WAARSCHUWING Het systeem heeft bepaalde beperkingen – zo is Als de gecombineerde camera en radarsen- Het visuele waarschuwingssignaal kan korte het systeem pas actief bij snelheden van zo'n sor op grond van de verkeerssituatie of tijd buiten werking worden gesteld, wanneer 4 km/h (3 mph) en hoger.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - beperkingen teem waarschuwt dan minder snel en minder De camerasensor kent ongeveer dezelfde beper- van de camerasensor vaak. kingen als het menselijk oog. Dit houdt in dat de sensor minder goed "ziet" bij hevige regen- of Met geactiveerde achteruitversnelling is de Colli- "Collision Warning met Auto Brake en voetgan- sneeuwval en in dichte mist.
Pagina 250
– gead- vuil of bedekt met camera van vuil, viseerd wordt een sneeuw of ijs. sneeuw en ijs. erkende Volvo-werk- plaats. Bij dichte mist en Valt niets aan te doen. hevige regen- of Bij hevige neerslag Gerelateerde informatie...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Collision Warning* - symbolen en bedoeld is om u te waarschuwen, wanneer het meldingen gevaar bestaat dat u op een voetganger of ach- ter op een (stilstaande of rijdende) fietser of "Collision Warning met Auto Brake en voetgan- voorligger botst. gers- en fietsersdetectie"...
Pagina 252
Collision Warning met Auto Brake werkt niet of gedeeltelijk. vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Gerelateerde informatie •...
Pagina 253
BESTUURDERSONDERSTEUNING BLIS* Overzicht BLIS (Blind Spot Information) is een functie om u ondersteuning te bieden bij rijden in druk ver- keer op wegen met meerdere rijbanen in dezelfde richting. Het BLIS-systeem is een hulpmiddel om u te waarschuwen voor: • voertuigen in de dode hoek •...
BESTUURDERSONDERSTEUNING BLIS* - bediening Wanneer BLIS werkt BLIS (Blind Spot Information) is een functie om u ondersteuning te bieden bij rijden in druk ver- keer op wegen met meerdere rijbanen in dezelfde richting. BLIS activeren/deactiveren BLIS wordt geactiveerd bij het starten van de motor wat bevestigd wordt door de controlelamp- jes op de portierpanelen die één keer oplichten.
BELANGRIJK Reparaties aan de componenten van de BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de bumper mogen uitsluitend in een werkplaats worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- plaats wordt aanbevolen. Aan/Uit voor de sensoren voor Parkeerhulp en CTA. Principe voor CTA.
Pagina 256
PAS-voorstelling (p. 271) op het beeld- BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de scherm. bumper mogen uitsluitend in een werkplaats worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- Beperkingen plaats wordt aanbevolen. Het CTA werkt niet in alle situaties optimaal, maar heeft zijn beperkingen – zo kunnen de Onderhoud CTA-sensoren niet ‘door’...
• Bezoek een werkplaats als de melding niet ver- dwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Meldingen kunt u van het display halen door de OK-knop op de richtingaanwijzerhendel kort in te drukken. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie (RSI)* Verkeersbordenherkenning (RSI)* - WAARSCHUWING bediening Het verkeersbordinformatiesysteem (RSI – Road RSI werkt niet in alle situaties, maar is uitslui- Sign Information) helpt u onthouden welke snel- Het verkeersbordinformatiesysteem (RSI – Road tend bedoeld als een aanvullend hulpmiddel. heidsborden u gepasseerd bent.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Einde snelheidsbeperking of snelweg Aanvullende borden Het snelheidsbord dat aan dit type aanvullend bord is gekoppeld, verschijnt alleen als u de rich- Wanneer het RSI een bord registreert dat het tingaanwijzer gebruikt. einde van een snelheidsbeperking aangeeft (of andere snelheidsspecifieke informatie zoals het einde van een snelweg), verschijnt het desbetref- fende verkeersbord ca.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie (RSI)* Road Sign Information Aan/Uit perking met 5 km/h (5 mph) of meer. De waar- beperkingen schuwing bestaat uit een tijdelijk knipperend symbool voor de maximumsnelheid als de snel- Het verkeersbordinformatiesysteem (RSI – Road heid wordt overschreden. U kunt het systeem Sign Information) helpt u onthouden welke snel- activeren/deactiveren in het menusysteem MY heidsborden u gepasseerd bent.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Driver Alert System* Driver Alert Control (DAC)* Gerelateerde informatie • Driver Alert Control (DAC)* (p. 259) Driver Alert System is bestemd om u te helpen Het DAC-systeem is bedoeld om uw aandacht • als de auto op een ongecontroleerde manier te trekken, wanneer u de auto op een ongecon- Rijbaanassistent (LDW)* (p.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Driver Alert Control (DAC)* - vermoeidheid de auto op een geschikte plek par- WAARSCHUWING bediening keert om een pauze in te lassen, ongeacht de Neem een waarschuwing altijd serieus, omdat vraag of DAC nu wel of niet heeft gewaarschuwd. Via het menusysteem op het display van de mid- u bij slaperigheid uw lichamelijke conditie denconsole zijn instellingen te verrichten.
Driver Alert-systeem Service Het systeem is defect. vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. De symbolen zijn schematisch - afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Gerelateerde informatie •...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LDW) - functie Rijbaanassistent (LDW)* N.B. De rijbaanassistent (Lane Departure Warning) Het is mogelijk bepaalde instellingen te verrich- Iedere keer dat de wielen een markering pas- dient voor gebruik op snelwegen, hoofdwegen ten voor de Rijbaanassistent(Lane Departure seren wordt u slechts eenmaal gewaar- en dergelijke en beperkt het risico dat u in Warning).
BESTUURDERSONDERSTEUNING • • Rijbaanassistent (LDW) - bediening Aan bij starten - De functie staat bij iedere Het LDW-symbool heeft GRIJZE zijlijnen – motorstart stand-by. Anders is de functiesta- het systeem staat stand-by, omdat de snel- De rijbaanassistent (Lane Departure Warning) tus bij het afzetten van de motor bepalend.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LDW) - beperkingen De camerasensor van de Rijbaanassistent (Lane Departure Warning) heeft beperkingen, net als het menselijk oog. Lees meer over de beperkingen van de camera- sensor (p. 247). N.B. In de volgende situaties waarschuwt het LDW echter niet: •...
Lees meer over de beperkingen van de camerasensor (p. 247). Driver Alert-systeem Service ver- Het systeem is defect. eist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Gerelateerde informatie • Rijbaanassistent (LDW)* (p. 262)
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LKA)* Werkingsprincipe van LKA WAARSCHUWING De rijbaanassistent dient voor gebruik op snel- De Rijbaanassistent is slechts een hulpmiddel wegen, hoofdwegen en dergelijke en beperkt voor de bestuurder en werkt niet in alle rijsitu- het risico dat u in bepaalde situaties onbedoeld aties, verkeers-, weers- en wegomstandighe- de eigen rijbaan verlaat.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LKA) - werking via het MY CAR van de auto. Voor een beschrij- Als de auto de linker of rechter zijlijn van de rij- ving van het menusysteem, zie MY CAR (p. 121). baan nadert zonder dat u de richtingaanwijzer Het is mogelijk bepaalde instellingen te verrich- hebt geactiveerd, wordt de auto bijgestuurd.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LKA) - bediening Dynamisch bochtenwerk De rijbaanassistent (Lane Keeping Aid) wordt in verschillende situaties gecompleteerd met dui- delijke grafische voorstellingen op het instru- mentenpaneel. Hier volgen enkele voorbeelden: N.B. Het LKA staat uit zolang u de richtingaanwij- zerhendel bedient. LKA grijpt in aan de rechterkant.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent (LKA) - een tekstmelding aangespoord om de auto actief beperkingen te sturen. De camerasensor van de Rijbaanassistent (Lane Als u de aansporing om actief te sturen niet Keeping Aid) heeft beperkingen, net als het opvolgt, wordt de Rijbaanassistent stand-by menselijk oog.
Het systeem is defect. vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Rijbaanassistentie onder- LKA is uitgeschakeld en staat stand-by. Wanneer het systeem weer actief is, kunt u dat aan de lijnen van het LKA-symbool zien.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulp* Park Assist* - functie WAARSCHUWING Parkeerhulp is bedoeld als hulpmiddel tijdens De Park Assist wordt bij het starten van de • Hoewel de Park Assist handig is bij het het parkeren. Geluidssignalen en symbolen op motor automatisch geactiveerd – het lampje in parkeren, bent u nog altijd schadeplichtig het display van de middenconsole geven de de schakelaar brandt.
BESTUURDERSONDERSTEUNING • gevuld. Als er zowel voor als achter de auto Park Assist* - storingsindicatie (p. 274) obstakels binnen deze afstand zijn waargenomen, • Parkeerhulpcamera* (p. 275) wisselen de geluidssignalen uit de luidsprekers voor- en achterin elkaar af. BELANGRIJK Obstakels zoals kettingen, smalle glanzende palen of lage obstakels kunnen "afgescha- duwd"...
– zonder een originele aanhangerkabel afstand aan tot een waargenomen obstakel. afstand aan tot een waargenomen obstakel. van Volvo – moet u de Park Assist mogelijk handmatig uitschakelen om te voorkomen dat Bij het starten van de motor wordt Park Assist de sensoren erop reageren.
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Park Assist* - storingsindicatie wordt het systeem hervat wanneer de snelheid Parkeerhulp* - aan de achterzijde (p. 273) daalt tot onder 10 km/h (6 mph). • Parkeerhulp is bedoeld als hulpmiddel tijdens Parkeerhulpcamera* (p. 275) het parkeren. Geluidssignalen en symbolen op N.B.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Park Assist* - sensoren Parkeerhulpcamera* schoonmaken De parkeerhulpcamera is een ondersteunend systeem dat geactiveerd wordt bij inschakeling Parkeerhulp is bedoeld als hulpmiddel tijdens van de achteruitversnelling. het parkeren. Geluidssignalen en symbolen op het display van de middenconsole geven de De cameraweergave verschijnt op het display van afstand aan tot een waargenomen obstakel.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Functie en bediening Bij het inschakelen van de achteruitversnelling N.B. wordt met behulp van ononderbroken lijnen gra- Houd voor optimale werking de cameralens fisch aangegeven waar de achterwielen van de vrij van vuil, sneeuw en ijs. Dit is vooral van auto uitkomen bij de actuele stuuruitslag –...
Pagina 279
De verschillende lijnen van het systeem. gen die met originele trekhaakbedrading van Volvo aangesloten is. De afstand wordt aangegeven met gekleurde velden Grenslijn vrije achteruitrijzone (voor elke sensor één).
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera - instellingen Gerelateerde informatie 3. Markeer de optie van uw keuze door op • OK/MENU te drukken en verlaat het menu Parkeerhulpcamera - instellingen (p. 278) Uitgeschakelde camera activeren met EXIT. • Park Assist-camera - beperkingen (p. 279) Bij het inschakelen van de achteruitversnelling •...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Park Assist-camera - beperkingen Actieve parkeerhulp (PAP)* Gerelateerde informatie • Parkeerhulpcamera* (p. 275) De actieve parkeerhulp (PAP – Park Assist Pilot) N.B. • helpt u bij het parkeren door eerst te controleren Parkeerhulp* (p. 271) of het vak groot genoeg is en daarna het stuur- Fietsdragers of andere accessoires achter op wiel te draaien en de auto in het vak te parkeren.
BESTUURDERSONDERSTEUNING • Actieve parkeerhulp (PAP)* - De snelheid moet lager zijn dan 50 km/h WAARSCHUWING werking (30 mph). PAP werkt niet in alle situaties, maar is uitslui- tend bedoeld als een aanvullend hulpmiddel. N.B. Als bestuurder bent u er altijd verantwoorde- PAP meet de ruimte en stuurt de auto –...
BESTUURDERSONDERSTEUNING Actieve parkeerhulp (PAP)* - 2. Let op het instrumentenpaneel en stop de N.B. werking auto als dit met grafische voorstellingen en PAP meet de ruimte en stuurt de auto – aan teksten van u verlangd wordt. u de taak om: N.B.
BESTUURDERSONDERSTEUNING Bij het achterwaarts inparkeren stuurt PAP de 3 - Positioneren BELANGRIJK auto in het parkeervak. Ga als volgt te werk: De waarschuwingsafstand is korter, wanneer 1. Controleer of de ruimte achter u vrij is en de sensoren worden gebruikt door PAP dan schakel de achteruitversnelling in.
Pagina 285
BESTUURDERSONDERSTEUNING Actieve parkeerhulp (PAP)* - het parkeervak, wanneer het PAP de BELANGRIJK beperkingen beschikbare ruimte meet. Onder bepaalde omstandigheden kan PAP • Parkeervakken in smalle straten kunnen niet geen parkeerplaatsen vinden - een reden kan De PAP-regeling wordt beëindigd: altijd worden aangeboden, aangezien de zijn dat de sensoren worden verstoord door •...
(p. 275) meters mogelijk moeten worden bijgewerkt. Als een melding aangeeft dat PAP buiten wer- Informeer bij een werkplaats – geadviseerd king is, wordt geadviseerd contact op te nemen wordt een erkende Volvo-werkplaats. met een erkende Volvo-werkplaats. Onderhoud Gerelateerde informatie •...
STARTEN EN RIJDEN Motor starten 2. Houd het koppelingspedaal volledig inge- N.B. drukt . (Bij auto's met automatische versnel- De motor is te starten en uit te schakelen met Voor bepaalde motortypen kan het stationaire lingsbak – bedien het rempedaal.) behulp van de transpondersleutel en de knop toerental bij een koude start duidelijk hoger START/STOP ENGINE.
Druk op START/STOP ENGINE – de motor Afstandsstart is te activeren via de transponder- slaat af. sleutel en/of via Volvo On Call*. Functie Als de keuzehendel niet in stand P staat of als de • De klimaatregeling start met automatische instel-...
STARTEN EN RIJDEN Afstandsstart (ERS) - bediening 1. Druk kort op de knop (2) van de sleutel. N.B. 2. Druk vervolgens lang – minimaal 2 seconden Houd rekening met lokale/nationale regelge- – op de knop (3). ving/voorschriften voor stationair rijden. Neem Als aan de voorwaarden voor afstandsstart is vol- ook de lokale/nationale regelgeving/voor- daan, vindt bovendien het volgende plaats:...
STARTEN EN RIJDEN • Afstandsstart (ERS) - symbolen en Om te controleren of de afstandsstart de motor de afstandsstart is langer dan 15 minuten meldingen gestart heeft kunt u op de toets (5) drukken – als actief geweest. de motor aangeslagen is, wordt dit aangegeven Bij het afzetten van een via afstandsstart geacti- In situaties waarbij ERS uitblijft of wordt onder- met de lampjes bij de knoppen (2) en (3).
Koel- auto zit. Bestuurder in Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. ding vanuit het koelsys- vloeistofpeil auto teem, zie Koelvloeistof - laag Gerelateerde informatie ERS is onderbroken Starten op peil (p.
STARTEN EN RIJDEN Starthulp met andere accu 4. Bevestig de ene klem van de rode startkabel 11. Start de motor in de auto met de uitgeputte aan de pluspool (1) van de hulpaccu. accu. Als de startaccu (p. 388) uitgeput is, kunt u de auto starten met stroom van een hulpaccu.
STARTEN EN RIJDEN Versnellingsbakken Handgeschakelde versnellingsbak Gerelateerde informatie • Motor starten (p. 286) Er zijn twee hoofdgroepen versnellingsbakken. De versnellingsbak heeft tot taak de overbren- Handgeschakelde en automatische versnellings- gingsverhouding af te stemmen op de gewenste bakken. snelheid en vermogensbehoefte. •...
Pagina 295
STARTEN EN RIJDEN Schakelindicator* Blokkering achteruitversnelling Automatische versnellingsbak De blokkering van de achteruitversnelling beperkt De schakelindicator geeft aan, wanneer u het het risico dat u tijdens het vooruitrijden op nor- beste kunt opschakelen of terugschakelen. male snelheid onbedoeld de achteruitversnelling Belangrijk voor een milieubewuste rijstijl is het inschakelt.
Pagina 296
STARTEN EN RIJDEN Automatische versnellingsbak - Parkeerstand - P Achteruitrijstand - R Geartronic* Selecteer stand P, wanneer u de motor start of De auto moet stilstaan wanneer u de hendel in de auto parkeert. stand R zet. De versnellingsbak Geartronic heeft twee scha- kelstanden - Automatisch en Handmatig.
Pagina 297
STARTEN EN RIJDEN U activeert de handmatige schakel- N.B. stand door de hendel zijwaarts vanuit Als de versnellingsbak een Sport-stand kent, de stand D naar de eindstand bij "+S-" is handmatig schakelen pas te activeren wan- te bewegen. Het symbool "+S-" op het neer u de keuzehendel vooruit of achteruit in instrumentenpaneel verkleurt van WIT naar stand ‘+S–’...
Pagina 298
STARTEN EN RIJDEN te duwen – op het display verandert de Geartronic - Sport-modus* (S) N.B. De sportstand levert een sportiever rij- Automatische deactivering gedrag op en maakt het mogelijk om 3. Laat het rempedaal los en geef voorzichtig Als u de stuurpaddles niet gebruikt, worden hogere toeren te maken in de versnel- gas.
STARTEN EN RIJDEN Keuzehendelblokkering down uit te voeren, gebeurt er niets. De auto blijft Automatische keuzehendelblokkering in de oorspronkelijke versnelling rijden. De automatische versnellingsbak kent enkele bij- De keuzehendelblokkering is verkrijgbaar in twee zondere beveiligingsfuncties: uitvoeringen: een mechanische en een automati- Bij kickdown kan de auto afhankelijk van het sche.
STARTEN EN RIJDEN Automatische schakelblokkering Gerelateerde informatie Hellingrem (HSA)* • deactiveren Automatische versnellingsbak - Geartronic* U hoeft het rempedaal niet te bedienen wanneer (p. 294) u wegrijdt of achteruit een helling oprijdt - het HSA-systeem (Hill Start Assist) voorkomt dat de auto achteruitrolt.
STARTEN EN RIJDEN Vierwielaandrijving - AWD* Hill Descent Control (HDC)* De vierwielaandrijving verhoogt de rijveiligheid tij- dens regen- en sneeuwval en bij ijzel. Bij vierwielaandrijving is de grip op het wegdek HDC is te vergelijken met een automatische optimaal. motorrem. Wanneer u op een aflopende helling Gerelateerde informatie het gaspedaal loslaat, wordt de auto normaal •...
STARTEN EN RIJDEN Bij een handgeschakelde versnellingsbak werkt HDC wordt gedeactiveerd: WAARSCHUWING het systeem alleen in de eerste versnelling en in • met de aan/uit-knop op de middenconsole HDC werkt niet in alle situaties, maar is uit- de achteruitversnelling. sluitend bedoeld als een aanvullend hulpmid- •...
Milieuzorg vormt een van de kernwaarden van teem gewezen doordat op het • Start/Stop* - functie en bediening (p. 301) Volvo Car Corporation en geeft richting aan al instrumentenpaneel het desbe- • Motor starten (p. 286) onze activiteiten. Dit resulteerde in uiteenlopende treffende symbool gaat bran- •...
STARTEN EN RIJDEN Gerelateerde informatie Voorwaarden Voorwaarden • Start/Stop* (p. 301) • Motor starten (p. 286) Bedien de koppeling, zet de hendel in Houd de voetdruk op het rempedaal • Start/Stop* - instellingen (p. 306) de neutrale stand en laat het koppe- vast en trap het gaspedaal in - de •...
Pagina 305
STARTEN EN RIJDEN Start/Stop* - automatische Voorwaarden Voorwaarden motorafslag werkt niet u rijdt achteruit met de auto. M + A de file-assistent van de adaptieve Ook als het Start/Stop-systeem geactiveerd is, cruisecontrol is geactiveerd. vindt er niet altijd een automatische motorstop de capaciteit van de startaccu is M + A plaats.
Pagina 306
STARTEN EN RIJDEN • Start/Stop* - automatische Start/Stop* - instellingen (p. 306) Voorwaarden motorstart • Start/Stop* - automatische motorstart werkt De gordelsluiting van de bestuurder is niet (p. 305) Een motor die automatisch werd afgezet kan in geopend met de keuzehendel in bepaalde gevallen automatisch worden gestart, •...
Pagina 307
STARTEN EN RIJDEN • Start/Stop* - automatische Start/Stop* - onvrijwillige motorstop Start/Stop* - instellingen (p. 306) motorstart werkt niet bij handgeschakelde • Start/Stop* - automatische motorstart versnellingsbak (p. 304) De automatische motorstart werkt niet altijd na automatische motorafslag. • Start/Stop* - automatische motorafslag Doe het volgende, als de automatische motor- werkt niet (p.
Pagina 308
Start/Stop* - symbolen en meldingen (p. 307) In het menusysteem MY CAR vindt u onder de • DRIVe Accu - Start/Stop (p. 392) rubriek informatie over Volvo's Start/ Stop-systeem en adviezen voor een zuinige rijst- ijl. Gerelateerde informatie • Start/Stop* (p. 301) •...
Informatie/maatregel Auto Start/Stop Service vereist Start/Stop werkt niet. Neem contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende M + A Volvo-werkplaats. Autostart Motor loopt + akoes- Wordt geactiveerd als het bestuurdersportier wordt geopend met een automatisch afgezette tisch signaal motor en de keuzehendel in de D-stand.
M = handbak, A = automaatbak. Als een displaymelding na het uitvoeren van de voorgestelde maatregel niet verdwijnt, dient u contact op te nemen met een werkplaats – gead- viseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • Start/Stop* (p. 301) •...
De druk die u uitoefent op het rempedaal wordt ten". Compenseer de verminderde remwerking verder in te trappen. Houd om die reden meer versterkt door de rembekrachtiging. door harder op het rempedaal te trappen. Volvo afstand aan tot uw voorligger. raadt aan om alleen remvoeringen te monteren WAARSCHUWING die zijn goedgekeurd voor uw Volvo.
Gerelateerde informatie remsysteem te laten controleren - geadvi- • Bedrijfsrem (p. 309) seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. • Parkeerrem (p. 312) Als de remvloeistof onder het MIN-niveau in • het remvloeistofreservoir ligt, mag u pas ver- Bedrijfsrem - noodremlichten en automati- der rijden als de remvloeistof is bijgevuld.
STARTEN EN RIJDEN Bedrijfsrem - noodremlichten en Bedrijfsrem - remkrachtverhoging automatische alarmlichten bij noodstops De noodremlichten worden geactiveerd om ach- De remkrachtverhoging bij noodstops (EBA, terliggers erop te attenderen dat u krachtig remt. Emergency Brake Assist) helpt de remkracht ver- Daarbij knipperen de remlichten in plaats van dat hogen om op die manier de remweg te verkor- ze continu branden, zoals bij normaal remmen.
Pagina 314
STARTEN EN RIJDEN Parkeerrem Parkeerrem aanzetten ten van de handgreep wordt de rem uitgescha- keld. De parkeerrem voorkomt met behulp van mecha- nische blokkering/vergrendeling van twee wielen N.B. dat een stilstaande auto kan wegrollen. Bij activeren van de noodrem bij hogere snel- Functie heden klinkt er tijdens het remmen een sig- Bij activering van de elektrisch geregelde par-...
De parkeerrem is ook handmatig uit te scha- 2. Start de motor. kelen door het koppelingspedaal te bedienen in plaats van het rempedaal. Volvo adviseert u 3. Trap het rempedaal stevig in. echter het rempedaal te gebruiken. 4. Zet de keuzehendel in stand D of R en geef gas.
• Probeer of u de rem kunt in- en uitschakelen. Als de storing ook na enkele pogingen aanhoudt: • Bezoek een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. NB Er klinkt een waarschuwingssignaal als u doorrijdt met deze foutmelding.
Pagina 317
Als de storing ook na enkele pogingen aanhoudt: • Bezoek een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Dezelfde melding verschijnt ook op auto's met een handbak, wanneer er langzaam wordt gereden met het portier open. De melding maakt u erop attent dat de parkeerrem mogelijk onbedoeld werd gelost.
- geadvi- • Motortemperatuur hoog Stop auto Maak eventuele aansluitingen voor de elek- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. z.s.m. – breng de auto in dat geval zo spoe- trische verwarming en de aanhangerkoppe- Kans op motorschade.
STARTEN EN RIJDEN Rijden met een geopend(e) Overbelasting - startaccu display de tekstmelding Versnellingsbak achterklep/kofferklep heet Rijd langzamer Versnellingsbak De elektrische functies van de auto belasten de heet Stop auto z.s.m. Wachten op Wanneer u met een geopende achterklep rijdt, startaccu (p.
Let voor aanvang van de winter in het bijzonder Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of ijs orde is. op het volgende: adviseert Volvo u om de auto rondom van winter- • Zorg dat er geen sprake is van lekkage •...
STARTEN EN RIJDEN Tankvulklep - openen/sluiten Tankvulklep - handmatig openen Brandstof tanken De tankvulklep is als volgt te openen/sluiten: De tankvulklep kan handmatig worden geopend, Waar u tijdens het tanken op moet letten. als openen met de schakelaar in de passagiers- Tankvulklep openen/sluiten ruimte niet mogelijk is.
Giet de tank niet te vol door het vulpistool na Gebruik geen brandstof met een slechtere kwali- Op de grond gemorste brandstof kan vlam de eerste afslag meteen uit de vulopening te teit dan Volvo adviseert, omdat dit een nadelige vatten. halen. invloed kan hebben op het motorvermogen en Schakel de verwarming op brandstof uit voor- het brandstofverbruik.
Pagina 323
Brandstoftank - inhoud (p. 431) BELANGRIJK • Gebruik alleen loodvrije benzine om schade aan de katalysator tegen te gaan. • Het gebruik van brandstof met metaalad- ditieven is niet toegestaan. • Gebruik geen toevoegingen die niet door Volvo zijn aanbevolen.
Pagina 324
Houd tijdens het tanken het gebied rond de vul- • Breng de auto tot stilstand op een zo kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan- pijp goed schoon. Voorkom morsen op gelakte egaal/horizontaal mogelijke ondergrond leiding tot verhoogde vormen van slijtage en oppervlakken.
Pagina 325
10–20 minuten. Bij moet u het brandstoffilter aftappen. Voor meer een lage gemiddelde snelheid kan dit iets langer informatie, zie Serviceprogramma van Volvo duren. Tijdens de regeneratie kan het brandstof- Wanneer het filter geregenereerd is, wordt de (p.
Pagina 326
STARTEN EN RIJDEN • Katalysatoren Brandstofverbruik en CO2-uitstoot (p. 434) Gerelateerde informatie • Brandstof - benzine (p. 321) • Brandstoftank - inhoud (p. 431) De katalysatoren hebben tot taak de uitlaatgas- • sen te reinigen. Ze zijn dicht bij de motor in het Brandstof - diesel (p.
• Rijd niet met open zijruiten. ven remmen. • Voor informatie over het milieubeleid van Volvo Bij hoge snelheden neemt het brandstofver- Car Corporation, zie Milieubeleid (p. 23). bruik toe – de luchtweerstand neemt toe naarmate de snelheid stijgt.
Om veiligheidsredenen dient u de toelaat- gebreidere informatie, zie Gewichten (p. 420). Niveauregeling* bare maximumsnelheid voor auto's met een Als de trekhaak door Volvo is gemonteerd, wordt Als uw auto is uitgerust met automatische aanhanger/caravan niet te overschrijden. de auto compleet aangeleverd met de benodigde...
De vermelde maximaal toegestane aanhange- Wanneer u bij warm weer een aanhanger sleept Wanneer u bij warm weer een aanhanger sleept rgewichten zijn door Volvo toegestaan. Natio- in heuvelachtig terrein, bestaat er mogelijk in heuvelachtig terrein, bestaat er mogelijk nale voertuigvoorschriften kunnen het aan- gevaar voor oververhitting.
(p. 294) • Rijden met een aanhanger* (p. 326) WAARSCHUWING Als de auto is uitgerust met de afneembare trekhaak van Volvo: • Volg de montage-instructies nauwkeurig • Zorg dat het afneembare gedeelte met de sleutel vergrendeld is voordat u begint te rijden.
STARTEN EN RIJDEN Afneembare trekhaak* - opbergen Afneembare trekhaak* - specificaties Bewaar de afneembare trekhaak in de bagage- ruimte. Specificaties voor een afneembare trekhaak. Specificaties Afmetingen, bevestigingspunten (mm) 1036 Opbergruimte trekhaak. BELANGRIJK Neem na gebruik altijd de trekhaak los en berg deze op de daarvoor bestemde plaats op, goed vastgezet met de bijbehorende riem.
STARTEN EN RIJDEN Afneembare trekhaak* - monteren/ Gerelateerde informatie • demonteren Afneembare trekhaak* - monteren/demonte- ren (p. 330) U kunt de afneembare trekhaak als volgt monte- • Afneembare trekhaak* - opbergen (p. 329) ren/demonteren: • Rijden met een aanhanger* (p. 326) Aanbrengen Controleer of het mechanisme in de ontgren- delde stand staat door de sleutel rechtsom...
Pagina 333
STARTEN EN RIJDEN Breng de trekhaak aan en duw deze naar Draai de sleutel linksom naar de vergren- Controleer of de trekhaak vastzit door deze binnen totdat u een klik hoort. delde stand. Neem de sleutel uit het slot. stevig omhoog, omlaag en naar achteren te bewegen.
STARTEN EN RIJDEN Veiligheidskabel. Plaats de afdekking terug door te zorgen dat Druk de vergrendelingsknop in en draai de haken van de afdekking in de achterkant deze linksom totdat u een klik hoort. van de bumper grijpen. Duw de afdekking WAARSCHUWING omhoog totdat de bouten in de juiste stand Controleer of de veiligheidskabel van de aan-...
TSA kan op hogere snelheden ingrijpen. een oneffen wegdek of over hobbels. • Grote stuurbewegingen. Bediening Een pendelbeweging is vaak niet of nauwelijks te dempen, waardoor de combinatie moeilijk Inbegrepen bij montage van een originele Volvo-trekhaak. (Electronic Stability Control) - elektronische stabiliteitsregeling.
STARTEN EN RIJDEN Slepen WAARSCHUWING BELANGRIJK Bij het slepen wordt de auto met behulp van een • Controleer voordat u gaat slepen of het Sleep de auto altijd zo dat de wielen in de rij- sleepkabel voortgetrokken door een ander voer- stuurslot eraf is.
STARTEN EN RIJDEN Sleepoog De afdekking op het bevestigingspunt voor wanneer men deze met een sleepoog op het ber- het sleepoog bestaat in twee versies die op gingsvoertuig probeert te trekken. Hef de auto zo Het sleepoog dient te worden vastgeschroefd in verschillende manieren moeten worden nodig met behulp van de hefinrichting van het een draadbus achter een afdekking in de bum-...
STARTEN EN RIJDEN Bergen BELANGRIJK Met bergen wordt het afslepen bedoeld met een Berg de auto altijd zo dat de wielen in de rij- ander voertuig. richting draaien. Roep professionele hulp in voor berging. Gerelateerde informatie Het is toegestaan het sleepoog te gebruiken om •...
Leeftijd van de banden Alle banden die ouder zijn dan 6 jaar moet u door Volvo adviseert u contact op te nemen met een een vakman laten controleren, ook al zien ze er erkende Volvo-werkplaats, als u niet zeker bent intact uit.
WIELEN EN BANDEN Banden - draairichting Gerelateerde informatie N.B. • Banden - maten (p. 342) Bij banden met een speciaal profiel dat alleen Let erop dat u hetzelfde type, dezelfde maat • Banden - snelheidsklassen (p. 343) goed werkt wanneer de banden in een bepaalde en ook hetzelfde merk voor beide wielparen richting draaien, staat deze richting aangegeven •...
WIELEN EN BANDEN • Banden - slijtage-indicator Banden - bandenspanning Banden - draairichting (p. 339) • Banden - onderhoud (p. 338) Een slijtage-indicator toont de status van de pro- Banden kunnen een verschillende bandenspan- fieldiepte van de band. ning hebben en dat wordt gemeten in de een- heid bar.
WIELEN EN BANDEN • Bandenspanning bij gebruik van de aanbevo- Bandenspanningssticker (Zie de bandenspanningstabel in de gedrukte len bandenmaat. versie van de Gebruikershandleiding.) • ECO-bandenspanning Gerelateerde informatie • • Bandenspanning compact reservewiel (Tem- Banden - maten (p. 342) porary Spare). •...
WIELEN EN BANDEN • Wiel- en velgmaten Banden - maten Banden - goedgekeurde bandenspanning (p. 437) Wiel- en velgmaten worden aangeduid zoals in De banden van de auto hebben een bepaalde • Wiel- en velgmaten (p. 342) de onderstaande tabel. maat, zie het voorbeeld in de onderstaande tabel.
WIELEN EN BANDEN Banden - lastindex Banden - snelheidsklassen 240 km/h (149 mph) De lastindex geeft het vermogen van een band Elke band is bestand tegen een bepaalde maxi- 270 km/h (168 mph) aan om een bepaalde last te dragen. mumsnelheid en behoort daardoor tot een bepaalde snelheidsklasse (SS - Speed Symbol).
Volvo adviseert u om met een Volvo-dealer te zijn door Volvo en deel uitmaken van de originele stemd op het model en op de band- en vel- overleggen over welke velg en welk type band accessoires van Volvo.
Een compact reservewiel (Temporary Spare) is beet en klap deze naar voren toe omhoog. alleen bestemd voor tijdelijk gebruik en dient dan Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken* ook zo spoedig mogelijk door een normaal wiel te 2. Draai de bevestigingsbout los.
Pagina 348
WIELEN EN BANDEN 4. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag in WAARSCHUWING de wielsleutel* vast. Leg nooit iets tussen de krik en de onder- grond en evenmin tussen de krik en het krik- steunpunt van de auto. 7. Er zitten twee kriksteunpunten aan weerszij- den van de auto.
WIELEN EN BANDEN Wielen verwisselen - monteren WAARSCHUWING Het is belangrijk dat het wiel op de juiste manier Kruip nooit onder de auto als deze op een krik gemonteerd wordt. staat. Aanbrengen Laat nooit passagiers in de auto zitten als deze op een krik staat.
De gevarendriehoek wordt gebruikt om andere Neem bij montage van een andere bandenmaat verkeersdeelnemers te waarschuwen voor een altijd contact op met een erkende Volvo-werk- stilstaande auto. plaats voor een update van de software. Bij mon- Opbergen en uitklappen...
WIELEN EN BANDEN Gereedschap Krik* In de auto is onder meer een sleepoog, een krik* Gebruik de krik om de auto op te heffen om bij- voorbeeld een wiel te verwisselen. en een wielsleutel* aanwezig. Gebruik de originele krik alleen voor het verwis- selen van het reservewiel.
WIELEN EN BANDEN EHBO-set* Gereedschap, terugplaatsen Bandenspanningscontrole* De EHBO-set bevat materiaal voor het verlenen De bandenspanningscontrole waarschuwt u met van eerste hulp. een controlesymbool op het instrumentenpaneel voor een te lage bandenspanning in één of meer banden van de auto. Op bepaalde markten is bandenspanningscon- trole wettelijk verplicht.
WIELEN EN BANDEN Bandenspanningscontrole (TM)* BELANGRIJK WAARSCHUWING De TM (Tyre Monitor) bepaalt aan de hand van • Een verkeerde bandenspanning kan tot Als er een storing optreedt in het TM, gaat de rotatiesnelheid van de banden of de banden- bandenpech leiden, waarbij u de controle het controlesymbool op het instrumenten- spanning in orde is.
6. Druk nadat u alle banden gecontroleerd en moeilijk los te draaien. Neem contact op met een Volvo-dealer of - aangepast hebt op OK om de kalibratie te werkplaats. starten.
De noodreparatieset voor banden zit onder de het loopvlak. bagageruimtevloer. Gerelateerde informatie N.B. • Noodreparatieset voor banden* - overzicht De compressor voor provisorische bandenre- (p. 354) paratie is door Volvo getest en goedgekeurd. • Noodreparatieset voor banden* (p. 353) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
WIELEN EN BANDEN Noodreparatieset voor banden* - Bus met afdichtmiddel Gerelateerde informatie overzicht • Noodreparatieset voor banden* - positie Manometer (p. 353) Overzicht van de onderdelen van de noodrepa- • ratieset, Temporary Mobility Kit (TMK). Noodreparatieset voor banden* (p. 353) Bus met afdichtmiddel Vervang de bus met afdichtmiddel voordat de De onderdelen liggen onder de bagageruimte-...
Pagina 357
2. Verwijder de sticker met de toegestane maxi- een werkplaats te verwijderen; geadvi- mumsnelheid (die aan de ene kant van de seerd wordt een erkende Volvo-werk- compressor zit) en bevestig deze op het plaats. stuurwiel. Rijd nooit sneller dan 80 km/h...
Pagina 358
WIELEN EN BANDEN 6. Draai het ventieldopje van de band los. 8. Schakel de compressor in door de knop in 10. Schakel de compressor uit om de banden- stand I te zetten. spanning van de manometer af te lezen. De Controleer of het drukreduceerventiel van de bandenspanning moet minimaal 1,8 bar en luchtslang volledig vastgeschroefd is en...
3 kilometer rijden een tweede controle dicht. Beëindig in dat geval de rit. Neem N.B. plaatsvinden. contact op met een erkende Volvo-werk- plaats. Tijdens de eerste slagen die de band rond- Bandenspanning controleren draait spuit er afdichtvloeistof uit het gat.
De originele banden van de auto kunnen worden daarvoor bestemde uitsparing. opgepompt met behulp van de compressor in Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbijzijnde Leg de TMK in de bagageruimte. de noodreparatieset voor banden (p. 354). erkende Volvo-werkplaats te rijden om de beschadigde band te laten vervangen/repareren.
Pagina 361
WIELEN EN BANDEN BELANGRIJK Kans op oververhitting. De compressor mag niet langer dan 10 minuten werken. 5. Pomp de band op tot de spanning die staat aangegeven in de bandenspanningstabel, zie Banden - goedgekeurde bandenspanning (p. 437). Laat lucht uit de band ontsnappen, als de bandenspanning te hoog is.
• • Klimaatregeling - storingen opsporen en ver- Log in op de webportal My Volvo, ga naar My beeldscherm in de auto moet u meldingen/ helpen (p. 376) Profile en doe het volgende: pop-ups goedkeuren. Druk in de normaal- 1.
Service & MENU in te drukken gevolgd door meer op het beeldscherm. De melding op het My Volvo. Open Mijn afspraken en kies voor actu- reparatie instrumentenpaneel blijft staan. Na dit alter- aliseren om alle afspraken van My Volvo te zien.
Volvo ID (p. 22) tussenbestemming. Autogegevens versturen De autogegevens worden verstuurd naar de cen- trale Volvo-database (niet naar dealers). Volvo- dealers kunnen de autogegevens vervolgens opvragen aan de hand van het identificatienum- mer van de auto (VIN ). U vindt het nummer in het Service- en garantieboekje van de auto en in de linker onderhoek van de voorruit.
N.B. Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken die bij de auto hoort. Volg bij gebruik van een andere krik dan door Volvo geadviseerd de aanwijzingen die bij deze krik werden gele-...
Pagina 368
ONDERHOUD EN SERVICE Kriksteunpunten (pijlen) voor de krik van de auto en de hefpunten (rood gemarkeerd). Gerelateerde informatie Als u de auto aan de voorkant heft met een gara- • gekrik, moet u de krik onder een van de vier hef- Wielen verwisselen - wielen verwijderen punten zetten die verder naar binnen onder de (p.
ONDERHOUD EN SERVICE Motorkap - openen en sluiten Motorruimte - overzicht Haal de borghaak naar links om de motorkap te openen. (De borghaak zit tussen de kop- De motorkap is te openen, wanneer u de hand- Het overzicht laat een aantal servicespecifieke lamp en de radiateurgrille zoals afgebeeld.) greep bij de pedalen naar achteren hebt getrok- componenten zien.
Pagina 370
ONDERHOUD EN SERVICE Vulpijp voor sproeiervloeistof Motorruimte 5-cil. diesel WAARSCHUWING Luchtfilter Houd het elektrische systeem van de auto altijd in sleutelstand 0 bij werkzaamheden in de motorruimte, zie contactslotstanden - func- WAARSCHUWING ties in verschillende standen (p. 86). De spanning en het vermogen van het ontste- kingssysteem zijn zeer hoog.
In sommige gevallen moet olie worden bijgevuld gebruiken om het oliepeil te laten controleren Volvo een olie van een hogere kwaliteit, zie tussen de servicebeurten door. door de elektronische oliepeilsensor, zie Menu- Motorolie - ongunstige rijomstandigheden functies - instrumentenpaneel (p.
ONDERHOUD EN SERVICE 2. Draai het duimwiel op de linker stuurhendel 5-cil. diesel BELANGRIJK naar stand Oliepeil Vul bij een melding dat het oliepeil gering > Vervolgens verschijnt informatie over het alleen de aangegeven hoeveelheid olie bij, bij- motoroliepeil. voorbeeld 0,5 liter. Voor meer informatie over de menufunc- ties, zie Menufuncties - instrumentenpa- N.B.
Pagina 374
WAARSCHUWING Mors geen olie op de hete uitlaatspruitstuk- ken, aangezien er dan brand kan ontstaat. Bij het verschijnen van de melding Olieservice vereist moet u een werkplaats opzoeken – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te hoog.
ONDERHOUD EN SERVICE Koelvloeistof - peil Volg de aanwijzingen op de verpakking op. Vul het reservoir nooit alleen met schoon water. Het De koelvloeistof koelt de verbrandingsmotor af gevaar voor bevriezing neemt toe, zowel wanneer tot de juiste bedrijfstemperatuur. De warmte die de concentratie koelvloeistof te laag is als wan- de motor overdraagt op de koelvloeistof is te neer deze te hoog is.
Gebruik altijd een koelvloeistof met roest- MAX-streepje staan die aan de buitenkant van werende eigenschappen volgens de aan- het reservoir zichtbaar zijn. Controleer het peil bevelingen van Volvo. regelmatig. • Let erop dat het koelvloeistofmengsel altijd voor 50 % uit water en voor 50 % Ververs de remvloeistof om de twee jaar of iedere uit koelvloeistof bestaat.
ONDERHOUD EN SERVICE Stuurbekrachtigingsvloeistof - peil Bijvullen WAARSCHUWING De stuurbekrachtigingsvloeistof moet tussen de Als er een storing optreedt in de stuurbe- MIN- en MAX-streepjes op het reservoir staan. krachtiging of als de motor is afgezet en u de Verversing van de vloeistof is niet nodig. auto moet laten wegslepen, stuurt de auto aanzienlijk zwaarder.
BELANGRIJK N.B. Trek niet aan de kabel, maar alleen aan de connector. Als een foutmelding niet verdwijnt nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, wordt geadvi- seerd een erkende Volvo-werkplaats te bezoeken.
ONDERHOUD EN SERVICE • Koplamphuis bevestigen Lampen - specificaties (p. 384) Koppel de connector van het koplamphuis los door met uw duim de clip omlaag te duwen. Trek ondertussen met uw andere hand de Ga bij het bevestigen na of de lange borgpen connector los.
ONDERHOUD EN SERVICE Lampen verwisselen - afdekkap Lamp vervangen - dimlicht Gerelateerde informatie groot-/dimlichtlampen • Lamp vervangen - koplampen (p. 377) De lamp van het dimlicht zit achter de grote • De groot-/dimlichtlampen zijn bereikbaar door Lamp vervangen - dimlicht (p. 379) afdekking in het koplamphuis.
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - groot licht Gerelateerde informatie Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde • terug. Lampen - specificaties (p. 384) De lamp van het groot licht zit achter de grote afdekking in het koplamphuis. Gerelateerde informatie • Lampen - specificaties (p.
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - verstraler Lampen vervangen - Gerelateerde informatie • richtingaanwijzers voorzijde Lampen - specificaties (p. 384) De verstralerlamp zit achter de grote afdekking in het koplamphuis. U draait de lamphouder voor de richtingaanwij- zerlamp linksom los. N.B.
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - verlichting achter Plaats de onderdelen in omgekeerde volgorde Rem- en achteruitrijlichten terug. De lamp voor het mistachterlicht is te bereiken via de achterzijde van de bumper. Gerelateerde informatie • Lampen - specificaties (p. 384) De lampen voor de remlichten en de achteruitrij- lichten zijn via de bagageruimte te vervangen.
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - positie lampen Lamp vervangen - Lamp vervangen - verlichting in achterzijde kentekenplaatverlichting bagageruimte Het overzicht geeft de positie aan van de lampen De kentekenplaatverlichting zit onder de hand- De bagageruimteverlichting zit in de achterklep. aan achterzijde.
ONDERHOUD EN SERVICE Lamp vervangen - verlichting make- Lampen - specificaties Gerelateerde informatie upspiegel • Lampen - specificaties (p. 384) De specificaties gelden voor gloeilampen. Wend De lampjes voor de verlichting van de make- u voor vervanging van led-lampen en xenonlam- upspiegel zitten achter de lensjes.
ONDERHOUD EN SERVICE Wisserbladen Gerelateerde informatie BELANGRIJK • Lamp vervangen - algemeen (p. 376) De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en Voordat de wisserbladen in de servicestand achterruit. In combinatie met sproeiervloeistof worden gezet, moet u controleren of ze niet reinigen ze de ruiten voor een goed zicht tijdens vastgevroren zijn.
Pagina 388
ONDERHOUD EN SERVICE BELANGRIJK Als de wisserarmen in de servicestand van de voorruit af zijn gehaald, moet u ze tegen de voorruit terugklappen alvorens de wissers te activeren. Dit om lakschade aan de motorkap tegen te gaan. Wisserbladen vervangen Klap de wisserarm omhoog als deze in de servicestand staat.
ONDERHOUD EN SERVICE Sproeiervloeistof - bijvullen 1. Klap de wisserarm uit. Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- len sproeiervloeistof, met antivries bij koud weer Om de koplampen en ruiten schoon te houden 2. Pak het wisserblad aan de binnenkant (bij de en onder het vriespunt.
ONDERHOUD EN SERVICE Startaccu - algemeen BELANGRIJK WAARSCHUWING De startaccu wordt gebruikt voor aandrijving van • De startaccu kan het zeer explosieve Bij vervanging van de startaccu of hulpaccu, de startmotor en andere elektrische uitrusting in knalgas produceren. Eén enkele vonk, bij een auto met Start/Stop-systeem, moet u de auto.
ONDERHOUD EN SERVICE Accu - symbolen BELANGRIJK N.B. Op de accu's zitten symbolen die informatie ver- Bij het negeren van het volgende valt na aan- Hoe vaker de accu ontladen raakt, des te strekken en waarschuwen. sluiting van een externe startaccu of accula- minder lang gaat de accu mee.
ONDERHOUD EN SERVICE Startaccu - vervangen Vermijd vonken en open vuur. De startaccu van de auto is zonder hulp van een werkplaats te vervangen. Demonteren Om te beginnen: Neem de transpondersleutel uit het contactslot en wacht ten minste Explosiegevaar. 5 minuten, voordat u een van de elektrische aan- sluitingen aanraakt –...
Pagina 393
ONDERHOUD EN SERVICE Haal de rubber strip los om de achterste Monteren Voor meer informatie over de startaccu van de afdekking bloot te leggen. auto, zie Startaccu - algemeen (p. 388) en Start- hulp met andere accu (p. 291). Neem de achterste afdekking los door deze een kwartslag te verdraaien en vervolgens op te tillen.
ONDERHOUD EN SERVICE Accu - Start/Stop Accu Accu Auto's met Start/Stop-systeem hebben behalve Start, 12 V Hulp, 12 V Start, 12 V Hulp, 12 V de startaccu ook een hulpaccu. Auto met stuur Auto met stuur Een auto met Start/Stop-systeem is voorzien van links: links: twee 12V-accu's –...
Neem bij vragen of problemen contact op met een werkplaats - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Enhanced Flooded Battery. Absorbed Glass Mat. Auto-start is alleen mogelijk, als de versnellingspook in de neutraal staat.
BELANGRIJK storing vertoont. U wordt dan geadviseerd een Voor een geslaagde auto-start ná auto-stop bezoek te brengen aan een erkende Volvo-werk- Bij vervanging van de startaccu moet u erop dient de accu eerst te worden opgeladen. Bij plaats voor een controle.
ONDERHOUD EN SERVICE • Positie van relais- en zekeringhouders Zekeringen - in regeleenheid onder dash- boardkastje (p. 402) • Zekeringen - in bagageruimte (p. 404) • Zekeringen - in de koude zone van de motor- ruimte (p. 406) Positie van de relais- en zekeringhouders bij auto's met het stuur links –...
"JCASE" en dienen door een werkplaats te Motorregeleenheid; transmis- worden vervangen sieregeleenheid; airbags Elektrische voorruitverwar- • De zekeringen 16–33 en 35–41 zijn van het ming* , links Elektrische sproeikopverwar- type "MiniFuse". ming* Ruitenwissers Standverwarming* Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 401
ONDERHOUD EN SERVICE Functie Koelventilator (benzine) 60/80 Koelventilator (diesel) Stuurbekrachtiging Ampère Bij auto's met Start/Stop-systeem is deze zekeringpositie leeg – zie in plaats daarvan Zekeringen - in de koude zone van de motorruimte (p. 406). Bij auto's met Start/Stop-systeem is deze zekeringpositie leeg –...
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen - onder dashboardkastje De zekeringen onder het dashboardkastje bevei- ligen onder meer de infotainment- en stoelfunc- ties. Posities Functie Functie Functie Bedieningspaneel bestuurderspor- tier Hoofdzekering voor regeleenheid audio*; hoofdzekering voor de zeke- Bedieningspaneel voorste passa- ringen 16–20: Infotainment giersportier Ruitensproeiers voor;...
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen - in regeleenheid onder dashboardkastje De zekeringen in de regeleenheid onder het dashboardkastje beveiligen onder meer de func- ties voor airbags en Collision Warning. Posities Functie Functie Functie Instrumentenpaneel Centrale vergrendeling tankvulklep Achterruitwisser Adaptieve cruisecontrol (ACC)*; Elektrische stuurverwarming* Collision Warning* Elektrische voorruitverwarming*...
Pagina 405
ONDERHOUD EN SERVICE Gerelateerde informatie Functie • Zekeringen - in motorruimte (p. 396) Brandstofpomp • Zekeringen - onder dashboardkastje (p. 400) • Zekeringen - in bagageruimte (p. 404) Bewegingsmelder voor alarm*; bedieningspaneel klimaatregeling • Zekeringen - in de koude zone van de motor- ruimte (p.
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen - in bagageruimte De zekeringen in de bagageruimte beveiligen onder meer de elektrische parkeerrem. Het kastje zit achter de bekleding aan de linkerzijde. Posities Functie Functie Functie Trekhaakaansluiting 1* Elektrische parkeerrem links Elektrische parkeerrem rechts Ampère Elektrische achterruitverwarming Gerelateerde informatie •...
Pagina 407
ONDERHOUD EN SERVICE • Zekeringen - in regeleenheid onder dash- boardkastje (p. 402) • Zekeringen - in de koude zone van de motor- ruimte (p. 406)
• Zekeringen 12 is van het type "MiniFuse". ruimte Voor meer informatie over Start/Stop, zie Start/ Extra verwarming op stroom* Stop* (p. 301). Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 409
ONDERHOUD EN SERVICE • Zekeringen - in regeleenheid onder dash- Functie boardkastje (p. 402) Hoofdzekering voor centrale elek- • Zekeringen - in bagageruimte (p. 404) tronicamodule (ECM) onder dash- boardkastje Hoofdzekering voor relais-/zeke- ringhouder onder dashboardkastje Elektrische voorruitverwarming* Hoofdzekering voor relais- en zekeringhouder in bagageruimte Interieurventilator Startrelais...
Let er bij gebruik van een hogedrukreiniger op Vuile koplampen werken minder goed. Maak erkende Volvo-werkplaats. dat u cirkelende bewegingen maakt en de spuit- ze regelmatig schoon, bijvoorbeeld als u tankt. kop op minstens 30 cm afstand van de auto •...
Pagina 411
11,5. Geanodiseerde onderdelen van alu- wordt geadviseerd het speciale reinigingsmiddel minium zoals de dakrails en de sierlijsten rond te gebruiken dat bij de Volvo-werkplaats verkrijg- de zijruiten kunnen anders verkleuren. baar is. Volg bij gebruik van dit reinigingsmiddel Gebruik nooit metaalpolijstpasta op onderde- de gebruiksvoorschriften nauwkeurig op.
Alleen lakbehandelingen uitvoeren die door u voor het verwijderen van ijs alleen een wijzingen op de verpakking nauwkeurig op. Veel Volvo geadviseerd worden. Andere behande- krabber van kunststof te gebruiken. preparaten bevatten zowel poetsmiddel als was. lingen zoals lakconservering, verzegeling, •...
Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autover- Gebruik geen metalen ijskrabber om de ruiten en complete roestwerende behandeling onder- zorgingsproducten die door Volvo geadviseerd van ijs te ontdoen. Gebruik de elektrische ver- gaan. De carrosserie bestaat ten dele uit gegal- worden. Reinig het interieur regelmatig en voor warming om de buitenspiegels van ijs te ont- vaniseerd plaatwerk.
à viermaal per jaar (zo kleding en de inlegmatten ieder apart schoon te nodig vaker) op te brengen. U kunt de Volvo Lea- kunnen maken. Gebruik een stofzuiger om vuil en ther Care Kit/Wipes kopen bij een Volvo-dealer.
ONDERHOUD EN SERVICE Lakschade Geringe lakschade herstellen zoals steenslagschade en krasjes De lak vormt een belangrijk onderdeel van de roestwering van de auto en moet daarom regel- matig worden gecontroleerd. De meest voorko- mende soorten lakschade zijn bijvoorbeeld steenslagplekken, krassen en plekjes op de spatbordranden, portieren en bumpers.
Pagina 416
ONDERHOUD EN SERVICE 2. Vóór het lakken kunt u zo nodig (bij ongelijk- matige randen bijvoorbeeld) plaatselijk licht schuren met zeer fijn schuurlinnen. Reinig het gebied zorgvuldig en laat het goed dro- gen. 3. Roer de grondlak (primer) goed om en breng deze met een fijn kwastje of een lucifer of iets dergelijks op.
SPECIFICATIES Positie van stickers en plaatjes De afbeelding is schematisch – afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Wanneer u contact opneemt met uw erkende Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen of...
Pagina 420
SPECIFICATIES accessoires wilt bestellen, kan het handig zijn om N.B. de type-aanduiding, het chassisnummer en het De in de gebruikershandleiding afgebeelde motornummer bij de hand te hebben. stickers hoeven niet per definitie overeen te Type-aanduiding, chassisnummer, maximaal komen met de stickers die in of op uw auto toelaatbaar gewicht, kleurcode voor lakwerk aanwezig zijn.
Pagina 421
SPECIFICATIES Maten In de tabel ziet u de maten van de auto wat de lengte, hoogte enzovoort betreft. Maten Maten Wielbasis 2774 Spoorbreedte vooras 1632 Lengte 4644 Spoorbreedte achteras 1586 Laadlengte, vloer, achterbank Laadbreedte, vloer 1090 neergeklapt 1789 Breedte 1891 Laadlengte, vloer Breedte incl.
SPECIFICATIES Gewichten N.B. Het maximale totaalgewicht staat aangegeven Het gedocumenteerde rijklare gewicht geldt op een sticker in de auto. voor een auto in de basisuitvoering, dus een auto zonder extra uitrusting of opties. Dat Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het houdt in dat voor elke optie die wordt toege- gewicht van de bestuurder, dat van de brandstof- voegd, de laadcapaciteit van de auto met het...
SPECIFICATIES Trekgewicht en kogeldruk N.B. Het trekgewicht en de kogeldruk voor het rijden Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle met een aanhanger staan in de tabellen. markten. Max. gewicht geremde aanhanger N.B. Voor aanhangers/caravans zwaarder dan 1800 kg wordt een trillingsdemper op de trekhaak geadviseerd.
SPECIFICATIES Motorspecificaties N.B. De motorspecificaties (vermogen enzovoort) Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle voor de verschillende motoralternatieven staan in markten. de tabel. Motor Vermogen Vermogen Koppel Aantal Cilinderbo- Slag- Cilinderin- Compres- Motorcode cilinders ring lengte houd sieverhou- (kW bij omw/ (pk bij omw/ (Nm bij omw/min) ding...
Volvo adviseert: teits- en viscositeitseisen. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- werkplaats te laten verversen. Gerelateerde informatie • Motorolie - kwaliteit en hoeveelheid (p. 425) •...
Motorolie - kwaliteit en hoeveelheid N.B. De motoroliekwaliteit en de te hanteren hoeveel- Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle heden voor de verschillende motoralternatieven markten. staan in de tabel. Volvo adviseert: Motor Oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode (liter) D4 AWD...
Pagina 428
SPECIFICATIES Motor Oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode (liter) T5 / T5 AWD B4204T11 Castrol Edge Professional V 0W-20 of VCC RBS0-2AE 0W-20 ca. 5,9 B4204T15 ca. 5,9 B4204T41 ca. 5,9 T6 / T6 AWD B4204T9 ca. 5,9 D4204T4 ca. 5,2 D4204T14 ca.
(liter) In de tabel ziet u de aan te houden hoeveelheid koelvloeistof voor de verschillende motortypes. T5 / T5 AWD B4204T11 Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- B4204T15 8,3 (8,7 len koelvloeistof aangelengd met 50% water , zie B4204T41 verpakking.
SPECIFICATIES Transmissieolie - kwaliteit en hoeveelheid De voorgeschreven transmissieolie en de hoe- veelheid voor de verschillende versnellingsba- kopties staan in de tabel. Handgeschakelde versnellingsbak Handgeschakelde versnellingsbak Hoeveelheid (liter) Voorgeschreven versnellingsbakolie ca. 1,9 BOT 350M3 ca. 1,45 Betreft vijfcilindermotoren. Betreft de overige motoren. Automatische versnellingsbak Automatische versnellingsbak Hoeveelheid (liter)
Pagina 431
SPECIFICATIES N.B. In normale rijomstandigheden hoeft de ver- snellingsbakolie niet te worden ververst. Onder ongunstige rijomstandigheden moet de olie mogelijk wel worden ververst. Gerelateerde informatie • Motorolie - ongunstige rijomstandigheden (p. 424) • Type-aanduidingen (p. 416)
Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- meerdere hulpcilinders die op hun beurt een len stuurbekrachtigingsvloeistof. mechanische rem bedienen.
Pagina 433
SPECIFICATIES Brandstoftank - inhoud De inhoud van de brandstof voor de verschil- lende motoralternatieven staat in de tabel. Motor Hoeveelheid (liter) Voorgeschreven kwaliteit Benzinemotor ca. 70 Brandstof - benzine (p. 321) Dieselmotor ca. 70 Brandstof - diesel (p. 322) Gerelateerde informatie •...
SPECIFICATIES Specificaties voor airconditioning Sticker voor R1234yf Lampje Betekenis De klimaatregeling van de auto maakt, afhanke- Onderhoud aan de mobiele airco lijk van de markt, gebruik van het koudemiddel (MAC) is voorbehouden aan een R1234yf of R134a. Op een sticker aan de bin- bevoegd onderhoudsmonteur.
Pagina 435
SPECIFICATIES Verdamper Auto's met koudemiddel R1234yf Gewicht Voorgeschreven kwaliteit BELANGRIJK 750 g R1234yf Het is niet toegestaan de aircocondensor te repareren of te vervangen door een gebruikte WAARSCHUWING condensor. De nieuwe condensor moet con- form de SAE-norm J2842 zijn gekeurd en In de installatie voor airconditioning zit koude- gemerkt.
SPECIFICATIES Brandstofverbruik en CO2-uitstoot Stadsverkeer N.B. Als de gegevens over brandstofverbruik en Het brandstofverbruik voor een auto wordt Snelwegrit emissie ontbreken, staan deze in het bijgele- gemeten in liter per 100 km en de CO2-uitstoot verde supplement. in gram CO2 per km. Combinatierit Uitleg gram CO...
Pagina 437
SPECIFICATIES XC60 D4 (D4204T14) D4 (D4204T14) D4 AWD (D5244T21) D4 AWD (D5244T21) D4 AWD (D5244T17) D4 AWD (D5244T17) D5 AWD (D5244T22) D5 AWD (D5244T20) De brandstofverbruiks- en emissiewaarden in de rusting. Afhankelijk van de uitrusting neemt het Er zijn meerdere oorzaken aan te geven voor een bovenstaande tabel zijn gebaseerd op speciale autogewicht toe.
Pagina 438
SPECIFICATIES • Uw rijstijl. Gerelateerde informatie • Zuinig rijden (p. 325) • De grotere rolweerstand als u kiest voor gro- • tere wielen dan de standaardwielen op de Gewichten (p. 420) basisuitvoering van het model. • De grotere luchtweerstand bij hogere snel- heden.
SPECIFICATIES Banden - goedgekeurde N.B. bandenspanning Alle motoren, banden of combinaties daarvan De goedgekeurde bandenspanningen voor de zijn niet altijd beschikbaar op alle markten. verschillende motoralternatieven staan in de tabel. XC60 Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning Motor (km/h) Voor Achter...
Pagina 444
ALFABETISCH REGISTER gloeilampen, specificaties Gordelspanner Fietserdetectie IAQS - Interior Air Quality System Gordelspanners Follow Me Home-verlichting In de was zetten Gordelwaarschuwing FOUR-C - Actief chassis Informatiedisplay 70, 71 Groot licht, automatische activering Foutmeldingen Informatietoets, PCC 177, 178 Groot licht/dimlicht Adaptieve cruisecontrol Inlegmatten Driver Alert Control Inparkeerhulp - PAP...
Pagina 445
ALFABETISCH REGISTER Klimaat algemene informatie Katalysator automatische regeling Laag oliepeil Bergen persoonlijke instellingen Lading vervoeren sensoren Keuzehendelblokkering algemene informatie temperatuurregeling bagageruimte Keyless Drive 182, 183, 184, 185, 186, 286 werkelijke temperatuur lading op het dak Keyless - ontgrendelen Klimaatregeling lange lading Keyless - vergrendelen reparatie Kilometerstand...
Pagina 447
ALFABETISCH REGISTER Panoramadak openen en sluiten Olie, zie ook Motorolie 424, 425 Ventilatiestand Queue Assist zonnescherm Onderhoud roestwering PAP - Actieve parkeerhulp Ontgrendelen Park Assist 271, 273 van de binnenzijde aan achterzijde Radarsensor van de buitenzijde functie Beperkingen sensoren voor Park Assist Ontgrendelen met sleutelblad Regeneratie storingsindicatie...