VEILIGHEID
WHIPS - zithouding
Voor optimale bescherming door het WHIPS
(p. 39) moeten bestuurder en voorpassagier de
juiste zithouding innemen en zorgen dat het sys-
teem niet wordt gehinderd.
Zithouding
Stel voordat u wegrijdt de juiste zithouding in
voor de voorstoel (p. 87).
U en een eventuele voorpassagier moeten zoveel
mogelijk in het midden van de stoel plaatsnemen
en de afstand tussen hoofd en hoofdsteun zo
klein mogelijk houden.
Functie
Plaats geen voorwerpen op de vloer achter de bestuur-
ders- of passagiersstoel die het WHIPS kunnen hinde-
ren.
40
WAARSCHUWING
Plaats dozen e.d. niet zodanig, dat deze vast-
geklemd zitten tussen het zitkussen van de
achterbank en de rugleuning van de voorstoel.
Denk eraan dat u de werking van het WHIPS-
systeem niet hindert.
Plaats geen voorwerpen op de achterbank die het
WHIPS kunnen hinderen.
WAARSCHUWING
Als een rugleuning van de achterbank is neer-
geklapt, moet de bijbehorende voorstoel ver-
der naar voren worden gezet zodat deze niet
in contact komt met de neergeklapte rugleu-
ning.
WAARSCHUWING
Als de stoel aan grote krachten heeft bloot-
gestaan zoals bij een aanrijding van achteren,
is een controle van het WHIPS vereist. Volvo
adviseert om dit door een erkende Volvo-
werkplaats te laten controleren.
Het WHIPS kan een deel van zijn bescher-
mende eigenschappen hebben verloren, zelfs
al ziet de stoel er intact uit.
Volvo adviseert u contact op te nemen met
een erkende Volvo-werkplaats om het sys-
teem te laten controleren, ook bij zachtere
aanrijdingen van achteren.