Adaptieve cruisecontrol* - tijdelijke
deactivering en stand-by
De adaptieve cruisecontrol is tijdelijk te deactive-
ren en stand-by te zetten.
Tijdelijke deactivering/stand-bystand –
met snelheidsbegrenzer
Om de adaptieve cruisecontrol tijdelijk uit te
schakelen en stand-by te zetten:
•
Druk op de stuurknop
Dit symbool en de markering van de
opslagen snelheid verkleuren dan van
GROEN naar WIT.
Tijdelijke deactivering/stand-bystand -
zonder snelheidsbegrenzer
Om de adaptieve cruisecontrol tijdelijk uit te
schakelen en stand-by te zetten:
•
Druk op de stuurknop
Stand-bystand door actief ingrijpen van
uw kant
De adaptieve cruisecontrol wordt tijdelijk gedeac-
tiveerd en automatisch stand-by gezet in de vol-
gende gevallen:
•
u bedient het rempedaal
•
u bedient het koppelingspedaal langer dan
9
1 minuut
9
Bij ontkoppelen en opschakelen of terugschakelen wordt de cruisecontrol niet stand-by gezet.
Geldt niet voor een auto met File-assistent – bij een dergelijke auto werkt het systeem tot aan stilstand.
10
•
u zet de keuzehendel in stand N (automati-
sche versnellingsbak)
•
u houdt meer dan 1 minuut lang een hogere
snelheid aan dan ingesteld.
U dient vervolgens zelf uw snelheid aan te pas-
sen.
Wanneer u tijdelijk gas geeft via het gaspedaal
zoals bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling
ongewijzigd – de auto hervat de laatst opgesla-
gen snelheid zodra u het gaspedaal loslaat.
Automatische stand-bystand
De adaptieve cruisecontrol is afhankelijk van
andere systemen, zoals Stabiliteitsregeling ESC
(p. 201). Als een van deze systemen niet meer
werkt, wordt de adaptieve cruisecontrol automa-
tisch uitgeschakeld.
Bij automatische deactivering klinkt er een waar-
schuwingssignaal en op het instrumentenpaneel
verschijnt de melding
Adaptieve cruise control
geannuleerd
. U moet in dat geval zelf ingrijpen
om de snelheid en afstand ten opzichte van de
voorligger aan te passen.
Automatische deactivering is mogelijk in de vol-
gende gevallen:
•
u opent het portier
•
u neemt de veiligheidsgordel los
BESTUURDERSONDERSTEUNING
•
het toerental van de motor wordt te laag/
hoog
•
de snelheid is gedaald tot onder zo'n
10
30 km/h
(20 mph)
•
de wielen verliezen hun grip op het wegdek
•
de remmen hebben een hoge temperatuur
•
de radarsensor wordt gehinderd door natte
sneeuw of hevige regenval (de radargolven
worden geblokkeerd).
Ingestelde snelheid hervatten
Een cruisecontrol in stand-bystand is opnieuw te
activeren bij een druk op de stuurknop
dat geval wordt de laatst opgeslagen snelheid
hervat.
N.B.
Nadat de snelheid weer met
er een markante snelheidstoename volgen.
Gerelateerde informatie
•
Adaptieve cruisecontrol - ACC* (p. 215)
•
Adaptieve cruisecontrol* - overzicht (p. 218)
•
Cruisecontrol* (p. 208)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
– in
is hervat, kan
221