56 Elektrische installatie
De standaard I/O-aansluitingen voor de ABB standaardmacro zijn in onderstaande
figuur weergegeven.
1...10 kohm
max. 500 ohm
1)
AI1 wordt gebruikt als een toerentalreferentie, als
vectormodus is gekozen.
2)
Zie parametergroep
12 CONST
DI3 DI4
Werking (parameter)
0
0
Instellen via AI1
1
0
Toerental 1 (1202)
0
1
Toerental 2 (1203)
1
1
Toerental 3 (1204)
X1A
1
SCR
Afscherming signaalkabel (schild)
2
AI1
Uitgangsfrequentie referentie: 0...10 V
3
GND
Gemeenschappelijke aarde analoge ingangen
4
+10V
Referentiespanning: +10 V DC, max. 10 mA
5
AI2
Standaard niet in gebruik. 0...10 V
6
GND
Gemeenschappelijke aarde analoge ingangen
7
AO
Waarde uitgangsfrequentie: 0...20 mA
8
GND
Gemeenschappelijke aarde analoge uitgangen
4)
9
+24V
Hulpspanningsuitgang: +24 V DC, max. 200 mA
10 GND
Gemeenschappelijke aarde hulpspanningsuitgang.
11 DCOM
Gemeenschappelijke aarde digitale ingangen
12 DI1
Stop (0) / Start (1)
13 DI2
Voorwaarts (0) / Achterwaarts (1)
14 DI3
Selectie constant toerental
15 DI4
Selectie constant toerental
16 DI5
Selectie acceleratie en deceleratie
X1B
17 ROCOM
18 RONC
19 RONO
20 DOSRC
21 DOOUT
22 DOGND
X1C:STO
1
OUT1
STO (Safe torque off) aansluiting
2
OUT2
3
IN1
4
IN2
TOERENKEUZE:
Relaisuitgang 1
Geen fout [Fout (-1)]
Digitale uitgang, max. 100 mA
Geen fout [Fout (-1)]
3)
0 = hellingtijden volgens parameters
1 = hellingtijden volgens parameters
4)
aarding over 360 graden onder een klem.
Aanhaalmoment: 0,4 N·m / 3,5 lbf·in.
1)
2)
2)
3)
2202
en 2203.
2205
en 2206.