Activeringsschakelaar
In bovenstaand bedradingsschema (pagina 435), wordt de activeringsschakelaar
aangeduid met (K). Deze vertegenwoordigt een component zoals een handbediende
schakelaar, een noodstop-drukknopschakelaar, of de contacten van een veiligheids-
relais of veiligheids-PLC.
• Als een handbediende activatieschakelaar gebruikt wordt, dan moet de
schakelaar van een type zijn dat vergrendeld kan worden in de open stand.
• Ingangen IN1 en IN2 moeten binnen 200 ms na elkaar openen/sluiten.
Kabeltypes en -lengtes
• Dubbel afgeschermde kabel met getwiste paren wordt aanbevolen.
• Maximum kabellengte 300 m (984 ft) tussen activatieschakelaar (K) en
besturingsunit van de omvormer.
Opmerking: Kortsluiting in de bedrading tussen de schakelaar en de STO-klem ver-
oorzaakt een gevaarlijke fout en daarom wordt aanbevolen om een veiligheidsrelais
(inclusief bedradings-diagnostiek) te gebruiken, of een bedradingsmethode (aarding
van afscherming, scheiding van kanalen) die het risico, veroorzaakt door de kortslui-
ting, vermindert of elimineert.
Opmerking: De spanning bij de INx klemmen van elke omvormer moeten minstens
13 V DC zijn om geïnterpreteerd te worden als "1".
Aarding van veiligheidsafschermingen
• Aard de afscherming in de bekabeling tussen de activatieschakelaar en de
stuurkaart bij de stuurkaart.
• Aard de afscherming in de bekabeling tussen twee stuurkaarten alleen bij één
stuurkaart.
Appendix: Safe torque off (STO) 437