Alle parameters
Nr.
Naam/Waarde Omschrijving
4003 DIFFERENT
TIJD
0,0...10,0 s
4004 PID DIFF.
FILTER
0,0...10,0 s
4005 INVERTEREN
FOUTW
NEEN
JA
4006 EENH
Bepaalt de differentiatietijd voor de PID-regeling. Differenti-
ëren verhoogt de regelinguitgang als de foutwaarde veran-
dert. Hoe langer de differentiatietijd, des te meer wordt de
regelinguitgang verhoogd gedurende een wijziging. Als de
differentiatietijd op nul wordt gesteld, dan werkt de regeling
als een PI-regeling, anders als een PID-regeling.
Door de differentiatie reageert de regeling meer op
verstoringen.
De differentiaal wordt gefilterd met een 1-polig filter. Filter-
tijdconstante wordt gedefinieerd door parameter
DIFF.
FILTER.
Fout
100%
0%
PID uitgang
Versterking
4001
Differentiatietijd. Als de parameterwaarde ingesteld is op
nul, wordt het differentiële deel van de PID-regeling
geblokkeerd.
Bepaalt de filtertijdconstante voor het differentiële deel van
de PID-regeling. Verhoging van de filtertijd vlakt de
differentiaal af en vermindert de ruis.
Filtertijdconstante. Als de parameterwaarde ingesteld is op
nul, wordt het differentiaalfilter geblokkeerd.
Kiest de relatie tussen het terugkoppelsignaal en het
toerental van de omvormer.
Normaal: Een afname in het terugkoppelsignaal verhoogt
het toerental van de omvormer. Fout = Referentie -
Terugkoppeling
Geïnverteerd: Een afname in het terugkoppelsignaal
verlaagt het toerental van de omvormer. Fout =
Terugkoppeling - Referentie
Kiest de eenheid voor de werkelijke waarden van de PID-
regeling.
Actuele signalen en parameters 283
Procesfoutwaarde
t
D-deel van PID-uitgang
t
4003
Def/FbEq
0,0 s
4004 PID
1 = 0,1 s
1,0 s
1 = 0,1 s
NEEN
0
1
%